Bijlage no. 15. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. Onderdeel XXIbis. Art. 33. Blijkens mededeeling wordt het amendement-Dijstra door Burgemeester en Wethouders overgenomen. Onderdeel XXIter. Art. 34. Met het amendement-Terpstra kan men zich alge meen vereenigen overleg met de organisaties wordt toegezegd. Onderdeel XXV. Art. 40. Door de meeste leden wordt verdedigd de opneming in een sanatorium of ziekenhuis. Zij meenen, dat de gemeente dat verplicht is tegenover hare werk lieden. Anderen meenen, dat dit te ver zal gaan. Men meent, dat art. 40bis te omslachtig is. Door anderen wordt het verdedigd. Weer anderen geven in overweging een commissie te benoemen zooals bij de Staatsspoor bestaat. Onderdeel XXXII. Art. 47. Een lid meent, dat schorsing met gemis van loon ook het huisgezin van den betrokkene treft en stelt voor in te voegen Schorsing met behoud van loon". Een ander lid meent, dat, moet boete worden opge legd, men in de eerste plaats het vacantiegeld moet inhouden. Onderdeel XXXV. Art. 50A. Wordt, blijkens mededeeling, door Burgemeester en Wethouders overgenomen. Het 6e lid van art. 50A stelt de Oommissie van rapporteurs voor te lezen: ,,De uitspraak van het scheidsgerecht is bindend". Onderdeel XXXVI. Art. 52. Om redactioneele redenen acht men het wensche- lijk om „met inachtneming van een termijn van een week" te laten vervallen, daar dit nog eens herhaald wordt in het laatste gedeelte. Leeuwarden, 28 Maart 1919. De Commissie van Rapporteurs T. TERPSTRA, Rapporteur der le Sectie, Algemeen Rapporteur. S. DIJSTRA, Rapporteur der 2e Sectie. O. F. DE VRIES, Rapporteur der 3e Sectie. 228 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. Bijl. no. 15. WIJZIGING der verordening op de levering en den prijs van het gas (gemeenteblad 1919, no. 5). Aan den Gemeenteraad. De Rijkskolendistributie heeft met den eersten dezer alle circulaires inzake de gasrantsoenneering en die der electriciteit voor particulieren ingetrokken, zoodat voor het komende tijdvak door haar geen algemeene gas- en electriciteit-rantsoenneering meer zal worden vastgesteld. Eén hoeveelheid kolen wordt voor het eerstvolgend halfjaar aan de gasfabriek toegekend, die de gemeente vrij is te verwerken en daarvan het product te distribueeren gelijk zij wenscht. De Directeur der gasfabriek heeft reden aan te nemen, dat die hoeveelheid niet minder zal zijn dan die van het winterhalfjaar en in verband daarmede en met de hoeveelheid aanwezige olie berekent hij, dat het te produceeren gas, in vergelijking met de zomer halfjaren van 1915 en 1916, toen er geen gasrantsoen neering was, tot voldoend kwantum zal kunnen worden afgeleverd. Aangenomen wordt dan, dat de afneming niet sterker zal zijn dan toen, een veronderstelling die, gelet op den hoogeren gasprijs, alleszins reden van bestaan heeft. De Directeur stelt dus voor, en de Commissie gaat hierin mee, de rantsoenneering van het gas voorloopig op te heffen. Dit geldt niet voor de electriciteitsvoorziening, omdat bij het provinciaal productiebedrijf nog niet bekend is over welk kolen- rantsoen in April kan worden beschikt. Een belangrijke vraag, die zich bij de bovenbedoelde opheffing van het gasrantsoen voordoet, is die van den prijs. Met het rantsoen vervalt het oververbruik en daarmede elke reductie op de betaling daarvan. Voor de afgenomen hoeveelheid wordt éénzelfde prijs betaald. Deze moet op de kortgeleden in verband met den kostprijs vastgestelde som van 15 ct. per M3 blijven. Iets anders is of aan het toeslagstelsel moet worden vastgehouden, volgens hetwelk thans al naar gelang van het inkomen terugbetaling op den gasprijs plaats heeft van 7, 5 of 1 ct. zoodat deze bij inkomens van onderscheidenlijk tot f 1000, ƒ1000 1500 en 1500 2500, feitelijk is respectievelijk 8, 10 of 14 ct. Het voorstel van de Raadscommissie strekt nu om één toeslag-categorie te maken, en wel voor de inkomens tot 1500 van 5 ct. zoodat er tweeërlei gasprijs zal zijn, n.l. van 15 en 10 ct. De Commissie licht dit denkbeeld niet nader toe, maar wij maken het tot het onze, omdat het een stap is op den weg tot de afschaffing dier toeslagen, waartoe het toch geleidelijk komen moet. Circa 6000 aange slotenen zijn niet of lager dan 1500 aangeslagen 1600 hooger. Het ligt in de bedoeling om, ten einde te laten uitkomen dat de toeslag los van de oorlogsomstandigheden moet worden gemaakt, dezen te brengen niet langer ten laste van den post „Kosten van maatregelen in verband met den oorlogstoestand", doch van een bijzonderlijk daarvoor te creëeren be- grootings volgnummer. De hieronder aangeboden wijziging der verordening op de levering en den prijs van het gas en de elec triciteit maakt het in artikel 1 dus mogelijk dat Burgemeester en Wethouders niet meer maandelijks de hoeveelheden te gebruiken licht vaststellen terwijl zij dit thans eens per maand doen, zal deze maan- lijksche vaststelling niet geschieden, als het rantsoen is weggelaten. Ook de wijziging van artikel 4 houdt met deze tweeledige regeling verband. Op grond van het voorafgaande hebben wij de eer U in overweging te geven te besluiten volgens het hiernavolgend ontwerp. Leeuwarden, 4 April 1919. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. ONTWERP A de verordening op de levering en den prijs van het gas en de electriciteit (gemeenteblad 1919 no. 5) wordt gewijzigd als volgt I. Artikel 1 wordt gelezen Het verbruik van gas en electriciteit kan worden toegestaan tot een hoeveelheid, voor elke maand telkens door Burgemeester en Wethouders te bepalen, en zoo tijdig mogelijk bekend te maken. De Raad der gemeente Leeuwarden gezien het besluit van Burgemeester en Wethouders besluit te bepalen als volgt 229

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1919 | | pagina 115