b. Muntgasverbruikers
d. Kermistenten 1.000 16
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van
BATEN.
Ontvangen
BEDRAG
in 1918.
I. (Art. 19 la der Verordening).
Ontvangsten wegens te leveren gas, bijproducten en te bewijzen
diensten zoo aan de gemeente en hare instellingen als aan par
ticulieren.
a. Ontvangsten wegens gas aan particulieren
b.
II II
kermistenten
e.
f-
n tt
voor straatverlichting
voor te leveren cokes
h. Ontvangsten voor teer
muntgasverbruikers
gemeente gebouwen
abonnement8-lantaarns f
f
f
246368 69
413793
10050 74
298 86
i
Nihil
16052
76
229566 41
Transporteeren
94
24501
939627
58
20B
TOELICHTING
De schatting van het te verwachten gasverbruik in 1920 stuit op eigenaardige bezwarenimmers
is tengevolge der rantsoeneering het gasverbruik over de jaren 1917—1919 niet als maatstaf aan te
nemen. De verhoogde gasprijs zal een verbruik als in 1916 en daarvoor normaal was, nog wel
eenigen tijd doen uitblijven. De verplichte winkelsluiting doet haren invloed op het gasverbruik
gelden, ovenals de zomertijd. Daartegenover staat dat het aantal aansluitingen van 7280 op 31
December 1916 steeg tot 8309 op 1 Juli 1919. Uit de toename van het muntgasverbruik bij een
gelijkblijvend aantal muntmeters, kan worden geconcludeerd, dat voor koken het gas meer toepassing
vindt dan voorheen. Aangenomen mag worden, dat de verbruikers, die tot koken op gas overgingen,
daarvoor blijvend zijn gewonnen. Van het licht zal een gedeelte van het debiet moeten worden af
gestaan aan de electriciteit. De totale hoeveelheid te produceeren gas wordt getaxeerd in 1920 te
zullen bedragen 6,000.000 M3., verdeeld als volgt
Particulieren 3,694.000 M8.
Muntgas
Gemeente gebouwen
Kermistenten
Staatverlichting
Eigen verbruik
Verlies
1,700.000
50.000
1.000
250.000
125.000
180 000
Totaal 6,000.001) M3.
De ontvangsten voor deze hoeveelheden worden geraamd als volgt:
a. Particulieren 3,694.000 M3. a 16 cent.
1,700.000
16
c. Gemeente gebouwen 50.000 „16
e. Nihil.
f. Straatverlichting 250.000 16
g. Onder I sub a der lasten is aangenomen, dat voor de geraamde productie van 4,000.000 M3.
steenkolengas benoodigd zullen zijn 13,330.000 K.G. kolen. Vermoedelijk zal hiervan 9,331.000 K.G.
cokes en gruis worden verkregen, waarvan in verband met de productie van gecarbureerd watergas
a 2,000.000 M3. voor eigen verbruik 53.5055 °/o °f 4,992.600 K.G. benoodigd zal zijn, zoodat ten
verkoop beschikbaar blijft 4,338.400 K.G. cokes en gruis, bestaande uit
84 grove en geklopte cokes 3,644.256 K.G. 91.107 H L. a f 1.90 173,103.30
9 parelcokes 390.456 9.761 a 1.90 18,545.90
7 bries 303.688 - 7.592 a 0.60 4,555.20
Er wordt voorts gerekend, dat vanwege de fabriek aan gemeentegebouwen 7500
H.L. cokes zal worden bezorgd a 20 ct. per H.L. 1,500.
Totaal 197,704.40
h. Over 1917 en 1918 bedroeg de gemiddelde koolteeropbrengst 4.23 K.G. per 100 K.G. ver
werkte kolen. Deze cijfers aannemende voor 1920 zal de opbrengst voor dit jaar zijn 563.859 K.G.
koolteer a 3.00 per 100 K.G. 16,915.77
De gemiddelde opbrengst van watergasteer per 100 K.G. verwerkte gasolie bedroeg
over 1916, 1916 en 1917 10.76 K.G. Deze cijfers aannemende voor 1920, zal de op
brengst van dit jaar zijn 32.280 K.G. watergasteer a f 7.per 100 K.G. 2,259.60
19,176.37
95