h. alle uitgaven ten behoeve van de verbetering
en uitbreiding van het bedrijf, voorzoover niet vallende
onder c en d
b. 5 °/0 van de aanschafwaarde van machinerieën
en toestellen (wagens, voertuigen, verbrandingsoven,
privaattonnen en meubilair)
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919.
g. de vorderingen van het bedrgf op derden welke
oninbaar zijn
i. de aan de gemeente toekomende rente naar 5 °/0
per jaar van de schuld van het bedrijf aan de gemeente
k. eene storting in het afschrijvings- en ver
nieuwingsfonds, berekend volgens de bepalingon van
artikel 27.
Art. 19.
De begrooting van het bedrijf wordt door den Raad
vóór de begrooting der plaatselijke inkomsten en
uitgaven vastgesteld.
Art. 20.
Burgemeester en Wethouders kunnen op de posten
der begrooting af- en overschrijven, voor zoover de
Raad zich niet hot verleenen van machtiging daartoe
bij de begrooting heeft voorbehouden.
Art. 21.
Buiten de begrooting om kan geene uitgaaf ge
schieden dan met afzonderlijke voorafgaande machti
ging van den Raad.
In buitengewone gevallen echter van dringenden
spoed kunnen Burgemeester en Wethouders tot het
doen van zoodanige uitgaaf besluiten, mits hun daar
toe te nemen, met redenen te omkleeden besluit
terstond aan den Raad inzendende.
De uitgaaf, door den Raad goedgekeurd, wordt aan
de begrooting toegevoegd.
Bij weigering van den Raad zijn de leden van het
college van Burgemeester en Wethouders, die tot
het besluit hebben medegewerkt, persoonlijk voor de
uitgaaf aansprakelijk.
VAN DE REKENING EN VERANTWOORDING.
Art. 22.
De Directeur biedt jaarlijks vóór 1 April aan de
Commissie voor de bedrijven aan, die vervolgens aan
Burgemeester en Wethouders vóór den 16 April in
tweevoud inzenden
a. eene balans van de bezittingen en schulden van
het bedrijf op 31 December van het afgeloopen jaar
b. eene winst- en verliesrekening over het afgp-
loopen jaar, waarvan de indeeling overeenstemt met
de door den Raad goedgekeurde bedrijfsbegrooting
c. tot toelichting van de balans een kapitaalstaat,
aangevende de vermeerderingen en de verminderingen,
welke do verschillende deelen van het stam'vermogen
door uitbreiding en verbetering eenerzijds en door
afschrijving op de waarde en vervreemding van be
zittingen anderzijds hebben ondergaan (inventaris van
het onroerend goed) en een specificatie van de finan-
cieelé verhouding van het bedrijf tot de gemeente
d. een volledigen inventaris der aanwezige goederen,
alsmede een lijst van debiteuren en crediteuren op
31 December van het afgeloopen jaar.
412
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. jbijl. no. 53.
Burgemeester en Wethouders onderzoeken de balans,
winst- en verliesrekening en de daarbij overgelegde
bescheiden zoo spoedig mogelijk en dienen deze, al
dan niet gewijzigd en met vermelding van hetgeen
zij te hunner verantwoording dienstig achten, vóór
16 Mei bij den Raad in.
Art. 23.
De stukken worden gedurende ten minste veertien
dagen op de secretarie der gemeente voor een ieder
ter lezing nedergelegd, en hetzij in druk, hetzij in
afschrift, tegen betaling der kosten algemeen ver
krijgbaar gesteld.
Van de nederlegging en verkrijgbaarstellinggeschiedt
openbare kennisgeving.
Art. 24.
De Raad stelt de balans en de winst- en verlies
rekening vóór 16 Juni vast.
Burgemeester en Wethouders zijn bij de beraad
slaging daarover tegenwoordig, doch onthouden zich
van medestemmen.
Art. 25.
Het besluit van den Raad tot vaststelling van
balans en winst- en verliesrekening strekt aan Burge
meester en Wethouders en aan den Directeur tot
ontlasting, behoudens later in rechten gebleken valsch-
heid in bewijsstukken.
Art. 26.
De Directeur wordt wegens uitgaven door hem
bevolen, behalve voor zoover blijkt, dat zij met
voorkennis van Burgemeester en Wethouders zijn
geschied, persoonlijk aansprakelijk jegens de gemeente,
indien de uitgaven door den Raad niet onder de
uitgaven van het bedrijf worden opgenomen.
Burgemeester en Wethouders worden wegens met
hunne voorkennis geschiede uitgaven, tenzij blijke,
dat zij niet hebben medegewerkt, persoonlijk aan
sprakelijk jegens de gemeente, indien die uitgaven
door den Raad niet onder de uitgaven van het bedrijf
worden opgenomen.
De Raad benoemt, zoo noodig, iemand uit zijn
midden met de rechtsvordering tot schadevergoeding
belast.
VAN HET AFSCHRIJVINGS- EN
VERNIEUWINGSFONDS.
Art. 27.
Er wordt een afschrijvings- en vernieuwingsfonds
gevormd.
De jaarlijksche storting daarin, bedoeld in artikel
18 II, sub kbedraagt
a. 3 °/0 van de aanschafwaarde der onroerende
goederen, met uitzondering van den grond
413