Bijlage no. 34. 319 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. Bijl no. 34. VERORDENING ter uitvoering van de I lager onderwijswet. Aan (L>n Gemeenteraad. Werden vroeger de jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de openbare lagere scholen door den Gemeenteraad geregeld, thans is zulks niet meer het geval, daar de Rijkswetgever deze aangelegenheid aan zich heeft getrokken. Bij de wet van 14 Juli 1919 (Staatsblad no. 493) zijn de wedden, welke tevens gelden voor de bijzondere onderwijzers, vastgesteld. Alleen legt artikel 26 nndecies, derde lid dier wet, thans nog den Gemeente raad de verplichting op, om, onder goedkeuring van (ledputeerde Staten, de wijze van uitbetaling der jaarwedden, alsmede de inhouding van jaarwedde bij verlof tot afwezigheid te regelen, terwijl ingevolge «rtikel 26 quinquies, vijfde lid, de huurwaarde van de vrije woningen voor de schoolhoofden dient te worden vastgesteld. Voor onze gemeente kan deze laatste bepaling alleen betrekking hebben op de woning van het hoofd van gemeenteschool no. 6. De nieuwe wettelijke regeling geeft geen verhooging van jaarwedde voor het bezit van niet-wettelijke akten, zooals de diploma's voor handenarbeid en zang en evenmin voor de aanwijzing van een onderwijzer tot plaatsvervangend hoofd. Evenwel is bij art. 26 duo- decies, eerste lid, der wet aan den Gemeenteraad de bevoegdheid gegeven om in deze gevallen toch eene belooning toe te kennen. Waar tot dusver voor deze bevoegdheden eene jaarlijksche toelage werd uitge keerd, achten wij het billijk deze ook voortaan te blijven geven. Alleen wordt opgemerkt dat deze be dragen geheel ten laste der gemeente komen en dat ook de onderwijzers der bijzondere scholen, die in het bezit van die bevoegdheden zijn, op deze belooningen uit de gemeentekas aanspraak zullen kunnen maken. Uit administratief oogpunt achten wij het gewenscht de bestaande regeling van de belooning van de vak onderwijzers in de handwerken en het teekenen in deze verordening over te nemen. De in het door ons gereed gemaakte ontwerp op genomen bepalingen zijn in hoofdzaak uit de thans bestaande verordening overgenomen en het bedrag van de huurwaarde van de voor het hoofd van gemeente school no. 6 aangewezen vrije woning is gelijk aan dat, hetwelk tot dusver daarvoor werd aangenomen en tevens gelijk aan het bedrag, dat aan de overige hoofden van scholen werd toegekend als vergoeding voor huishuur. Wij hebben de eer U dat ontworp der verordening hierbij ter vaststelling aan te bieden. Leeuwarden, 11/18 September 1919. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J. M. VAN BEYMA, Voorzitter. A. JONKEREN, l.-Secretaris. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden, Gelet op artikel XI, eerste lid, der wet van 14 Juli 1919 (Staatsblad no. 493) alsmede op de artikelen 26 quinquies, vijfde lid 26 undecies, derde lid, en 26 duodecies, eerste lid, der wet tot regeling van het lager onderwijs, gelijk zij zijn vastgesteld bij bovengenoemde wet; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders Besluit vast te stellen de navolgende VERORDENING regelende de wijze van uitbetaling der jaarwedden van de onderwijzers aan de openbare lagere scholen in de gemeente Leeuwarden, tot regeling van de inhouding dier jaarwedden bij verlof tot afwezigheid, ter vaststelling van de huurwaarde voor de vrije woning van het hoofd van gemeente school no. 6 en tot regeling van de beioo- ning van de vakonderwijzers in de hand werken en het teekenen. Art. 1. De uitbetaling van de jaarwedden en belooningen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1919 | | pagina 160