Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919.
c. 10 °/o van d0 aanschafwaarde van paarden,
tuigen en gereedschappen, met dien verstande, dat
voor de gebouwen en roerende goederen, die bij het
in werking treden van deze verordening reeds aan
wezig zijn, als grondslag voor de berekening der
afschrijving de door Burgemeester en Wethouders
geschatte kostprijs wordt aangenomen.
De afschrijvingsprocenten worden om de vijf jaren
herzien.
Art. 28.
Voor zoover de stand van het fonds dat toelaat
worden hieruit betaald
a. de uitgaven voor vernieuwing en verbetering
van het bedrijf, voor zoover de waarde van het ver
kregen goed de boekwaarde van het daardoor vervangen
bezit te boven gaat
b. de uitgaven voor uitbreiding van het bedrijf.
Uitgaven beneden een bedrag van 100.worden
niet als uitgaven voor vernieuwing of verbetering
beschouwd.
Uitgaven voor uitbreiding van het bedrijf zijn alleen
die uitgaven, waardoor de capaciteit van de inrichting
wordt verhoogd.
Art. 29.
De beschikbaar gebleven gelden van het afschrij-
vings- en vernieuwingsfonds worden belegd door
uitleening aan de gemeente zelve, of gebruikt voor
aflossing van door de gemeente ten behoeve van het
bedrijf gesloten geldleeningen.
De gekweekte rente komt niet aan het fonds doch
aan het bedrijf ten goede.
Art. 30.
Deze verordening treedt in werking den 1 Januari
1920.
Voor het jaar 1920 worden Burgemeester en Wet
houders gemachtigd tot vaststelling van de begrooting
voor dat dienstjaar, doch uitsluitend met inachtneming I
van de voor het bedrijf op de gemeentebegrooting
uitgetrokken cijfers.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
414
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. 7W. ü3.
ONTWERP II.
De Raad der gemeente Leeuwarden
gelet op de artikelen 64 en 65 der gemeentewet en
op het voorstel van Burgemeester en Wethouders
Besluit
vast te stellen de volgende
VERORDENING regelende de samenstelling en den
werkkring van de Commissie van
bijstand voor de gemeentebedrijven
te Leeuwarden.
Art. 1.
Er bestaat eene vaste Commissie uit den Gemeen
teraad, ten einde Burgemeester en Wethouders bij te
staan in het beheer der gemeentebedrijven.
Zij voert den naam van Commissie voor de bedrijven.
Art. 2.
De Commissie bestaat, buiten den door en uit het
college van Burgemeester en Wethouders te benoe
men voorzitter, uit vier leden.
Zij worden jaarlijks gekozen in de eerste raads
vergadering van de maand September. In tusschen-
tijds ontstane vacatures wordt zoo spoedig mogelijk
voorzien.
Bij ongesteldheid of afwezigheid van den voor
zitter wordt hij door een door Burgemeester en Wet
houders aan te wijzen lid van hun college vervangen.
Art. 3.
De Commissie vergadert zoo dikwijls als de voor
zitter dit noodig oordeelt of drie leden den wensch
daartoe te kennen hebben gegeven, maar ten minste
eenmaal in de maand. De oproeping moet door den
voorzitter ten minste tweemaal 24 uur van tevoren
geschieden.
Art. 4.
De Commissie neemt geene besluiten, indien, be
halve de voorzitter, minder dan twee leden tegen
woordig zijn.
Zij besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen.
Bij staking van stemmen over zaken beslist de
voorzitter.
Bij staking van stemmen over personen beslist
het lot.
Art. 5.
Zij benoemt uit haar midden een secretaris, die de
notulen der vergaderingen houdt en de uitgaande stuk
ken met don voorzitter teekent. Bij ongesteldheid of
afwezigheid wordt hij door een der andere leden, door
de Commissie aan te wijzen, vervangen.
Zij kan hem in zijne werkzaamheden doen bijstaan.
415