Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920.
en geldende tot 31 December 1919, als in het bijge
voegd ontwerp I is aangegeven.
2°. tot wijziging van de verordening tot vaststel-
ling van het getal en de jaarwedden der leeraren aan
ONTWERP 1.
BESTAANDE REDACTIE.
Artikel 2, le lid, zinsgedeelten 15.
De jaarwedden bedragen
Voor den rector 1 4340.welke jaarwedde na 2,
4, 6 en 8 jaren als zoodanig hier of elders doorge
bracht, kan worden verhoogd telkens met 180.—.
Voor de leeraren met een getal wekelijksche les
uren volgens het programma van ten hoogste 24 en
ten minste 18, 2760.welke jaarwedde kan worden
verhoogd, indien zij u, 4, 6, 8, 10, 12 en 14 jaren
zijn werkzaam geweest, telkens met 190.en na
16 jaren met 50.Voor elk wekelijksch lesuur
meer dan 24 wordt eene belooning van 120.
toegekend.
Voor de leeraren, behalve die sub g van artikel 1,
met een getal wekelijksche lesuren volgens het pro
gramma van minder dan 18, 130.— per wekelijksch
lesuur, welke jaarwedde kan worden verhoogd indien
ZÜ 4, 6, 8, 10, 12, 14 en 16 jaren zijn werkzaam
geweest, telkens met 10.—.
Voor den leeraar sub g van artikel 1 100.— per
wekelijksch lesuur, welke jaarwedde kan worden ver
hoogd, indien hij 2, 4, 6 en 8 jaren werkzaam is ge
weest, telkens met 7.50 en indien hij 10, 12, 14 en
16 jaren werkzaam is geweest, telkens met 6.—.
Voor den concierge enz.
het gymnasium, gerekend met ingang van 1 Januari
1920, als in bijgevoegd ontwerp II is aangegeven.
Leeuwarden, 3 Juni 1920.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
De Raad der gemeente Leeuwarden
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit
vast te stellen de volgende
VERORDENING tot wijziging van da ver
ordening omtrent het getal en de
jaarwedden der leeraren enz. aan
het gymnasium te Leeuwarden.
I.
De eerste 5 zinsgedeelten van het eerste lid van
artikel 2 worden gelezen als volgt
De jaarwedden bedragen
1. voor den rector 4520.—, welke jaarwedde na
2, 4, 6 en 8 jaren, als zoodanig hier of elders door
gebracht, kan worden verhoogd, telkens met f 190.—
2. voor de leeraren met een getal wekelijksche les
uren volgens het programma van ten hoogste 24 en
ten minste 18, 2880.— welke jaarwedde kan wor
den verhoogd, indien zij 2, 4, 6, 8, 10, 12 en 14
jaren zijn werkzaam geweest, telkens met 200.—
en na 16 jaren met 40.—Voor elk wekelijksch
lesuur meer dan 24 wordt eene belooning van 120.
toegekend
3. voor de leeraren, behalve die sub g van artikel 1,
met een getal wekelijksche lesuren volgens het pro
gramma van minder dan 18 140.— por wekelijksch
lesuur, welke jaarwedde kan worden verhoogd indien
zij 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 en 16 jaren zijn werkzaam
geweest, telkens met 10.—
4. voor den leeraar sub g van artikel 1 ƒ110.per
wokelijksch lesuur, welke jaarwedde kan worden ver
hoogd indien hij 2, 4, 6 en 8 jaren werkzaam is ge
weest, telkens met 7.50 en indien hij 10, 12, 14
en 16 jaren werkzaam is geweest, telkens met ƒ5.—
5. voor den concierge enz.
II
Deze verordening wordt gerekend in werking te
zijn getreden 1 Juli 1919 en gegolden te hebben tot
31 December 1919.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
174
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl. no. 20.
ONTWERP 11.
BESTAANDE REDACTIE.
Artikel 2.
De jaarweddon bedragen
Voor den rector 4340.welke jaarwedde na 2,
4, 6 en 8 jaren als zoodanig hier of elders door-
gobracht, kan worden verhoogd, telkens met 180.
Voor de leeraren met een getal wekelijksche les
uren volgens het programma van ten hoogste 24 en
ten minste 18, 2760 welke jaarwedde kan worden
verhoogd, indien zij 2, 4, 6, 8, 10, 12 en 14 jaren
zijn werkzaam geweest, telkens met 190.en na
16 jaren met ƒ50.Voor elk wekelijksch lesuur meer
dan 24 wordt eene belooning van ƒ120.toegekend.
Voor de leearen, behalve die sub g van art. 1 met
een getal wekelijksche lesuren volgens het programma
van minder dan 18 130.per wekelijksch lesuur,
welke jaarwedde kan worden verhoogd indien zij 2,
4, 6, 8, 10, 12, 14 en 16 jaren zijn werkzaam geweest,
telkens met 10.
Voor den leeraar sub g van art. 1 100.per
wekelijksch lesuur, welke jaarwedde kan worden ver
hoogd indien hij 2, 4, 6 en 8 jaren werkzaam is
geweest, telkens met 7.60 en indien hij 10, 12, 14
en 16 jaren werkzaam is geweest, telkens met 5.
Voor den conciergo 1450.met het genot van
vrije woning of een jaarlijksche vergoeding van
180.ter keuzo van het gemeentebestuur.
Voor het hem opgedragen ambt van conrector
ontvangt de daarvoor aangowezen leeraar eene jaar
wedde van 200.
Voor het bezit van den doctorstitel, verkregen aan
eene Nederlandsche Universiteit of Hoogeschool, wordt
twee jaar meer dan de werkelijko diensttijd ver
golden, behoudens het boven bepaalde maximum der
jaarwedde. Deze regeling is niet van toepassing op
den rector.
Als diensttijd telt mede de tijd in vasten of tijde-
lijken dienst doorgebracht als leeraar of leerares aan
gymnasia, hoogere burgerscholen, lycea, middelbare
handelsscholen, zeevaartscholen, handelsdagscholen,
middelbare technische scholen en middelbare scholen
voor meisjes en als onderwijzer aan een kweekschool
voor onderwijzers of onderwijzeressen. Diensttijd aan
lagere scholen telt voor de helft mede, tot een maxi
mum van 6 jaren.
Op voorstel van curatoren, den inspecteur der
gymnasia gehoord, kunnen leeraren worden benoemd
op het aanvangssalaris, verhoogd met een of meer
periodieke vorhoogingen. In deze gevallen wordt te
gelijkertijd geregeld op welke tijdstippen de volgende
periodieke verhoogingen zullen worden toegekend.
In geval van ontstentenis of van afwezigheid we
gens ziekte, die langer dan een maand duurt, wordt
do aanvangsjaarwedde van den vroegeren of afwe
zigen leeraar, berekend over het tijdvak, waarover
de ontstentenis of de afwezigheid loopt, door curatoren,
den rector gehoord, verdeeld onder hen, die de lessen
hebben waargenomen.
De Raad der gemeente Leeuwarden
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit
vast te stellen de volgende
VERORDENING tot wijziging van de
verordening omtrent het getal
en de jaarwedden der leeraren
enz. aan het gymnasium te
Leeuwarden.
I.
Artikel 2 wordt gelezen als volgt
De jaarwedden bedragen
1. voor den rector ƒ5480.welke jaarwedde na 2,
4, 6 en 8 jaren, als zoodanig hier of elders door
gebracht, kan worden verhoogd, telkens met 240.
2. voor de leeraren met een getal wekelijksche les
uren volgens het programma van ten hoogste 24 en
ten minste 18, 3360.welke jaarwedde kan worden
verhoogd, indien zij 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 en 16jaren
zijn werkzaam geweest, telkens met 240.Voor
elk wekelijksch lesuur meer dan 24 wordt eene be
looning van 140.toegekend;
3. voor de leeraren, behalve die sub g van art. 1,
met een getal wekelijksche lesuren volgens het pro
gramma van minder dan 18 140.per wekelijksch
lesuur, welke jaarwedde kan worden verhoogd, indien
zij 2, 4, 6, 8, 10 12, 14 en 16 jaren zijn werkzaam
geweest, telkens met 10.
4. voor den leeraar sub g van art. 1 120.per
wekelijksch lesuur, welke jaarwedde kan worden
verhoogd, indien hij 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 en 16 jaren
werkzaam is geweest, telkens met 10.
5. voor den concierge ƒ1450.met het genot van
vrije woning of een jaarlijksche vergoeding van 180.
ter keuze van het gemeentebestuur.
Voor het hem opgedragen ambt van conrector
ontvangt de daarvoor aangewezen leeraar eene jaar
wedde van 200.
Voor het bezit van den doctorstitel, verkregen aan
eene Nederlandsche Universiteit of Hoogeschool, wordt
twee jaar meer dan de werkelijke diensttijd vergolden.
Bovendien worden aan de hier bedoelde leeraren na
16 en 18 jaar werkelijken dienst twee verhoogingen
toegekend, telkens van 250.Deze regeling is niet
van toepassing op den rector.
Als diensttijd telt ten volle mede de tijd in vasten
of tijdelijken dienst doorgebracht als leeraar of leerares
aan gymnasia, hoogere burgerscholen, lycea, middel
bare of hoogere handelsscholen, zeevaartscholen, middel
bare scholen voor nijverheidsonderwijs, middelbare
landbouwscholen en middelbare scholen voor meisjes,
als onderwijzer aan een kweekschool voor onderwijzers
of onderwijzeressen, als onderwijzer op jaarwedde aan
rijks dagnormaallessen, alsmede de diensttijd, als leeraar
in een of meer vakken, genoemd in de wet op het
middelbaar onderwijs, doorgebracht aan de Koninklijke
militaire academie, het Koninklijk instituut van de
marine, de cadettenschool en den hoofdcursus. Dienst
tijd aan lagere scholen en aan scholen voor lager
nijverheids-, handels- en landbouwonderwijs telt voor
de helft mede tot een maximum van 6 jaren.
Op voorstel van curatoren, den inspecteur der
gymnasia gehoord, kunnen leeraren worden benoemd
op het aanvangssalaris, verhoogd met een of meer
periodieke verhoogingen. In deze gevallen wordt
tegelijkertijd geregeld op welke tijdstippen de vol
gende periodieke verhoogingen zullen worden toegekend.
175