Bijlage no 14. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. Bijl. no. 14. VERSLAG van Rapporteurs omtrent het ver handelde in de Sectievergaderingen over het Ontwerp-wijziging-Werklieden-Regle- ment (bijlagen nos. 6 en 11). ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. Een lid betreurde dat aan een ontwerp, waar zoo vele werklieden bij betrokken zijn, zoo lang moest worden gewerkt voor het den Raad aangeboden kon worden, en verzocht Burgemeester en Wethouders om bij zulke belangrijke ontwerpen wat meer spoed te betrachten. Verschillende leden betuigen hunne instemming met de veranderingen, welke in het Werklieden-Regle ment en de verordening voor het Scheidsgerecht zijn aangebracht, en spreken als hunne meening uit, dat deze in menig opzicht als verbeteringen mogen worden aangemerkt. Er werd als grief aangevoerd dat het ontwerp- Werklieden-Reglement eigenlijk slechts een gedeelte behandelt, daar er aan ontbreekt art. 31 betreffende de loonen. Aanmerkingen werden gemaakt over de manier waarop het ontwerp is gedrukt, voor de leden van den Raad is aldus een goed overzicht lastig. Dank werd betuigd voor de opneming van den 8-urigenwerkdag, doch verzocht werd om als regel des Zaterdagsmiddags om 12 uur de weektaak te beëindigen. Door de rapporteurs werd geklaagd over het slechte bezoek van de sectievergaderingen, die onderscheiden lijk door 2, 3 en 4 leden zijn bezocht. Onderdeel IV. Art. 4. Het amendement-Terpstra wordt, blijkens mede- deeling namens het college, door Burgemeester en Wethouders overgenomen. Een lid maakt de opmerking dat het amendement op het le lid van Art. 4 beter tot zijn recht zal komen wanneer het amendement-Dijstra zou worden aange nomen. Andere leden meenen echter dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders duidelijk genoeg is omschreven. Onderdeel IVbis. Art. 5. Verschillende leden verklaren zich voor het amen dement, weer anderen voelden er iets voor wanneer het zoo opgesteld werd, dat, wanneer er door eene partij, van welke kleur ook, officieel een feestdag ingesteld werd, deze als zoodanig moest erkend worden weer anderen konden zich met beide niet vereenigen. Onderdeel XI. Art. 17. Verschillende leden meenden dat voor „werk stakingen" uitzondering moest worden gemaakt anderen dat het gemeentebestuur het recht moest behouden om bij conflicten in te grijpen veroordeeld werd dat de gemeente zich moest bemoeien met stakingen in particulier bedrijf. Onderdeel XIII. Art. 20. Een lid meende dat „vooraf" moest worden inge voegd om verschil te voorkomen de andere leden meenden, dat de redactie, door Burgemeester en Wet houders gesteld, goed was. Onderdeel XIV. Art. 21. Een minderheid meende, dat aan de autoriteiten moest worden overgelaten om een absoluut verbod om in vrijen tijd werk voor derden te verrichten, op te nemen. De meerderheid meende, dat, als men geen verbod aannam, het moeilijk was om vast te stellen of ziekte in dienst der gemeente of in parti culieren dienst was ontstaan. Tevens werd door de betrokken werklieden in vrijen tijd dikwijls beneden het standaardloon gewerkt, wat nadeelig is voor de mede-arbeiders. Weer een ander lid vindt de aan duiding „eigen" zeer rekbaar en geeft in overweging dit begrip scherper te omlijnen. Onderdeel XV. Art. 22. Wordt, blijkens mededeeling, door Burgemeester en Wethouders overgenomen, wanneer het niet geldt hen, die onder het drieploegen-stelsel werken. Onderdeel XVI. Art. 23. Het amendement-Dijstra wordt overbodig geacht daar dit op andere wijze omschreven wordt. Onderdeel XVII. Art. 25. Verschillende leden verklaren zich voor het 4-ploegen- stelselzij zijn van meening dat nachtarbeid zwaarder is dan arbeid overdag; anderen kunnen er zich niet mede vereenigen, omdat dit een te groote uitgaaf voor de gemeentekas zal ten gevolge hebben. Onderdeel XVIII. Art. 26. Hier wordt, blijkens mededeeling, het woord „zeven" door Burgemeester en Wethouders overgenomeneen ander lid stelt voor, voor tijdelijke werkkrachten, 100 dagen in dienst zijnde, te lezen drie inplaats van twee. Andere leden meenen, dat wanneer het amen dement-Terpstra verworpen wordt, het amendement- Zandstra-Tiemersma moet worden aangenomen. Verschillende leden meenen, dat wanneer men vacantiegeld wil geven, ƒ10.te weinig is en be pleiten ƒ25.Anderen willen niet hooger gaan dan het voorgestelde. Onderdeel XIX. Art. 27. Men kan zich algemeen met het amendement- Torpstra vereenigen, doch meent het onder 2 ge noemde van het amendement-Dijstra niet te moeten aannemen, opdat de kans moet zijn uitgesloten extra verdiensten te verkrijgen. 227

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1919 | | pagina 114