1,818.01 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. Met het einde van 1919 zou dan de nog be staande schuld bedragen 185,462.84-/ 112.645.69 - 72,817.15. Naar 'ól/2 °/0 zal de rente bedragen Over 1920 2,548.60 2,418.776 2,288.95 2,159.126 2,029.30 1,958.87 1,888.44 1,747.58 1,677.15 1921 1922 1923 1924 1925 1926 1927 1928 1929 15,567.41 16,061.38 20,534.80 De gemiddelde rente over de eerstvolgende 10 jaar zal dan zijn f 2,053.48. De gewone uitgaven voor de veemarkt hebben bedragen 1914 16,434.58 191 515,502.086 191 6 191 7 191 823,525.06 Samen 87,090,515 Gemiddeld 17,418.10 Tengevolge van verhooging van de jaarwedde van den marktmeester en de belooningen der gaarders en verdere bedienden, en mede tengevolge van de ver hooging der prijzen van het voor onderhoud benoodigd materiaal en arbeidsloonen is dit bedrag voor 1919 be langrijk hooger. Yoor 1919 is voor deze gewone uitgaven op de begrooting gebracht: jaarwedde van den marktmeester 1,075. de gaarders der markt- gelden en belooningen van verdere Over te brengen f 1.075. ONTWERP. Overgebracht f 1,075.- bedienden4,400.— uitgaven voor materieel voor de inning van marktgelden30ü.— onderhoud van de marktplaats, ge bouwen enzf 15,635.— diverse uitgaven 1,045.— uitgaven voor veterinair toezicht op het aangevoerde vee250.— voor politietoezicht aan de veemarkt, waar geregeld een achttal agenten dienst doet, moet worden gerekend 2,000.— het verifieëren der registers en verdere bescheiden en het toezicht houden door personeel van de secretarie vor dert mede eene uitgaaf die te stellen is op ten minste1,000.— Totaal 25,705.- Een en ander te zamen genomen dient dus door de inkomsten van de veemarkt te worden voorzien in de volgende uitgaven vergoeding voor het terrein 21,089.70 aflossing van schuld2,860.78 gemiddelde rente over de eerstvolgende 10 jaren 2,053.48 gewone jaarlijksche uitgaven 26,705.— Totaal f 51,708.96 In de verordening op de invordering behoeven, behalve een enkele redactiewijziging, geene veranderingen te worden aangebracht. Wij hebben de eer II voor te stellen te besluiten overeenkomstig het hierbij overgelegde ontwerp. Leeuwarden, 6 November 1919. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. A. JONKEREN, L.-Secretaris. De Raad der gemeente Leeuwarden, Overwegende, dat de verordening tot het heffen van markt- en weeggelden voor het gebruik van de veemarkt en van de daarop geplaatste weegtoestellen, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 September 1914, bij Koninklijk besluit van 16 November 1914, no. 28, is goedgekeurd tot 1 Januari 1920; overwegende dat met de heffing dier rechten dient te worden voortgegaan gelet op de artikelen 238, 240 en 254 der Ge meentewet gezien het voorstel van burgemeester en wethouders Besluit vast te stellen de volgende Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. Bijl. no. 45. BESTAANDE REDACTIE. Art. 1. (ongewijzigd) Art. 2. Het marktgeld bedraagt voor eiken dag voor rundvee, met uitzondering van kalverenper stuk 20 cent. voor kalveren10 voor schapen, lammeren, bokken en geiten4 voor varkens, met uitzondering van biggen10 voor biggen4 voor paarden en veulens .,20 Onder biggen worden verstaan varkens die nog niet in beide kaken de snijtanden hebben. Onder paarden worden ezels en muilezels begrepen. Art. 3. Het weeggeld bedraagt, onverschillig voor welk soort vee, per stuk 10 cent. Art. 4. (ongewijzigd). Art. 5. (ongewijzigd.) Art. 6. (ongewijzigd). .4. VERORDENING tot het heffen van markt- en weeggelden voor het gebruik van de veemarkt en van de daarop geplaatste weeg toestellen. Art. 1. Ten behoeve der gemeento Leeuwarden wordt een recht geheven voor het gebruik van de veemarkt en voor het op die markt doen wegen van vee. Art. 2. Het marktgeld bedraagt voor eiken dag voor rundvee, met uitzondering van kalverenper stuk 25 cent. voor kalveren, met uitzondering van nuchtere kalveren16 voor nuchtere kalveren 10 voor schapen en lammeren „10 voor bokken en geiten 5 voor varkens, met uitzondering van biggen15 voor biggen5 voor paarden25 voor veulens en ezels 15 Onder biggen worden verstaan varkens die nog niet in beide kaken de snijtanden hebben. Onder paarden worden muilezels begrepen. Art. 3. Het weeggeld bedraagt voor paarden en runderen, met uit zondering van kalveren per stuk 20 cent. voor alle andere soorten vee 15 Art. 4. Geen vee wordt ter markt toegelaten of gewogen dan na betaling van het verschuldigd recht. Art. 5. Het ter markt brengen van vee, zonder voorafgaande betaling van het verschuldigd marktgeld, wordt als ontduiking van belasting beschouwd, onverminderd de invordering van het recht volgens de artt. 258 tot en met 260 der Gemeentewet. Art. 6. Het constateeren van overtredingen van art. 5 wordt behalve aan de ambtenaren der plaatselijke belastingen en aan die genoemd in art. 8 van het Wetboek van Strafvordering, in het bijzonder opgedragen aan den marktmeester en aan de gaarders der markt- en weeggelden. Art. 7. Deze verordening treedt in werking den 1 Januari 1920. 376 377

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1919 | | pagina 189