Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. hen, die eigenaars zijn van graven op de begraaf plaats aan de Spanjaardslaan, waarin bij het ingebruik nemen der Noorderbegraafplaats nog grafruimte is, voor het in eigendom verkrijgen van een graf ver schuldigd het bedrag, in artikel 1 vastgesteld, ver minderd met het geheele of halve bedrag, dat in artikel 1 van de Verordening op de heffing en de invordering van begrafenisrechten in de gemeente Leeuwarden voor het in eigendom verkrijgen van een graf is bepaald al naar mate het graf op de begraafplaats aan de Spanjaardslaan nog geheel leeg of half gevuld is, indien zij bij de akte, waarbij het graf in eigendom verkregen wordt, verklaren, niet meer in hun graf, respectievelijk graven, op de begraafplaats aan de Spanjaardslaan te zullen begraven en van alle rechten daarop 10 jaren na de sluiting dier begraafplaats af stand te doen ten behoeve der gemeente. Art. 16. De rechten, bedoeld in de artikelen 4 en 5, worden tot de helft verminderd, indien, bij het opgraven van een lijk op de algemeene begraafplaats aan de Span jaardslaan en het overbrengen daarvan naar de Noorder begraafplaats tegelijkertijd de op het graf geplaatste gedenkteekenen, kruizen, andere verhevenheden of zerken met de bedoeling om die op de Noorder begraafplaats te herplaatsen in de jaren 1919 en 1920 derwaarts worden overgebracht. Art. 17. Deze verordening treedt in werking tegelijk met die op de inrichting en het gebruik van de Noorder begraafplaats. B. VERORDENING op de invordering van de Begrafenisrechten van de Noor derbegraafplaats in de gemeente Leeuwarden. Art. 1. Alle gelden, ten behoeve van de gemeente Leeu warden geheven wordende voor het gebruik van de Noorderbegraafplaats en de door of vanwege het Ge meentebestuur te verstrekken diensten bij begrafe nissen, worden ingevorderd door den Directeur der algemeene begraafplaatsen. Art. 2. De koopsom voor het uitsluitend recht, hetzij voor onbepaalden tijd, hetzij voor tien jaren verleend, om in een bepaald graf lijken te doen begraven, zoomede die voor gronden, welke op de begraafplaats tot het oprichten van afzonderlijke grafkelders worden afge staan, moet door den verkrijger terstond bij zijn aan vraag, op voorloopige kwitantie van den Directeur, te diens kantore worden voldaan welke kwitantie later tegen een gekwiteerde akte van overdracht of 190 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. Bijl. no. 9. akte van ingebruikgeving voor bepaalden tijd, wordt ingetrokken. Art. 3. De kosten van inschrijving en overboeking van een graf op een anderen eigenaar moeten, dadelijk bij de aanvraag daartoe, door den verzoeker aan den Direc teur worden voldaan. Art. 4. De rechten voor de vergunning tot het oprichten van een gedenkteeken, kruis of andere verhevenheid en het leggen van zerken moeten door hem, aan wien de vergunning is verleend, ten kantore en op kwitantie van den Directeur worden betaald, vóór dat met de oprichting of het plaatsen een aanvang mag worden gemaakt. Art. 5. De rechten voor het gebruik van graven tot ééne begraving, die voor het gebruik van het lijkenhuis, zoomede alle verdere rechten voor te verstrekken diensten, moeten bij de aanvraag daartoe door den verzoeker worden voldaan. Art. 6. In geval van geschil over het bedrag der te be talen rechten, zijn de aanvragers verplicht voorloopig het door den Directeur gevorderd bedrag te voldoen, behoudens beroep binnen vijf dagen op Burgemeester en Wethouders die, het beroep gegrond vindende, den Directeur gelasten, het te veel betaalde terug te geven. Art. 7. De rechten die, om welke reden ook, niet aan den Directeur betaald zijn, worden door den gemeente ontvanger, overeenkomstig de voorschriften van artt. 258 tot 262 der Gemeentewet, ingevorderd van hen, die tot de betaling daarvan verplicht zijn. Art. 8. De Directeur stort maandelijks de bij hem ontvangen rechten bij den gemeente-ontvanger en doet jaarlijks rekening en verantwoording van zijn beheer aan Burgemeester en Wethouders. Art. 9. Deze verordening treedt in werking tegelijk met die op de inrichting en het gebruik van de Noorder begraafplaats. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, 191

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1919 | | pagina 96