Bijlage no. 35.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920.
Het entreegeld, volgens alinea 1 van art. 1 van
het heffingsbesluit en het in art. 2a bedoeld recht
voor het gebruik van de telefoon kan echter ook
worden ingevorderd door een door den beursmeester
daartoe onder zijne verantwoordelijkheid aangesteld
persoon.
Artikel 3.
Met uitzondering van de in het tweede lid van
het vorige artikel bedoelde rechten, wordt overigens
van elke betaling door den beursmeester quitantie
afgegeven.
Deze quitantiën moeten door een lid der beurs-
commissie voor „gezien" worden geteekend.
De quitantiën wegens abonnementsgelden, volgens
alinea 3 en 4 van artikel 1 van het heffingsbesluit,
worden op papier van verschillende kleur gedrukt.
In die, wegens betaling volgens alinea 4, wordt
melding gemaakt van den patroon, de firma of de
naamlooze vennootschap van wien, of waarvan de
geabonneerde bediende deelgenoot of medebestuurder is.
De quitantiën worden overigens ingericht volgens
het voorschrift van burgemeester en wethouders.
De geabonneerden volgens art. 1 van het heffings
besluit zijn verplicht, hunne quitantie steeds aan
een lid der beurscommissie, aan den beursmeester en
aan den in de 2e alinea van het vorig artikel bedoelden
persoon op eerste aanvraag te vertoonen.
„De beursmeester en de hem daartoe door Burge
meester en Wethouders terzijde gestelde, doch hem
verantwoordelijk blijvende, personen zijn namens den
gemeente-ontvanger met de inning der rechten belast".
III.
In art. 3 wordt gelezen in plaats van
„de in het tweede lid van het vorig artikel „bedoelde
rechten", „evenbedoeld entreegeld".
C. te bepalen dat deze verordeningen in werking
treden op den eersten dag der maand, volgende op
den dag harer plaatsing in het Gemeenteblad.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd
ONTWERP II.
Artikel 1.
De inning de waagrechten geschiedt namens den
gemeente-ontvanger door den waagmeester.
Het entreegeld volgens artikel 2 van de heffings
verordening kan echter namens den gemeente-ontvanger
ook worden geïnd door een of meer door den waag
meester daartoe onder zijne verantwoordelijkheid aan
gestelde personen.
De geïnde rechten worden door den waagmeester
vóór den tienden dag van iedere maand in de ge
meentekas gestort. In de maand Januari echter worden
door hem eiken Zaterdagmorgen ten kantore van den
gemeente-ontvanger afgedragen de op den vorigen
dag geïnde abonnementsgelden.
De Raad der gemeente Leeuwarden
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders
Gelet op de artt. 238 en 240 der gemeentewet
Besluit
A. de verordening op de invordering der waag
rechten (gemeenteblad no. 51 van 1919) te wijzigen
als volgt
I.
lid
In art. 1 vervallen het eerste en het tweede
en wordt vervangen door een nieuw lid
De waagmeester en de hem daartoe door Burge
meester en Wethouders ter zijde gestelde, doch hem
verantwoordelijk blijvende, personen zijn namens den
gemeenteontvanger met de inning der waagrechten
belast.
B. te bepalen dat deze verordening in werking
treedt den eersten dag der maand, volgende op den
dag harer plaatsing in het Gemeenteblad.
Leeuwarden,
19
De Raad voornoemd,
244
Bijlage tot het verslag dor handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijlno. 35.
VOORSCHOT voor grondaankoop door de woning-
bouwver8eniging „Beter wonen".
Aan den Gemeenteraad.
De woningbouwvereniging „Beter wonen" alhier,
bij Koninklijk besluit van 20 April 1920, no. 18,
toegelaten als vereeniging uitsluitend in het belang
van verbetering der volkshuisvesting werkzaam,
richtte zich bij schrijven van 17 Februari 1920, nader
toegelicht bij brieven van 15 Maart en 3 Mei j.l., tot
ons college met de mededeeling, dat zij in de gele
genheid is een plek grond voor huizenbouw aan te
koopen, gelegen tusschen de Jacob Binckesstraat, het
Cambuursterpad en de bebouwing aan den weg naar
Cam buur, kadastraal bekend in sectie G nos. 10252
en 5145, ter gezamenlijke grootte van 23814 M2.,
tegen den prijs van f 54000.— met inbegrip van
de kosten. Waar de vereeniging geen fondsen bezit,
waaruit de koopsom met kosten kan worden bestre
den, verzoekt zij haar door het verleenen van een
voorschot uit de gemeentekas de mogelijkheid tot
bedoelden aankoop te openen.
De aanleg van straten en riolen wordt begroot op
34765. zoodat de totale kostprijs van het bouw
terrein bedraagt 88765.Van het terrein zal
ongeveer 4090 M2. noodig zijn voor stratenaanleg;
de oppervlakte voor huizenbouw zal dus bedragen
19724 M2., wat overeenkomt met een prijs van
4.50 per M2., een bedrag dat in verband met de
ligging van het terrein niet te hoog is te noemen.
De vereeniging is voornemens op het bedoelde
terrein zoo spoedig mogelijk een 120-tal arbeiders
woningen te stichten. Een gedeelte ter grootte van
ongeveer 2000 M2., grenzende aan de sloot ten oosten
en gedeeltelijk ten zuiden van het terrein zal voor-
loopig onbebouwd blijven, in afwachting van de
demping dier sloot, waartoe te zijner tijd, na ver
kregen vergunning van de naastlegers, door de veree
niging zal worden overgegaan.
Aan de vereeniging is medegedeeld en hiermede
heeft zij reeds genoegen genomen dat zij er op
zal moeten rekenen, - dat het gedeelte sloot ter lengte
van 80 Meter en ter oppervlakte van 80 M2.,
gelegen tusschen het bouwterrein en het Cambuur
sterpad, door haar van de gemeente moet worden
aangekocht tegen denzolfden koopprijs per M2. als
de aangrenzende gemeentelijke bouwterreinen en
voorts, dat door haar aan de gemeente moet worden
betaald een gedeelte der kosten van de reeds aange
legde rioleering en bestrating in het Cambuursterpad
ter lengte van 100 Meter, berekend naar f 38.
per Meter.
Het feit dat de woningnood in deze gemeente nog
steeds buitengewoon groot is, behoeven wij niet
opnieuw onder Uwe aandacht te brengen; dit is ook
bij den Raad genoegzaam bekend. Wij juichen het
daarom ten zeerste toe, dat wederom een poging ge
daan wordt, nu door de nieuw opgerichte woning
bouw vereeniging „Beter wonen", om verbetering in
dien toestand te brengen.
Met de Gezondheidscommissie, wier advies hierbij
wordt overgelegd, zijn wij dan ook van oordeel dat
het verzoek behoort te worden ingewilligd. Evenals
bij Uw besluit van 11 Mei 1920 ten aanzien van het
verstrekken van een gemeentelijk voorschot aan de
Vereeniging voor volkshuisvesting voor aankoop van
grond tusschen den Harlingerstraatweg en den Stien-
serweg is geschied, is het gewenscht een termijn te
bepalen, waarbinnen de voorgenomen bouw moet zijn
voltooid. In navolging van genoemd raadsbesluit kan
die termijn, met bet oog op den nijpenden woning
nood, ook hier gesteld worden op twee jaar nadat
het voorschot aan de vereeniging is uitgekeerd.
Aan het verleenen van het voorschot, te verstrekken
overeenkomstig de Woningwet, kunnen overigens de
voorwaarden worden verbonden, genoemd in art. 16
van het Koninklijk besluit van 28 Juli 1902, Staats
blad no. 160, laatstelijk gewijzigd bij dat van
14 Januari 1920, Staatsblad no. 18.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten
I. ten behoeve van den aan de woningbouw-
vereeniging „Beter wonen" te verstrekken geldelijken
steun van gemeentewege aan te vragen uit 's Rijks
kas een voorschot van ten hoogste f 54000.
II. onder voorbehoud dat het onder I genoemde
bedrag aan de gemeente wordt verstrekt, aan de
woningbouwvereeniging „Beter wonen" te verleenen
een voorschot van ten hoogste f 54000.
en daartoe vast te stellen het hierachter afgedrukte
ontwerp.
Leeuwarden, den 8 Juli 1920.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
Gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders, naar aanleiding van een aan dat college ge
daan verzoek van de woningbouwvereeniging „Beter
wonen" te Leeuwarden, als vereeniging, uitsluitend
in het belang van verbetering der volkshuisvesting
werkzaam, toegelaten bij Koninklijk besluit van 20
April 1920, no. 18, om een voorschot uit de gemeentekas
te ontvangen van ten hoogste 54000.ten einde
daarmede te bestrijden de kosten van aankoop van
de perceelen, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,
sectie G nos. 10252 en 5145, ter gezamenlijke grootte
van 23814 M2.
Overwegende, dat blijkens nader gegeven toelich
tingen de vereeniging bovenbedoeld voornemens is
245