800
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920.
LASTEN.
I. (Art. 18 Ila der verordening.)
Het nadeelig saldo over het vorig jaar
Totaal Hoofdstuk I
II. (Art. 18 lib der verordening.)
Teruggaaf aan de gemeente van uitkeeringen in vorige jaren als
bedoeld in sub I met bijvoeging van rente naar 4 's jaars
Totaal Hoofdstuk II
III. (Art. 18 IIc der verordening).
Aankoop van grondstoffen.
Electriciteit
Totaal Hoofdstuk III
IV. (Art. 18 lid der verordening
Bezoldigingen en loonen.
o. Jaarwedden
b. Arbeidsloonen, zieken- en verlofgelden
Transporteeren
120
Uitgegeven
BEDRAG
in 1918.
GERAAMD BEDRAG
voor
1919.
1920.
Nihil
Nihil
Nihil
Nihil
13B774
78
13B774
7680
78
795
6800
14480
13B
93
Nihil
Nihil
Nihil
Nihil
139948
69
139948
7236 52
69
6518
60
13755
12
Nihil
Nihil
Nihil
Nihil
212445
59
212445
59
14176 39
8500
22677
66
05
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl. no. 3.
TOELICHTING.
Over 1919 is winst geraamd, terwijl het reservefonds op 31 December 1918 was op
gevoerd tot
hetwelk door storting van het winstaandeel 1918 nog zal vermeerderen met
zoodat voor dit hoofdstuk niets is uitgetrokken.
II De vroeger geleden verliezen zijn alle aangezuiverd.
Totaal
26,711.85
4,318.75
31,030.60
III
IV
Voor de aflevering van 1,858,333 K.W.U. zal vermoedelijk van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf
in Friesland te Leeuwarden moeten worden aangekocht:
950 K.W. waarvan 50 K.W. a f 85.f
50
50
a
a
a
2,137,083 K.W.U.
100,000 K.W.U. a
110,00 a
100,000 a
1,837,083 a
65.-
45.—
35. -
0020
0.018
0.016
0.015
4,250.-
3,250.—
2,250.—
28,000.-
2,000.—
1,800.—
1,600.—
27,556.24
Ingevolge Raadsbesluit N°. 299R/169 d.d. 22 Juli 1919 is de toeslag op grond van de
kolenclausule voor 1919 verhoogd en gebracht op 0.015 tot 0.010 per K.W.U. voor
elke 10 ct. dat de gemiddelde kolenprijs hooger is dan f 10.80 per 1000 K.G. franco
station Leeuwarden, op 0 020 tot 0.0125 per K.W.U., dat deze hooger is dan
10.80 per 1000 K.G. franco loswal Provinciale Centrale te Leeuwarden, een en ander
bij een gemiddelde stookwaarde van 7200 cal. per K.G., met dien verstande evenwel,
dat deze bepaling geen toepassing vindt in die gevallen, waarin het Gem. Elec. Bedrijf
geen verhaal van verhoogde kosten mogelijk is.
In verband hiermede en de voor 1919 aangenomen cijfers voor 1920 aanhoudende,
zal voor toeslag moeten worden betaald van
1,183,866 K.W.U. a 0.05967 70,641.28
953,217 0.0745875 71,098.07
Totaal
a. Jaarwedden van
Directeur
Boekhouder
Opzichter
le Klerk-kassier
2e magazijnmeester
2e Klerk
2e Klerk (tijdelijk)
2 tijd. 3e klerken
Chef-monteur
le monteur
Voor periodieke verhoogingen
Totaal
Bovenstaande jaarwedden werden geregeld bij Raadsbesluit No. 188R/111, d.d
37,760.-
32,956.24
141,739.35
212,445.59
1,571.40
930.—
2,300
1,700.—
1,500.—
1,000.—
1,000.—
1,100.
1,650.
1,350.
174.99
14,176 39
30 April 1919.
b. Over 1918 werd aan arbeidsloonen enz. uitbetaald aan
vast personeel (overuren enz. inbegrepen)
tijdelijk personeel
2,270.07
4,530.06'
6,800.13 6
waaronder begrepen was voor verlofgelden 175.03B, ziekengeld ƒ143.40, overuren en extra 464.73,
en aan duurtebijslagen 1,473.65B.
Bij de raming van dezen post zijn de loonen van vaste en losse werklieden berekend naar de
thans geldende regelen, vastgesteld bij Raadsbesluit No. 188R/111, d.d. 30 April 1919 voor:
Loonen en vacantiegelden 8,440.-
Periodieke verhoogingen
60.66
8,500.66
121