27 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. de ambtenaar bij zijne aanstelling niet reeds in het bezit er van is zij houden op, zoodra de betrokken ambtenaar bevorderd wordt tot of overgeplaatst wordt in een rang, die volgens dat artikel op de toelage geen aanspraak geeft. Art. 4. Ten dienste van het gemeentebestuur, zoomede van de bureaux ter secretarie en voor den verderen dienst in het gemeentehuis kunnen worden aangesteld 2 boden ieder op een jaarwedde van 800.— tot f 1000.benevens 50.per jaar toelage voor ambtskleeding 1 concierge op een jaarwedde van 700.tot 900.benevens vrije woning in het gemeente huis, vuur, licht en vrijdom van de rijks personeele belasting. De nadere bepaling van het bedrag der jaarwedde van den concierge geschiedt door Burgemeester en Wethouders, met dien verstande, dat in den regel en in elk geval, voor zoover de ijver en de geschiktheid van den betrokkene niet te wenschen overlaten, telkens na 3 jaren diensttijd binnen de in het vorig lid ge stelde grenzen verhooging van wedde plaats vindt van ten minste 50. De jaarwedde van de op 1 Januari 1909 in functie zijnde boden wordt, in afwijking van het eerste lid, op 600.bepaald, voor zoover zij, naast hunne betrekking, zich tevens met de werkzaamheden van leedaanzegger en begrafenisbode belasten. Art. 9. De jaarlijksche bezoldiging bedraagt: van den marktmeester 700.tot 900. de gaarders. 200. schrijvers 200.— Het juiste bedrag van de bezoldiging van den marktmeester wordt door Burgemeester en Wethou ders bepaald, met dien verstande, dat voor zoover de ijver, toewijding en geschiktheid van den ambtenaar niet te wenschen overlaten, telkens na 3 jaar dienst tijd verhooging van wedde plaats vindt van 50. De loonen van het personeel, bedoeld bij art. 2 lett. d, worden door Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Bij overlijden worden de bezoldigingen en loonen, de laatste voor zoover die niet per dag of per week worden berekend, uitbetaald tot en met de maand, waarin het overlijden heeft plaats gehad. Art. 2, eerste lid. Hij geniet een bezoldiging van 600.per jaar. Art. 15. De directrice moet zijn ongehuwd of weduwe zonder bij haar inwonende kinderen. Zij geniet een jaarwedde van ƒ800.tot/1200. benevens kost en vrije woning in het hoofdgebouw. Art. 4 wordt gelezen Ten dienste van het gemeentebestuur, zoomede van de bureaux ter secretarie en voor den verderen dienst in het gemeentehuis, kunnen worden aangesteld 2 boden en 1 concierge. n. Yan de Verordening, regelende het gebruik van de Veemarkt (gemeentebladen 1913 no. 38, 1916 no. 17, 1917 no. 9 en 1918 no. 29), vervalt art. 9. o. In de Instructie voor den ivaagmeester (ge meentebladen 1909 no. 20 en 1918 no. 24) vervalt het eerste lid van art. 2. p. Art. 15 van de Verordening op het beheer van het Stads Ziekenhuis vervalt, behalve het eerste lid. 290 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. Bijl. IIO. Verder heeft zij aanspraak op vuur, licht, bewassching, geneeskundige hulp en geneesmiddelen, zooals een en ander in de instelling wordt verstrekt. De nadere bepaling van het bedrag der jaarwedde geschiedt door Burgemeester en Wethouders, de Com missie van beheer gehoord. In den regel en in elk geval voor zoover de ijver en de geschiktheid niette wenschen overlaten, vindt telkens na drie jaren dienst tijd binnen de in het tweede lid gestelde grenzen verhooging van wedde plaats van ten hoogste 100. De verhooging van jaarwedde gaat in met den eersten dag van de maand volgende op den volbrachten driejarigen diensttijd, tenzij de diensttijd op den eersten dag der maand volbracht zij, in dat geval gaat zij op dien datum in. Bij ontslag of overlijden wordt de jaarwedde uit betaald tot en met de maand, waarin het ontslag of overlijden plaats vindt. Art. 17 eerste lid. Het verdere voor de verpleging en den huishoude- lijken dienst noodige personeel wordt aangesteld of tijdelijk in dienst genomen door de Commissie op voorwaarden door haar te bepalen, ook wat de bezol diging of het loon betreft. Het eerste lid van art. 17 wordt gelezen Het verdere voor de verpleging en den huishoude- lijken dienst noodige personeel wordt aangesteld of tijdelijk in dienst genomen door de commissie, op voor waarden door haar te bepalen. II. in te trekken a. de Verordening, omtrent de bezoldiging van de gaarders der bruggelden (gemeenteblad 1911 no. 36). b. zijn besluit d.d 9 November 1909, regelende de bezoldiging van de wegers en de werkers aan de Waag (gemeenteblad 1909 no. 28.) III. te bepalen, dat deze verordening geacht wordt den 1 Januari 1919 in werking te zijn getreden. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, ONTWERP UI. BESTAANDE EEDACTIE. Art. 2. Op de mannelijke en de vrouwelijke ambtenaren, De Raad der gemeente Leeuwarden Overwegende, dat het gewenscht is, dat de gemeente de bijdragen, bedoeld in artikel 25 der Weduwenwet voor de gemeenteambtenaren 1913 geheel voor hare rekening neemt Besluit A. de verordening inzake de pensionneering van gemeenteambtenaren, hun weduwen en weezen, bedoeld bij de Pensioonwet voor de gemeenteambtenaren 1913 en de Weduwenwet voor de gemeenteambtenaren 1913 (gemeenteblad 1914 no. 3), te wijzigen als volgt: Eenig artikel. Artikel 2 dezer verordening vervalt. 291

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1919 | | pagina 146