fl
d. uitkeering aan de gemeente
voor het leggen van buizen in ge
meentegrond (ontvangst 1917
f. tegemoetkoming in de 'betaal
de toeslagen krachtens B van liet
besluit van den Raad' d.d. 5 Febr.
d. Vergoeding der kosten van
bestrating1.000,
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919.
Sm
O
jfcjj
O
Hoofdstuk
III.
Hoofdstuk
IV.
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN
Ontvangen
BEDRAG
in 1917
GERAAMD BEDRAG
voor
1918
1919
43
Art. 13
44
Art. 1
Overgebracht
Vergoeding voor het gebruik van gemeente-
eigendommen
A oor het gebruik van diverse gemeente-eigen
dommen, het hebben van uitgang over gemeente
grond, liet plaatsen daarin van regenwaterbakken,
kolkjes, rails, inritten enz. is verschuldigd eene
som van j 2.421,21', waaronder 1025,voor huur
van nissen en kamertjes in de beurs en in het af-
rekenlokaal in de waag. In verband daarmede en
er op rekenende dat het bedrag bij nieuwe verhu
ring van nissen niet vermindert, is eene ronde som
van J 2.400,op die begrooting aangebracht.
Totaal van het lilde hoofdstuk
HOOFDSTUK IV.
INKOMSTEN WEGENS INRICHTINGEN VAN-
NI, JVERIIEID EN BEDRUK.
Ontvangsten ter zake van de gasfabriek
Bedoelde ontvangsten zijn te ramen als volgt:
a. rente van de schuld der fabriek aan de ge
meente 18.774,85
De schuld bedroeg op 1 Januari
1918461.649,90
hiervan wordt in 1918
afgelost15.099,45
Rest op 1 Januari
1919430.550,54
terwijl in 1918 ver
moedelijk zal wor
den geleend 32.820,76
Samen 469.371,30
waarvan 4 rente= 18.774,85
b. aflossing van de schuld der
fabriek aan de gemeente
Bepaald is dat van de door de
gemeente geleende bedragen .jaar-
minstens 21/2 moet worden
15.919,97
afgelost. In 1905 is geleend
74.313,45, in 1908 f 438.005,—,
in 1909 30.362,39°, in 1911
15.600,64, in 1912 f 3.148,34®, in
1913 14.816,56, in 1914 14.868,71®,
in 1915 3.305,76, in 1917 9.557,02,
terwijl in 1918 vermoedelijk
32.820,76 zal worden geleend,
samen 636.798,64"'.
c. rente van tijdelijk opgenomen
gelden2.019,12
42.451,50) 44.201,50
-bedoelde uitkeering is bepaald
op 70 cent, per strekkenden meter
buizenleiding).
1.036 61
8.115 31'
99.851 97
2.400
119.151 925
78.992
102.251 97
102.77506'
2.400-
105.17506'
345
Over te brengen 80.915,44
80.466 [76"
78.992
646
187.544
80.466
<6B
187.544 73
18
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. Bijl. no
Hoofdstuk
IV.
"o
O M S C H R IJ V 1 N G DER INKOMSTEN.
Ontvangen
BEDRAG
in 1917
GERAAMD BEDRAG
voor
1918
1919
45
Art. 2
46
Art. 3
Overgebracht 80.915,44
e. vergoeding der kosten van
bestratingswerken1.800,
1918, Gemeenteblad no. 10 van 1918 194.829,29
Samen 187.544,73
Ontvangsten ter zake van het gemeentelijk elee-
triciteit-bedryf
De ontvangsten zijn geraamd ids volgt:
a. Rente van schuld:
In 1912 is geleend f 288.131,12®
1913 76.842,32
1914 104.506,12®
1915 38.574,09®
1916 125.279,89
1917 26.514,06
1918 wordt ver
moedelijk geleend 72.717,43
Samen 732.565,04®
Hiervan is afgelost
in 1913 7.203,27
in 1914 9.124,34®
in 1915 11.736,99®
in 1916 „261.937,45
in 1917 109.403,17®
en wordt in 1918 ver
moedelijk afgelost
6.885,86 406.291,09®
Rest 326,273.95
waarvan 4 13.050,96
b. Aflossing van schuld 2'/2%
van ƒ346.058,47 8.651,45®
c. Rente van tijdelijk opgeno
men geldenLoOO,
e. 60% der vermoedelijke netto
winst over 19197.746,60®
Totaal 31.949,02
Ontvangsten ter zake van de waterleiding j
a. Volgens art. 18 der concessie-voorwaarden
voor den aanleg en de exploitatie der drinkwater
leiding wordt door den concessionaris aan de ge
meente een aandeel in de winsten dezer onderne
ming toegekend als volgt:
„Van de bruto jaarlijksche ontvangsten zullen
worden afgetrokken alle kosten van exploitatie en
onderhoud dezer waterleiding en alles wat daartoe
behoort.
Voorts een bedrag van 40.UÜ0,— als bijdrage
voor het reservefonds en voor rente van liet maat
schappelijk kapitaal en zal van het dan eventueel
resteerende binnen vijf maanden na afloop van
ieder boekjaar 25 pCt. aan de gemeente gedurende
den geheelen duur der concessie worden uitge
keerd".
Over 1916 is ontvangen eene som van 7.349,13
mi over 1917 5.693,79; daar te verwachten is, dat
d-it bedrag voorloopig lager wordt, is voor 1919
geraamd3.000
Over te brengen 3.000,
19
78.962
64'
134.908
94'
7.137 82'
221.039 41'
80.466 76'
187.544
24.981
8.500
17
31.949
73
02
4.450
113.947 93'
223.943
10