Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. ring te kennen gegeven, dat er zoo weinig verband bestond tusschen het personeel, de directie en het college van Burgemeester en Wethouders zoodat het hem bekend was, dat de gemeente voor den concierge van het gymnasium een duur huis moest koopen, ondanks een goedkoop pand van een vertrekkende concierge aan een der opzichters daarvoor was aan geboden m6t medeweten van den rector. Dit zelfde lid vermeent, dat door gemeentewerken sedert ge- ruimen tijd D/2 millioen steenen zijn gekocht zonder bestemming, en nog niet zijn ontvangen. De voorzitter zegt van een en ander onderzoek toe. Nog wordt in de eerste en tweede sectie geklaagd over onvoldoend toezicht van de betrokken personen op de gemeentewerf, ten aanzien van daar opgeslagen steenen, die bij honderdtallen met de baggermachine uit de Ee moesten worden opgevischt, terwijl het toezicht op de bestratingen, wat plaatselijke gaten, kuilen enz. betreft, beneden alle critiek wordt geacht. Wat dit laatste betreft, wordt door den voorzitter medegedeeld, dat het bij het college van Burgemeester en Wethouders bekend is, dat de bestrating op het oogenblik in de gemeente eenige jaren stiefmoederlijk is behandeld en grondige herziening vereischt, en dat de verdere opmerkingen zullen worden overgebracht, daar in ieder geval plaatselijke onheilen te dien op zichte te allen tijde ten spoedigste dienen te worden hersteld. Een lid der tweede sectie meende, dat bij verstratingen als anderszins, zoo weinig op het belang van nering houdende particulieren werd gelet en verzocht dit bezwaar ter kennis van directeuren te brengen, hetgeen door den voorzitter werd toegezegd. Een lid der eerste sectie kan zich niet vereenigen met de wijze waarop door Burgemeester en Wethouders zijn behandeld de onderhandelingen over de overdracht der stoepen aan den Wirdumerdijk en vindt dat dit wel op andere, meer vriendschappelijke wijze, waar uitstalrechten werden ontnomen, had kunnen ge schieden, zij het ook dat deze uitstalrechten slechts vermeende rechten waren. Hij betreurt het ten zeerste dat Burgemeester en Wethouders, tot dusver niet medewerkende betrokkenen willen treffen, door hen als leverancier der gemeente of anderszins te weren of te schaden. In de eerste sectie wordt een pleidooi gehouden voor verbetering der toegangs- en verbindingswegen tot en op Kleijenburg en Schilkampen, te meer waar de gemeente voor Schilkampen dit met laatstelijk gekocht land, in handen heeft. Dit zelfde lid wenschte de bestrating van het Noordvliet onder de aandacht van het college van Burgemeester en Wethouders te brengen en hoorde tot zijn genoegen dat deze be strating voorkwam op de abusievelijk tot heden niet bij de stukken gevoegde specifieke lijst. Een algemeen ingrijpen in den desolaten toestand van slooten, riolen en kolken, in particulier bezit, achtte hij zeer wensche- lijk. Door een lid der derde sectie wordt het onder houd van den Stienserweg ter sprake gebracht, van welk een en ander de voorzitter de toezegging deed, dit onder de aandacht van den directeur van gemeente werken te brengen. Op een vraag van een lid der eerste sectie omtrent de wachthuisjes bij bruggen kon worden mede gedeeld, dat het de bedoeling van het college van Burgemeester en Wethouders was, hiermede regel matig door te gaan. Door leden van alle secties wordt het college van Burgemeester en Wethouders in overweging gegeven, met de wijze van de bestrating van den Wirdumerdijk op de hoofdverkeerswegen door te gaan. Bij art. 10 der uitgaven wordt door een lid der eerste sectie betwijfeld, of de post van 6500.voor de daar bedoelde walvernieuwing voldoende is, terwijl een voorstel van hem, om de onder art. 12 vermelde uitgaven voor plantsoenen Arendstuin en omgeving, als nutteloos te schrappen, met gropte meerderheid verworpen wordt. Ook in de tweede sectie meenden enkele leden dezen post te overdreven. Op een vraag van een lid der eerste sectie omtrent de noodzakelijkheid van het verfwerk der meubelen enz. onder verschillende posten wordt door den voorzitter medegedeeld, dat alleen het allernoodzake lijkste werd opgenomen. Een en ander gaf een lid der eerste sectie aanleiding te vragen, op welke wijze werd beslist, wat voor de scholen aan onderhoud noodig was. Op een vraag ten aanzien van II, art. 2, door leden der eerste en tweede sectie, waarom deze post thans weder voor memorie is uitgetrokken, kon de voor zitter de geruststellende mededeeling doen, dat het het plan was dit jaar dit werk uit te voeren, maar dat om administratieve redenen al deze posten voor memorie zijn uitgetrokken, omdat voor eventueele credieten eerst weder de raad moet wot den gehoord. Bij de uitgaven van onderhoud werd door leden der tweede en derde sectie meerder gebruik van stofzuigmachines in overweging gegeven. Door den voorzitter werd nader onderzoek, in verband met de kasten, toegezegd. Een lid der tweede sectie drukt zijne verwondering uit bij volgnummer 12 (1), alle voorstellen tot aanleg van speelplaatsen te missen. Bij art 40 (1) wordt algemeen de spoedige ont ruiming van het gebouw Groningerstraatweg voor dakloozen bepleit en wordt namens Burgemeester en Wethouders alle medewerking, zoo mogelijk, toege zegd. GEMEENTEREINIGING. Ook hier wordt de algemeene opmerking gemaakt, dat de inventarislijst niet bij de ter visie liggende stukken is overgelegd. In de eerste sectie wordt betwijfeld of de sleep boot en pramen wel rendabel bezit voor de gemeente zijn. De betrokken wethouder meent hieromtrent vóór 1922 geen beslissing te kunnen geven, alhoewel hij voor zich meent van wel en opmerkt, dat het perso neel van de sleepboot in het bedrijf ook anders werk zaam is. Op de vraag van een lid der eerste sectie over het ontslag van personeel worden door den voorzitter toelichtingen gegeven, terwijl tevens wordt medege deeld dat de wederindienstneming daarvan voor zeer tijdelijk is en van ondergeschikten aard. Een der leden der tweede sectie betwijfelt of bij het onderhoud der tuigen wel voldoende zuinigheid wordt betracht o.a door het eene tuig met het andere te repareeren. De voorzitter zegt toe, den betrokken directeur hierop nogmaals attent te maken. ALGEMEENE BEGROOTING. In de verschillende secties werd in overweging ge geven niet alleen het gasbedrijf, maar ook de nieuw ingestelde bedrijven te belasten met een bijdrage in de kosten van het algemeen bestuur der gemeente. In de derde sectie werd door een der leden weder naar voren gebracht de afschaffing van de markt op Goeden Vrijdag en verplaatsing naar een anderen dag der week. Door dit zelfde lid werd betreurd dat door het col lege van Burgemeester en Wethouders gebroken was met het oude regime om bij trouwpartijen in de stad huiszaal een bus te plaatsen voor vrijwillige gaven ten behoeve van de armen, waar de inhoud werd uit gekeerd aan den armenraad, door welke instelling dit mede ten zeerste werd betreurd. Dit lid zou gaarne de reden van deze verwijdering zien opgenomen in het antwoord van het college op het rapport der sec tievergadering. 370 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl. no. 69. Een ander lid der derde sectie meent het college van Burgemeester en Wethouders te mogen beschul digen van niet uitvoering van een door den Raad genomen besluit, namelijk het besluit ter zake de coëducatie en zou daaromtrent gaarne opheldering zien. Ditzelfde lid betreurt de late toezending van voor de behandeling in den Raad bestemde stukken, waar over reeds meermalen werd geklaagd, en zou liever zien dat bij het opmaken der agenda met den datum van verzending der stukken meer rekening wordt gehouden. Ditzelfde lid zou gaarne van het college van Bur gemeester en Wethouders vernemen, hoe ver het staat met het instituut „Gemeentelijke Statistiek" reeds een vorig jaar ter sprake gebracht, waarvan hij meende bij het college van Burgemeester en Wethouders mede werking te mogen verwachten, in het belang van alle ingezetenen, die vaak in het jaarverslag der gemeente naar belangrijke statistische gegevens als b.v aanvoer van vee ter veemarkt, prijzen daarvan, prijzen van gewone gebruiksartikelen, tevergeefs zoeken. De voor zitter der vergadering kan hem mededeelen, dat dit punt de volle belangstelling van het college heeft, en de uitvoering wacht op den uitslag van eene poging van de vereeniging van Nederlandsche ge meenten, om te dien aanzien een voor alle gemeenten bereikbaar systeem te vinden. In de derde sectie werd de vraag gesteld, wanneer een woningstatistiek der gemeente kon worden tege moet gezien, waarop door den voorzitter de mededee ling werd gedaan, dat een verordening op de woning- beurs dezer dagen in den Raad ter behandeling zou komen, en dat getracht zou worden daaraan langza merhand een voldoende woningstatistiek te verbinden. In de tweede en derde sectie wordt door meerdere leden een pleidooi gehouden voor het kosteloos verstrekken van leermiddelen aan alle leerlingen van alle inrichtingen van onderwijs. Alhoewel hier misschien niet ter plaatse meent men tegelijk met vorenbedoelde kwestie der leermiddelen zijne ver wondering uit te spreken, dat in de begrooting de verstrekking van natuurkundige instrumenten is ver vallen. Dit zelfde lid zou gaarne voor het Middelbaar en Hooger Onderwijs de progressie in de schoolgeld- heffing zien ingevoerd. Op een vraag uit de eerste sectie wordt door den Voorzitter medegedeeld, dat aansluiting der gemeente bij den giro-dienst wordt voorbereid. In de eerste sectie wordt de vraag gesteld waarom een collecte voor Hongaarsche kinderen werd gewei gerd, terwijl later die voor Weensche kinderen werd toegestaan Was hierbij een partij kwestie aan de orde? Door den voorzitter der eerste sectie werd toege zegd te zijner tijd aan den Raad over te leggen, een staat van kosten van kleeding enz. voor de politie, volgens de nieuwe verordening, vergeleken bij het vroegere systeem. Door leden van alle secties werd mededeeling ver zocht van het aantal onderwijzers, in dienst der ge meente, waarvoor geen Rijksvergoeding kon worden verkregen, terwijl in de derde sectie opheldering werd gevraagd, waarom een drietal tijdelijke onderwijzers zonder vaste aanstelling worden gehandhaafd, alsof zij vast-tijdelijk mochten worden genoemd. Op een verzoek van een der leden van de eerste sectie aan Burgemeester en Wethouders, den Raad een voorstel te doen tot betere regeling van het instituut „Georganiseerd Overleg", wordt door den voorzitter van die sectie medegedeeld, dat daarom trent binnenkort een voorstel aan den Raad te wachten is. Een lid der eerste sectie zou gaarne van het col lege van Burgemeester en Wethouders toezegging zien, dat de zoogenaamde buurtfeesten, vooral op den Zondag, niet ontaarden in kermissen, althans niet met hunne medewerking, waar hij vermeent dat toestem ming voor het houden daarvan van dat college moet worden verkregen. In de eerste sectie wordt in overweging gegeven eene reorganisatie van het politiecorps door afschaf fing van de uniformen, zij het ook dat het dragen van een insigne gewenscht blijft. Door aanschaffing van meerdere rijwielen meent dit lid ook inkrimping van het aantal politieagenten te kunnen bereiken. Hij meent dit denkbeeld te moeten aangeven op grond van ondervinding, nu de geuniformde dienst thans zoo op tijd werkt, dat men op de Nieuweburen de aardappelen opzet niet naar de klok, maar naar het oogenblik dat de politiedienaar passeert. Dit denk beeld wordt door den voorzitter niet in stemming gebracht. Een ander lid der eerste sectie bespreekt het sneeuwbal gooien door kinderen en halfvolwas- senen, die den twijfelachtigen durf hebben alleen vrouwen en meisjes tot hun slachtofiers te maken, en vraagt aan het college van Burgemeester en Wethou ders het verzoek over te brengen, of ten dezen door de politie niet meer daadwerkelijk kan worden op getreden, evenals het hem gewenscht lijkt de glij- bat en van de jeugd in de kom van de stad meer te voorkomen. De voorzitter zegt overbrenging van dit verzoek toe. Op een vraag van een lid der eerste sectie over de ievering van verschillende goederen, nu normale tijden aanbreken, zegt de voorzitter, dat het college publieke aanbesteding prefereert en de medewerking daartoe te zullen verleenen. Door een lid der eerste sectie wordt gevraagd, waar het prae-advies van Burgemeester en Wethouders blijft op verschillende in den loop van het jaar, ja bij de vorige begrooting ingediende voorstellen, speciaal die betrekkelijk onderwijs. Dit zelfde lid zou gaarne zien, dat Burgemeester en Wethouders stappen doen om gedaan te krijgen, dat aangevraagde telefoonaansluitingen met meerderen spoed worden verleend, daar de regeering zich niet meer kan beroepen op overmacht, wat betreft het verkrijgen van materiaal. Door een lid der tweede sectie werd de opmerking gemaakt, dat z. i., waar de Nederlanders steeds klaar staan met „kritiek", het hem van het hart moet, dat een woord van lof toekomt aan het tegenwoordig college van Burgemeester en Wethouders voor de voortvarendheid, waarmede het z. i. getracht heeft en nog tracht in de gemeentelijke administratie zoo noodig verbeteringen aan te brengen, door de in stelling van diverse bedrijven met alle gevolgen van dien, het verstrekken van statistische gegevens op finantieel gebied enz. enz. waartegenover hij echter zich genoodzaakt ziet op de handelingen van het college, ten aanzien van het onderwijs, eenige kritiek uit te oefenen. Waar hij toch van het college ver wacht mocht hebben, ingevolge een compromis met de vrijzinnigen, dat ter zake het onderwijs een richt snoer voor te nemen maatregelen zou zijn gevonden uit het resultaat van eene vergadering van school- autoriteiten en alle onderwijzers in Leeuwarden werkzaam, wat betreft de inrichting der klasse, het aantal leerlingen en de te volgen methode van onder wijzen, moet hij tot zijn spijt daaromtrent verklaren tot dusver niets te hebben vernomen. Een ander lid der tweede sectie betreurt het met een lid der derde sectie, dat tot dusver het college van Burgemeester en Wethouders nog in gebreke is gebleven prae-advies uit te brengen over bij de vorige begrooting ingediende voorstellen tot afdoende voor ziening in gebrek aan schoolruimte; tot wijziging der verouderde schoolverordeningentot verlaging van het maximum aantal leerlingen per klasse aan armen- 371

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1920 | | pagina 188