Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. Bijl. no. 6.
Werkliedenreglement.
Art. 52.
1. Opzegging, van welke zijde ook, geschiedt bij
vaste werklieden schriftelijk met inachtneming van
een termijn van vier weken, bij tijdelijke werklieden
mondeling of schriftelijk met inachtneming van een
termijn van één week.
Art. 64.
1. Bij dienstopzegging van de zijde der gemeente
zal aan den betrokkene zoo hij vast werkman is, na
verloop van den opzeggingstermijn nog gedurende
zooveel weken het één vierde gedeelte van zijn week
loon worden uitbetaald als hij volle jaren in vasten
dienst bij de gemeente werkzaam is geweest, tenzij
hij binnen dien tijd een andere gelijk of ongeveer
gelijk beloonde vaste betrekking heeft aanvaard.
2. Indien over den tijd, waarover de uitkeering,
in het eerste lid bedoeld, loopt, aan den werkman
pensioen wordt toegekend, wordt over den tijd, dat
pensioen en uitkeering gelijktijdig zouden worden ge
noten, het pensioen met het bedrag der uitkeering
verminderd.
Art. 55.
3. In dit reglement worden geene wijzigingen
aangebracht dan nadat vooraf de Kamer van Arbeid
te Leeuwarden daarover is gehoord.
Art. 50 Q.
Indien een werkman, wiens zaak door het scheids
gerecht wordt behandeld, wegens hetzelfde feit straf
rechterlijk wordt vervolgd, schorst het scheidsgerecht
de behandeling, totdat de uitspraak van den strafrech
ter in kracht van gewijsde zal zijn gegaan.
XXXVI.
Het le lid van artikel 52 wordt gelezen:
Opzegging geschiedt van de zijde der gemeente
schriftelijk met inachtneming van een termijn van 2
weken, van de zijde der vaste werklieden schriftelijk
met inachtneming van een termijn van een week en
van de zijde der tijdelijke werklieden mondeling of
schriftelijk met inachtneming van een termijn van een week,
XXXVII.
In het le lid van artikel 54 wordt „een vierde"
vervangen door „drie vierde".
Het 2e lid van artikel 54 wordt gelezen
Indien over den tijd, waarover de uitkeering, in
het eerste lid bedoeld loopt, aan den werkman pen
sioen of, krachtens artikel 50 K, le lid, schadever
goeding wordt toegekend of hem bezoldigde arbeid
wordt opgedragen, worden pensioen, schadevergoeding
en loon van het bedrag der uitkeering afgetrokken,
XXXVIII.
Het derde lid van artikel 55 wordt gelezen
Wijzigingen in dit reglement, behalve van de arti
kelen 50 A tot 50 J, en in do bijzondere voorschriften
en de dienstroosters worden niet aangebracht dan nadat
de organisaties der werklieden daarover zijn gehoord.
XXXIX.
De verordening voor het scheidsgerecht wordt
ingetrokken.
XL.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, bij de
opneming in het gemeenteblad van het werklieden-
reglement in zijn doorloopenden tekst, de artikelen
nieuw te nummeren met wijziging, waar noodig, van
de verwijzingen.
B. te bepalen
I. dat deze wijziging in werking treedt op een nader
door Burgemeester en Wethouders te bepalen tijdstip.
II. dat voor werklieden, die alsdan in het genot zijn
van ziekengeld volgens de bestaande bepalingen, van
dat tijdstip af het ziekengeld wordt berekend volgens dit
besluit onder A XXV, zonder dat evenwel bijbetaling
over het reeds verstreken tijdvak zal plaats hebben.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
Litt. C.
MEMORIE VAN TOELICHTING.
I. Zie de wijziging van artikel 55 onder XXXVIII.
II. De bedoeling is het getal werklieden, dat onder
de werking van het reglement valt, uit te breiden.
In plaats dus van een lijst, bevattende hen op wie het
wel, zal door den Raad een lijst worden vastgesteld
van hen op wie het niet van toepassing is.
In verband met de schrapping van de 4 woorden
in artikel 3, 3 (zie III) bepalen Burgemeester en
Wethouders in hoeverre zij, die voor een bepaald
tijdelijk werk, dat in eigen beheer wordt uitgevoerd,
(voorbeeldgemeentelijke woningbouw) zijn aange
nomen, werklieden zijn in den zin van het reglement.
Als regel zullen ze dat niet steeds zijn.
IV. Van werkliedenzijde is de wensch uitgesproken
dat op het Amsterdamsche voorbeeld hier zou worden
ingesteld het zoogenaamde „georganiseerde overleg",
een gelegenheid tot geregelde bespreking openende
met de hoofden der takken van dienst over de toe
passing van het reglement, de bijzondere voorschriften
en de dienstroosters. Het wil Burgemeester en Wet
houders voorkomen dat ook, al hebben zij zich nog
nader rekenschap te geven van de uitwerking van
het beginsel, de invoering hiervan zal medewerken
tot verbetering van verhoudingen, al hebbe men ervan
in een kleiner korps werklieden, met dientengevolge
grootere onderlinge bekendheid tusschen chefs en
ondergeschikten, geen te groote verwachtingen. Bur
gemeester en Wethouders behoeven niet te ver
zekeren dat zij er het hunne toe zullen bijdragen om
het stelsel hier zoo goed mogelijk te doen werken.
De persoonlijke mededeelingen van de werklieden
aan de diensthoofden moesten, evenals nu, in het artikel
blijven geregeld.
V en VI. Artikelen 6 en 7 nieuw bevatten een
juistere regeling dan de bestaande artikelen.
VII. Deze wijziging hangt samen met het nieuwe
wettelijke voorschrift dat ook tijdelijke gemeente
ambtenaren van een schriftelijke aanstelling moeten
worden voorzien.
VIII. De bedoeling is, nog duidelijker dan in het
6o lid van het artikel reeds is opgesloten, te doen
uitkomen dat aanstelling ook van oudere werklieden
niet uitgesloten behoeft te zijn.
Vaste benoeming van hen, die reeds tijdelijk in
dienst waren, behoort niet af te stuiten op genees
kundige niet-goedkeuring, als het onderzoek toevallig,
vóór zij tijdelijk in dienst kwamen, niet mocht zijn
geschied.
IX. De werkman behoort in zijn dienstboekje ook
te vinden het juiste werk, waarvoor hij bij zijn dienst
tak is aangesteld. Zie onder XI de wijziging van
artikel 17.
De wijziging onder 5° houdt verband met de vroe
ger bij de pensioenverordening reeds geschiede
schrapping van artikel 10.
X. De termijn is verkort in verband met het voor
gestelde onder XXXVI, waar de opzeggingstermijnen
in het belang van den werkman mede zijn verkort.
XI. Is eenerzijds de verplichting van den werkman
door opneming der woorden „overeenkomstig zijn
dienstboekje" ingekrompen, anderszijds is het noodig
geoordeeld daartegenover eenige verruiming der
plichten voor te schrijven.
XII. De laatste 14 woorden zijn als geheel over
bodig geschrapt.
XIII. Eischt zeker geen nadere verklaring.
XIV. De verplichting betreffende het werk, vreemd
aan den dienst, is uitgebreid en duidelijk omschreven.
XV. Bij den Raad zijn twee voorstellen ingekomen,
een van de heeren Schaafsma en Tiemersma tot het
invoeren voor de gemeentewerklieden van den acht-
urigen werkdag en de vijf en veertig-urige werkweek
en een van den heer Beekhuis, waarbij Burgemeester
en Wethouders worden uitgenoodigd een onderzoek
te willen instellen naar de mogelijkheid van invoering
van den acht-urigen werkdag met vrijen Zaterdag
middag voor alle of althans voor verschillende rubrieken
van werklieden in dienst der gemeente. Burgemeester
en Wethouders hebben, gelet op wat ook elders in
het land geschiedt, het wenschelijk geoordeeld in het
ontwerp wijziging van het Werkliedenreglement eene
bepaling op te nemen, die den acht-urigen werkdag
en den vrijen Zaterdagmiddag mogelijk maakt, al zal
dit, waar de werktijd per etmaal bij het reglement
thans nog elf bedraagt, de gemeente op belangrijke
kosten komen te staan. Het spreekt van zelf dat als
gevolg van deze verandering een geheele wijziging
van den ploegendienst bij den continu-arbeid van de
gasfabriek zal moeten worden tot stand gebracht.
Artikel 25 heeft daarom na raadpleging van den
directeur dier fabriek eene geheele omwerking onder
gaan.
XVI. De wijziging in artikel 23 is een gevolg
van het nieuwe stelsel, neergelegd in artikel 2, met
betrekking tot de daar bedoelde lijst.
XVII. Het is mogelijk een ploegendienst in te
voeren, waarbij met de 45-urige werkweek rekening
is gehouden.
Men zie terzake uitgebrachte rapporten van den
Directeur der gasfabriek.
De wijziging in het 3e lid kan bij invoering van
den vrijen Zaterdagmiddag worden aangebracht. Die
van het 4e lid is een gevolg van de overweging, dat
in het onderwerpelijke geval tot een zekere hoogte
van overwerk sprake is.
XVIII en XIX. Eene geheel nieuwe regeling is
ontworpen ten aanzien van het verlof. Een onder
scheid is gemaakt tusschen verlof en vacantie de
vaste werkman heeft recht op zeven dagen vacantie,
die achter elkaar moeten worden genomen en waar
van niet een gedeelte op rekening van een volgend
jaar mag worden gesteld en op vier dagen verlof.
150
151