r 1 Bijlage no. 7. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. JBljl. 110. 7. AMBULANTISME van Schoolhoofden. Lift. A. Voorstel van Burgemeester en Wethouders Aan den Gemeenteraad. Den 27 November 1917 kwam in een voorstel van Uw medeleden, de heeren L. Zandstra, H. Tiemersma en M. Schaafsma, om het zoogenaamde ambulantisme aan de inrichtingen van lager onderwijs af te schaffen en werd dit voorstel om prae-advies in onze handen gesteld. Bij schrijven van 13 December 1917 no. 3883/1421 Litt B. Schrijven van de Commissie van toezicht op het lager onderwijs. B no. 568. Leeuwarden, den 18 Juni 1918. Ingevolge Uw schrijven van 14 December 1917, no. 3883/1421 is door onze Commissie het ambulan tisme opnieuw in ernstige overweging genomen. Omstandigheden van verschillenden aard en oorsprong zijn oorzaak geweest dat wij eerst thans in staat zijn de uitkomsten dier overwegingen samen te vatten in het onderstaande advies. In de gemeente Leeuwarden is de bestaande toe stand aldus De hoofden van alle gemeentescholen zijn niet gebonden aan een bepaalde klasse, maar krachtens de verordening zijn zij verplicht geregeld onderwijs te geven aan een of meer klassen en wel niet minder dan zes en niet meer dan twaalf uren per week. Meermalen hebben de omstandigheden tengevolge van afwezigheid van een of meer leerkrachten der school wegens ziekte, familieomstandigheden of anderszins, waarbij voor de laatste jaren gedacht moet worden am het incompleet zijn der leerkrachten wegens de mobilisatie, het noodig gemaakt het maximum aantal lesuren door het hoofd te geven, belangrijk te over schrijden. Zoo is het aan enkele scholen voorgekomen, dat het hoofd der school gedurende maanden achter een aan één zelfde klasse gebonden was, m. a. w. dat het „ambulantisme" tijdelijk buiten werking was gesteld. De hoofden der bijzondere scholen zijn deels am- Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. werd door ons de voorlichting te dezer zake verzocht van de Commissie van toezicht op het lager onderwijs en van den schoolopziener in het district Leeuwarden. Onder dagteekening van 21 Junil918en21 Decem ber 1917 mochten wij de gevraagde adviezen ontvangen, die hierna onder Litt. B en C zijn afgedrukt. Met de beschouwingen en conclusies, waartoe zij komen, kunnen wij ons geheel vereenigen, zoodat wij onder aanbieding der stukken de eer hebben U voor te stellen het voorstel der heeren Zandstra c.s. te verwerpen. Leeuwarden, 10 Januari 1919. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. bulant, deels aan een klasse gebonden. De ambulante hoofden hebben de verplichting per week een aantal lesuren te geven in verschillende klassen. Wij hebben dus de gelegenheid in deze gemeente de toestanden aan scholen met een ambulant hoofd te vergelijken met die, waar het hoofd tijdens de schooluren aan eene klasse gebonden is. Bovendien kennen enkele leden onzer Commissie, die vroeger werkzaam geweest zijn bij het lager onderwijs, de werking van het ambulantisme uit eigen ervaring. Teneinde het gevaar te ontloopen een zoo belangrijke vraag of afschaffing van het ambulantisme gewenscht is onder eenzijdige belichting te beantwoorden, hebben wij het oordeel ingewonnen van de hoofden der scholen alhier, van de afdeeling Leeuwarden van het Neder- landsch Onderwijzers Genootschap en van de afdeeling Leeuwarden en omstreken van den Bond van Neder- landsche onderwijzers. Zij allen hebben in meer of minder uitvoerige rapporten hunne meeningen uit gesproken en toegelicht. Zoo toegerust heeft het onderwerp een punt van bespreking uitgemaakt in onze vrijwel voltallige vergadering, met het resultaat, dat met op één na algemeene stemmen besloten werd te adviseeren niet tot afschaffing van het ambulan tisme over te gaan. Het lid onzer Commissie, dat zich met deze zienswijze niet kon vereenigen, vroeg en kreeg verlof zijne afwijkende meening in eene af zonderlijke nota toegevoegd aan dit schrijven nader uiteen te zetten. Uit de mondelinge en schriftelijke toelichtingen van voorstanders en tegenstanders van het behoud van het ambulantisme bleek dat zij allen het belang van het lager onderwijs wenschten te behartigen. De onderlinge verschillen openbaren zich echter, zoodra in behandeling komt, de wijze waarop dit belang het best gediend wordt. Zoo zijn allen overtuigd dat er toezicht moet worden uitgeoefend op de werking en samenwerking der verschillende onderdeelen, die samen het organisme, hier de school vormen. Zoodra de vraag evenwel ge steld wordthoe moet dit toezicht worden uitgeoefend en door wie, dan wijken de meeningen geheel uiteen. 155

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1919 | | pagina 78