168
169
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920.
nadat de betrokken bakker vooraf in de gelegenheid
is gesteld door hen te worden gehoord.
De gegeven last wordt door Burgemeester en
Wethouders ingetrokken, wanneer de omstandigheden,
die tot het uitvaardigen van dien last aanleiding
gaven, naar hun oordeel opgehouden hebben te bestaan.
Art. 11.
Het is aan ieder, die van het bereiden of verkoopen
van brood zijn beroep maakt, verboden brood te
verkoopen, indien in de gebouwen, waarin hij of
eenig in zijn bedrijf arbeidend persoon zijn beroep
uitoefent of woont, zich voordoen een of meer van
de besmettelijke ziekten, bedoeld in het eerste of
tweede lid van art. 1 der wet van 4 December 1872
(Staatsblad no. 134), zooals dit artikel bij latere
wetten is gewijzigd.
Dit verbod blijft van kracht totdat uit een door
een geneeskundige afgegeven schriftelijke verklaring
aan Burgemeester en Wethouders is gebleken, dat
het gevaar van besmetting door de in dit artikel
bedoelde personen is geweken.
Art. 12.
Onder verkoopen wordt in deze verordening mede
verstaan
het aanwezig hebben in een gebouw, waarin het
bedrijf van bakker of broodverkooper wordt uitgeoefend,
het aanwezig hebben in een broodkar, in of op
een ander vervoermiddel en in een broodmand,
het ten verkoop voorhanden hebben,
het te koop aanbieden,
het afleveren,
het vervoeren,
het in de gemeente invoeren.
Art. 13.
Hij, die bekend staat het bedrijf van bakker of
broodverkooper uit te oefenen, is verplicht zorg te
dragen, dat noch door leden van zijn gezin, noch
door perspnen, bij hem in dienstbetrekking, voor
hem of voor zijne rekening handelingen, bij de voor
gaande artikelen verboden, worden verricht.
Art. 14.
Ieder, die brood verkoopt, is verplicht
a. dit aan de personen, in art. 15 van deze
verordening genoemd, op aanvrage onmiddellijk te
vertoonen en toe te laten, dat dit brood en de
grondstoffen of een gedeelte daarvan, worden gekeurd
of gewogen of ter keuring of weging worden mee
genomen
b. voor zoover de verkoop plaats heeft in een
winkel, doelmatige en deugdelijke schalen en gewichten
ter beschikking te stellen van de in art. 15 van deze'
verordening genoemde personen
c. aan de in art. 15 genoemde personen die
inlichtingen te verschaffen welke zij voor de hand
having dezer verordening noodig oordeelen.
Art. 15.
Onverminderd het bepaalde in art. 8 van het
Wetboek van Strafvordering en in art. 5 van de
Gezondheidswet, wordt de zorg voor de naleving
dezer verordening opgedragen aan de gemeentelijke
keurmeesters en de ambtenaren van politie. Zij zijn
bevoegd de overtredingen der bepalingen dezer ver
ordening te constateeren en de waren, ten aanzien
waarvan de overtredingen zijn gepleegd, in beslag
te nemen.
Hun wordt de last verstrekt om ter handhaving
dezer verordening zoo noodig de woningen en alle
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. TIO. lS.
besloten lokalen of erven van broodverkoopers of
broodbereiders huns ondanks binnen te treden, mits,
voor zoover het de woningen betreft, met inacht
neming der bepaling van de wet van 31 Augustus
1853 (Staatsblad no. 83).
De uitvoering van dezen last zal te allen tijde
mogen plaats hebben.
De eigenaars of andere rechthebbenden en de ge
bruikers van de in dit artikel bedoelde gebouwen en
al dan niet afgesloten ruimten zijn desgevorderd
verplicht den toegang daartoe aan de in dit artikel
genoemde personen onmiddellijk te verleenen.
Art. 16.
Overtreding van eenige bepaling dezer verordening
wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste
vijf en twintig gulden of hechtenis van ten hoogste
zes dagen. De voorwerpen, waarmede de overtreding
is gepleegd, kunnen, voor zoover zij den veroordeelde
toebehooren, worden verbeurd verklaard.
Art. 17.
Elke bij herhaling gepleegde overtreding dezer
verordening, waarop een veroordeeling is gevolgd,
wordt, nadat de veroordeeling onherroepelijk is ge
worden of de opgelegde boete is betaald, door Burge
meester en Wethouders in een of meer plaatselijke
nieuwsbladen bekend gemaakt met vermelding van
den naam en de woonplaats van den overtreder, den
aard der overtreding en de dagteekening van het
proces-verbaal en van het vonnis.
Art. 18.
Deze verordening is niet van toepassing op de
broodbakkerijen, verbonden aan gestichten en kazernes
en uitsluitend daarvoor leverende, noch voor zoover
gehandeld wordt met betrekking tot levering aan
zieken krachtens medisch advies.
Art. 19.
Deze verordening kan worden aangehaald als
Brood verordening"
Art. 20.
Zij treedt in werking op een nader door Burgemeester
en Wethouders te bepalen tijdstip.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,