Bijlage no 42.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919.
b. uit artikel 1 het vierde lid vervalt, luidende
„Indien de overledene gehuwd was of één of meer
minderjarige kinderen nalaat wordt aan de weduwe
of aan dat kind of die kinderen een bedrag uitbetaald,
gelijk aan de jaarwedde over een tijdvak van twee
weken"
c. in het eerste lid van artikel 2 na het woord
„ziekte" wordt ingelascht, „waaronder ook zwanger
schap is te verstaan,"
d. uit artikel 5 het onder b bepaalde vervalt, als
gevolg waarvan de dubbele punt achter het woord
„toegekend" en de letter a vervallen, terwijl de
kommapunt achter het woord „vereenigingen" wordt
vervangen door een punt
e. na artikel 7 wordt opgenomen een nieuw artikel
8, luidende
„Voor zoover het onderwijs in de gymnastiek niet
gedurende de schooluren wordt gegeven, of de onder
wijzer niet is in het bezit eener vaste jaarwedde als
gymnastiekonderwijzer dezer gemeente, wordt voor
het geven van dat onderwijs, hetzij krachtens vaste,
hetzij krachtens tijdelijke aanstelling, jaarlijks toege
kend
I. aan de scholen der eerste, der tweede, der derde
en der vierde klasse (behoudens het, wat de scholen
der vierde klasse betreft, onder II bepaalde) voor elk
lesuur per week f 50.
II. aan de scholen der vierde klasse, voor zoover
de onderwijzers zijn aangesteld voor de hoogste drie
leerjaren met opleiding voor het einddiploma, voor
elk lesuur per week f 60.
Boven de in dit artikel bepaalde belooning wordt
voor het bezit van de akte middelbaar onderwijs in
de gymnastiek een jaarlijksche toelage van 100.
toegekend, tenzij dat bezit vereischt is voor het geven
door den betrokken onderwijzer van onderwijs in
dat vak aan een andere onderwijsinrichting dezer
gemeente."
f. de bestaande artikelen 8 en 9 worden genum
merd onderscheidenlijk 9 en 10.
Leeuwarden, 23 October 1919.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
366
WIJZIGING der Verordening, houdende voorschriften
inzake het opnemen van bepalingen omtrent
minimum-loon en maximum-werktijd in be
stekken van gemeentewerken.
Aan den Gemeenteraad.
De wijziging in het werklieden-reglement aango-
bracht bij Uw besluit van 10 Juni 1919, no. 235"/162,
maakt eene herziening van de verordening, houdende
voorschriften inzake het opnemen van bepalingen om
trent minimum-loon en maximum-werktijd in bestekken
van gemeentewerken, gewenscht. O. a. moeten daarin,
teneinde de rechten der werklieden in dienst van
aannemers van gemeentewerken op die punten in
ONTWERP.
overeenstemming te brengen met die van gemeente
werklieden, opgenomen worden de bepalingen omtrent
den 8-urigen arbeidsdag, de 45-urige werkweek, de
bepaling van het minimum-loon bij overschrijding van
don maximum-werktijd en bij het werken op Zondag enz.
Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan
te bieden een ontwerp-wijziging der bedoelde ver
ordening, waarbij met de door ons noodzakelijk ge
achte veranderingen rekening is gehouden.
Leeuwarden, 23 October 1919.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
BESTAANDE REDACTIE.
Artikel 5, eerste lid.
Den aannemer wordt mede de verplichting opge
legd zijne werklieden niet langer te doen werken
dan oen door Burgemeester en Wethouders vast te
stellen aantal uren per etmaal.
Artikel 7, eerste en tweede lid.
Wordt de maximum-werktijd overschreden, dan moet
voor het overwerk aan den werkman boven het krach
tens artikel 2 vastgestelde minimum-loon ten minste
worden betaald
10 pet. voor het eerste uur.
20 tweede
30 derde
60 elk volgend
Wordt op Zondagen gewerkt, dan wordt het krach
tens artikel 2 vastgestelde minimum-loon met 60 pet.
verhoogd.
Artikel 11, eerste lid.
De uitbetaling van het loon, zoowel uurloon als
stukloon, moet geschieden op tijd en plaats, in over
leg met de directie te bepalen, doch in geen geval des
Zaterdagavonds na zes uur of op eene plaats, waar
sterke drank in het klein wordt verkocht.
De Raad der gemeente Leeuwarden
overwegende, dat door de wijziging van het werk
lieden-reglement bij zijn besluit van 10 Juni 1919,
no. 235n/162, herziening van de verordening, houdende
voorschriften inzake het opnemen van bepalingen om
trent minimum-loon en maximum-werktijd in bestekken
van gemeentewerken (gemeenteblad 1903 no. 15),
wen schel ijk is;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besluit
genoemde verordening te wijzigen als volgt
Artikel 5, eerste lid, wordt gelezen
„Den aannemer wordt mede de verplichting opge
legd zijne worklieden als regel niet langer te doen
werken dan 8 uren per dag en 45 uren per week.
Des Zaterdagnamiddags wordt niet gewerkt, behoudens
wanneer het, ter beoordeeling van de Directie, in
buitengewone gevallen dringend noodzakelijk is."
In artikel 7, eerste lid, wordt inplaats van „10 pet."
en van „20 pet.", gelezen „25 pet.", terwijl daarin
vervalt„30 pet. voor het derde uur".
In het tweede lid wordt inplaats van „50 pet." ge
lezen „100 pet."
In artikel 11, eerste lid, wordt inplaats van „des
Zaterdagavonds na zes uur" gelezen „na des Zater
dagmiddags 12 uur".
367