Bijlage no. 57.
we£;.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920.
a. het ontvangen der overtollige kasgelden
b. het ontvangen van gelden, door derden voor
rekening der bedrijven gestort
c. het verstrekken van kasgeld
d. het doen van betalingen aan derden voor reke
ning der bedrijven.
Art. 3.
Burgemeester en Wethouders dragen zorg, dat het
saldo der bij een bankier gestorte gelden de waarde
van de zekerheidsstelling niet overtreft.
Art. 4.
De verificateur der gemeentefinanciën is bevoegd,
voor het doen van betalingen een bepaalden bankier
aan te wijzen. De bankiers doen geen betaling aan
of voor eenig bedrijf dan na schriftelijke opdracht van
den betrokken boekhouder of administrateur of namens
hem door zijn plaatsvervanger. Deze opdracht moet
gefiatteerd zijn door den verificateur.
Art. 5.
Bij storting van gelden door of voor rekening van
een bedrijf moet het door den bankier af te geven
bewijs van storting uiterlijk op den werkdag, volgende
op dien, waarop het is afgegeven, aan den verificateur
voornoemd worden getoond, die, ten bewijze dat dit
heeft plaats gehad, het voor gezien teekent. In ver
band met het bepaalde bij het tweede lid van art. 6
is de verificateur bevoegd om storting bij een bepaalden
bankier voor te schrijven.
Art. 6.
De verificateur houdt zoodanig aanteekening van
de aan de bankiers afgedragen gelden en aan hen
verstrekte opdrachten tot betaling, dat te allen tijde
blijkt hoe groot het saldo van elk bedrijf is.
Hij zorgt dat de a deposito te geven gelden zooveel
mogelijk over de in art. 2 bedoelde bankiers worden
verdeeld, rekening houdende met de door elk hunner
gestelde zekerheid.
Zoodra het saldo bij een bankier meer bedraagt dan
de waarde der door dien bankier gestelde zekerheid,
geeft hij daarvan onverwijld kennis aan Burgemeester
en Wethouders.
Art. 7.
Het saldo der rente en provisie ter zake van de
uitzetting en opneming van gelden bij de bankiers
komt ten voordeele of ten laste van de bedrijven, in
verhouding tot de voor ieder bedrijf plaats gehad
hebbende stortingen of betalingen.
Art. 8.
De gemeente-ontvanger is verplicht dagelijks aan
den verificateur opgaaf te verstrekken van het bij hem
aanwezige kasgeld. In verband daarmede brengt de
verificateur zoo noodig advies uit aan Burgemeester
en Wethouders omtrent opdracht aan den gemeente
ontvanger voor belegging van kasgeld.
Art. 9.
Deze verordening treedt in werking den 1 Januari
1921.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
334
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl. no. 57.
GEMEENTELIJKE STEUN voor den bouw
van middenstandswoningen door de
Coöperatieve Vereeniging „Woningbouw"
(bijlagen nos. 9, 17 en 31 van 1920).
Aan den Gemeenteraad.
Gelijk U bekend is, is tusschen het Rijk en de gemeente
volledige overeenstemming verkregen aangaande het
verleenen van een subsidie van ten hoogste ƒ265.729.
overeenkomstig het Koninklijk besluit van 6 November
1919, no. 51 aan de Coöperatieve Yereeniging „Wo
ningbouw" alhier, met betrekking tot de stichting
door die vereeniging van een 70-tal middenstands
woningen op een daartoe in erfpacht uitgegeven ge
meenteterrein aan den Harlingerstraatweg. Gedeputeerde
Staten van Friesland maakten bij de goedkeuring van
het betrekkelijk raadsbesluit de opmerking, dat zij
de verleende bijdrage van 265.729.of gemiddeld
van 3796.— per woning wel het maximum achtten,
wat voor den bouw van middenstandswoningen toe
laatbaar is en dat door hare vergadering tot een
hoogere bijdrage bij eventueele overschrijding der
raming niet zal kunnen worden medegewerkt; zullende
in dat geval door bezuiniging op den woningbouw
moeten worden getracht de bijdrage op genoemd
maximum te handhaven.
Aan de uitvoering van het bouwplan op den boven-
aangegeven grondslag staat derhalve niets meer in den
Bij schrijven van 1 October j.l. aan ons college
deelt het bestuur der vereeniging echter mede, dat
de aanvrage om subsidie gebaseerd was op de prijzen
der bouwmaterialen op het tijdstip der aanvrage in
1919. Waar die prijzen sindsdien aanmerkelijk zijn
gestegen en blijkens schrijven van Gedeputeerde Staten
op verhooging van het subsidie niet gerekend mag
worden, zal het bestuur, om tot uitvoering der plannen
te kunnen overgaan, op de bouwkosten moeten trachten
te bezuinigen. Als een van de middelen daartoe
meent het bestuur, bij handhaving van het totaal
aantal van 70 woningen, het aantal grootere te moeten
verkleinen, ten behoeve van het aantal kleinere. In
verband daarmede vraagt het bestuur te willen goed
keuren, dat overeenkomstig de overgelegde teekening,
eenige wijziging wordt gebracht in de erfpachts-uit-
gifte.
Onzerzijds is daarna aan het bestuur der vereeniging
te kennen gegeven, dat tengevolge van de wijziging
in de bouwplannen, deze woningbouw opnieuw aan
de orde zal moeten worden gesteld.
Door het bestuur is thans bij schrijven van 4 No
vember j.l. een gewijzigd bouwplan met teekeningen
en exploitatierekening ingezonden, waarbij aan het
oorspronkelijk aantal van 70 woningen is vastgehouden,
doch waarbij 6 woningen van het type A minder en
onderscheidenlijk 2 en 4 woningen van het type B
en E meer zullen worden gebouwd. De stichtings-
kosten, bij den eersten opzet geraamd op ƒ601.210.
(zie bijlage no. 9 van 1920), zijn thans begroot op
704.829.Het bedrag van het ledenkapitaal is
44.100.zoodat na aftrek van het subsidie ad
265.729,onder hj^pothecair verband zal moeten
worden opgenomen 395.000.Oorspronkelijk is
gerekend op een hypothecaire leening van ƒ301.481.
Het is te begrijpen, dat door deze verhoogde bouw
kosten, zoomede door den verhoogden rentevoet van
opgenomen gelden, de exploitatie-rekening een geheel
ander beeld geeft dan die van het oorspronkelijk plan.
Voor een gemakkelijk overzicht drukken wij beide
exploitatierekeningen hieronder af.
EXPLOITATIEREKENING.
Oorspronkelijk plan (bijlage no. 9).
UITGAVEN.
Erfpacht 59/4 °/0 van 150,360.
Rente van 34,000.ledenkapitaal a
4 o J
Annuïteit (50 jaar 53/4 °/0 van 301,481.
aflossing)
Onderhoud
Grondbelasting
Brandverzekering
Administratie e. d
8,645.70
1.360.—
18,465.76
5,003.54
2,500.—
600.—
700.—
37,275.—
ONTVANGSTEN.
Huur 23 woningen type A a 675.15,525.
33 B 500.16,500.
E 375.5,250.
33
14
70
n
ii
n
ii
f 37,275.—
Later vastgesteld op 6 0/o-
Gewijzigd plan.
UITGAVEN.
Erfpacht 6 °/0 van 132,000.
Rente v. 44,100.ledenkapitaal a 6Y2 °/0
Annuïteit (75 jaar 6l/2
395,000.— (6.558
Onderhoud
Grondbelasting
Brandverzekering
Administratie
>/0 rente van
ONTVANGSTEN.
7,920.—
2,866.50
25,904.10
5,000.—
2,000.—
700.-
983.40
45,374.-
Huur 17 woningen type A a ƒ830.14,110.
35
18
70
11
11
11
B
E
632.-
508.
22,120.
9,144.
45,374.
Zooals uit het bovenstaand overzicht blijkt, zullen,
om de hoogere exploitatiekosten te dekken, de huren
aanmerkelijk hooger gesteld moeten worden dan oor
spronkelijk de bedoeling was en rijst de vraag of
hier ten aanzien van het type A nog wel van een „midden
standswoning" gesproken kan worden. Toch meenen
wij dat aan het bouwplan, nu het eenmaal in zulk
een vergevorderden staat van voorbereiding is en zoovele
ingezetenen der gemeente hun hoop op dezen woning
bouw hebben gevestigd als een middel om een be
hoorlijk onderdak te bekomen, de verdere medewerking
der overheid moet worden verleend, te meer, nu het
aantal kleinere woningen, waaraan nog steeds de
meeste behoefte bestaat, wordt vergroot, ten koste
van het aantal grootere woningen, die minder
gegadigd zijn.
335