T Bijlage no. 10. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. lil)]. YIO. 10. HEFFING van opcenten op de hoofdsom der dividend- en tantième-belasting (bijlage no. 5). Aan den Gemeenteraad. Nadat ons voorstel d.d. 10 Januari 1919, tot het vaststellen van verordeningen op de heffing en in vordering van opcenten op de hoofdsom der dividend en tantième belasting (bijlage no. 5), bij de leden was rondgezonden, ontvingen wij door bemiddeling van Gedeputeerde Staten dezer provincie een afdruk van het schrijven d.d. 29 Januari 1919, no. 59, af- deeling BB, van den Minister van Binnenlandsche Zaken, waarin deze mededoelt naar aanleiding van de gemeentelijke verordeningen op de heffing van opcenten op de dividend- en tantièmebelasting, die aan het Departement van Binnenlandsche Zaken ter goedkeuring zijn ingezonden, overleg te hebben ge pleegd met den Minister van Financiën. Doze Mini ster heeft hierop een ontwerp aan de hand gedaan, overeenkomstig hetwelk naar zijn oordeel de heffings verordeningen het best kunnen worden geredigeerd. De Minister van Binnenlandsche Zaken verzoekt Gedeputeerde Staten te bevorderen dat raadsbesluiten tot heffing van voormelde opcenten naar bovenbedoeld ontwerp worden vastgesteld. Waar het door ons in bovengenoemde bijlage ter vaststelling aangeboden ontwerp der heffingsverorde- ning eenigszins afwijkt van het door den Minister van Financiën aangegeven model, hebben wij de eer, met intrekking van ons genoemd voorstel, U voor te stellen «te besluiten overeenkomstig het hierachter afgedrukte ontwerp. Leeuwarden, 26 Februari 1919. Burgemeester én Wethouders van Leeuwarden, J. M. van BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. ONTWERP. De Baad der gemeente Leeuwarden gelet op het bepaalde bij artikel 2 der wet van 26 Juli 1918 (Staatsblad no. 502); gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders besluit vast te stellen de volgende J. VERORDENING op de heffing van 18 opcenten op da hoofdsom der dividend- en tantième-belasting in de gemeente Leeuwarden. Artikel 1. Boven de in artikel 1 der wet van 26 Juli 1918 (Staatsblad no. 502) bedoelde opcenten worden op de hoofdsom der dividend- en tantième-belasting wegens uitdeelingen en salarissen over een boekjaar, dat op of na 31 December 1918 eindigt, 18 opcenten geheven. Deze heffing geschiedt slechts voor de helft, voor zoover de belasting wordt geheven ter zake van het o o in artikel 10, lid I, h, der wet op de dividend- en tantièbelasting 1917 bedoelde bedrag van onderne mingen die eigen kantoren of andere eigen vaste in richtingen ten behoeve van hun bedrijf in de koloniën of bezittingen des Rijks buiten Europa of in het buitenland bezigen en voor één-vierde, voorzoover zij ter zake van het bovenbedoeld bedrag wordt geheven van ondernemingen, die hun bedrijf of, is er sprake van meer bedrijven, hun hoofdbedrijf, uitsluitend uit oefenen in die koloniën of bezittingen of in het buitenland. 209

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1919 | | pagina 105