b. een boekhouder. f. een gasmeester. b. een boekhouder. b. een gemeentelijke inspecteur voor het woning toezicht, f. twee adjunct-commiezen, h. het vereischte getal vaste werklieden, waaronder behooren de schoonmaaksters. f. twee adjunct-commiezen, Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. zoldiging toegekend van 900.— per jaar, benevens voor dit jaar een toeslag van 100. In de praktijk is gebleken, dat aan Gemeentewerken, behalve de hoofdopzichter, nog andere opzichters soms den directeur moeten vervangen en meer dan de overige opzichters met de leiding van het bedrijf op de hoogte en voor den goeden gang van zaken verantwoordelijk moeten zijn. Dit verschil in werk zaamheden moet ook in het salaris worden uitgedrukt. Wij stellen U daarom voor bij den dienst der ge meentewerken in te voeren den titel van eerste en tweede opzichter. Bij den dienst der gasfabriek is het juist omgekeerd gesteld. Hier wordt in de verordening, regelende den rang, het getal en de wijze van benoeming van de ambtenaren der gemeentelijke gasfabriek gesproken van een eersten en een tweeden opzichter. Hier wordt een dergelijk onderscheid niet noodzakelijk geoordeeld, zoodat wij IJ voorstellen in de betreffende verordening slechts te spreken van den opzichter. Zooals nader zal blijken, wordt het salaris, verbon den aan enkele functies, voorgesteld op een lager bedrag, dan thans hiervoor is vastgesteld. Hiermede wordt, gelijk boven reeds met een enkel woord is medegedeeld, verbetering van de onderlinge verhou dingen der betrekkingen beoogd. De tegenwoordige titularissen mogen hierdoor niet benadeeld worden en door opneming van een overgangsbepaling dienen belanghebbenden hun oude aanspraken te behouden. Wordt, op grond der in het bovenstaande ontwik kelde beginselen, b.v. aan hen, wier salaris (volgens do verordening) wordt verminderd, een toeslag toege kend, dan wordt dus niet het salaris, doch de toeslag ingekort. Om onze bedoeling duidelijk te maken diene het volgende voorbeeld Een ambtenaar staat op zijn maximum, te weten ƒ2900. het voor hem geldend salaris wordt thans be paald op 2300.— tot 2800.—, met een toeslag van J 300.— De betrokkene behoudt nu zijn 2900. salaris en krijgt 200.—toeslag in plaats van ƒ300.— De nieuwe regeling geldt dan alleen indien in de betrekking een nieuwe titularis wordt benoemd. Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten: A. het salaris of loon der gemeente-ambtenaren en -werklieden, wier salaris of loon is opgenomen in de salarisverordening 1919 of het Werkliedenreglement, te wijzigen en hun voor het jaar 1920 een duurte- b ij slag toe te kennen, een en ander als in den hier onder afgedrukten staat is aangegeven B. Burgemeester en Wethouders te machtigen in de salarisverordening 1919 (gemeenteblad 1919 no. 36) en het Werkliedenreglement de wijzigingen aan te brengen, als door het onder A bedoeld besluit zijn ONTWERP. BESTAANDE REDACTIE. Art. 1. Aan de gemeentelijke gasfabriek worden, ten be hoeve harer exploitatie benoemd a. een directeur. c. een eerste opzichter. d. een tweede opzichter. e. een opzichter-teekenaar. g. een chef-fitter. noodzakelijk geworden, zulks met weglating van de belooning van de ambtenaren van lageren rang wier betrekking gewoonlijk door jeugdige krachten wordt waargenomen, gelijk in de toelichting is uiteengezet, en de bepaling van de belooning dezer arbeidskrachten aan Burgemeester en Wethouders over te laten; C. te bepalen, dat degene, die krachtens de regeling, onder A bedoeld, minder zou ontvangen dan hij volgens de voorgaande regeling ontving of zou ontvangen, zijn aanspraken op het meerdere blijft behouden, met dien verstande, dat hij, wiens vast salaris of loon bij de nieuwe regeling verminderd is, zijn aanspraak daarop blijft behouden, doch alsdan, ter verkrijging van de nieuw bepaalde totaalsom van bezoldiging en duurtebijslag voor 1920, deze laatste naar evenredig heid wordt verminderd D. te bepalen, dat de verhooging van bezoldiging in werking treedt gerekend met ingang van 1 Januari 1920 en dat de aanspraak op den bijslag verkregen wordt al naar mate en voor hetzelfde gedeelte van het jaar, als aanspraak op salaris ofloon kan worden gemaakt E. de verordening, regelende den rang, het getal en de wijze van benoeming van de ambtenaren der gemeentelijke gasfabriek (gemeentebladen 1917 no. 28 en 1919 no. 43); de verordening, regelende den rang, het getal en de wijze van benoeming van de ambtenaren en be dienden, belast met de gemeente-reiniging (gemeente bladen 1911 no. 40, 1917 no. 5 en 1919 no. 43); de verordening, regelende den rang, het getal, de benoeming enz. der ambtenaren van de gemeente werken (gemeentebladen 1911 no. 19, 1912 no. 16, 1917 no. 4, 1918 no. 13 en 1919 no. 43); en de salaris-verordening 1919 (gemeenteblad 1919 no. 36) behalve de wijzigingen, noodig geworden door het besluit onder A bedoeld, te wijzigen zooals in het hierna volgend ontwerp is aangegeven F. het verzoek van den Bond van Hoofden van den Technischen dienst van gemeentewerken in Friesland af te wijzen en dezen te berichten, dat geen termen zijn gevonden om aan zijn verzoek te voldoen G. den anderen adresseerenden bonden te berichten, dat op den inhoud hunner adressen is gelet. Leeuwarden, 3 Juni 1920. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. De Raad der gemeente Leeuwarden Gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders besluit I. Art. 1 der verordening regelende den rang, het getal en de wijze van benoeming van de ambtenaren der gemeentelijke gasfabriek (gemeentebladen 1917 no. 28 en 1919 no. 43) te lezen als volgt: Aan de gemeentelijke gasfabriek worden, ten be hoeve harer exploitatie benoemd a. een directeur. c. een opzichter. d. een opzichter-teekenaar. e. een gasmeester. f. een chef-fitter. 190 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Hifi. ItO. Art. 1, laatste lid. Bovendien kunnen ten kantore van de gemeente reiniging werkzaam worden gesteld een klerk belast met het financieel beheer en één of meer klerken. Art. 3. Voor den dienst der gemeentewerken worden aan gesteld a. een directeur, c. een hoofdopzichter, d. zeven opzichters, e. twee teekenaars, g. ten hoogste vijf klerken, onderscheiden in 1ste, 2de en 3de klerken, Het personeel, onder letters d en g vermeld, kan door Burgemeester en Wethouders tijdelijk worden uitgebreid. Art. 22, lid 3 en 4. Wanneer een ambtenaar ter secretarie tot ambtenaar van den burgerlijken stand is benoemd, wordt de bezoldiging aan deze betrekking verbonden, op de gewone bezoldiging van dien ambtenaar in mindering gebracht. De jaarlijksche bezoldiging van het personeel, aan gesteld ten dienste van het gemeentebestuur, zoomede van de bureaux ter secretarie en voor den verderen dienst in het gemeentehuis, bedraagt voor een bode van 1200.tot 1500.hij ontvangt tevens van gemeentewege een ambtscostuum en een hoed per jaar; voor den concierge van 1100.tot 1300. benevens vrije woning in het gemeentehuis, vuur, licht en vrijdom van de personeele belasting. II. Het laatste lid van art. 1 der Verordening, regelende den rang, het getal en de wijze van be noeming van de ambtenaren en bedienden, belast met de gemeente-reiniging (gemeentebladen 1911 no. 40, 1917 no. 6 en 1919 na. 43) te lezen als volgt: Bovendien kunnen ten kantore van de gemeente reiniging werkzaam worden gesteld een boekhouder en een of meer klerken. III. Art. 3 der Verordening regelende den rang, het getal, de benoeming enz. der ambtenaren van de gemeentewerken (gemeentebladen 1911 no. 19, 1912 no. 16, 1917 no. 4, 1918 no. 13 en 1919 no. 43) te lezen als volgt Voor den dienst der gemeentewerken worden aan gesteld a. een directeur, b. een gemeentelijk inspecteur voor het woning toezicht, c. een hoofdopzichter, d. negen eerste opzichters, tweede opzichters en teekenaars, e. een boekhouder, g. ten hoogste vijf klerken, onderscheiden in lste 2de en 3de klerken, h. het vereischte getal vaste werklieden, waaronder behooren de schoonmaaksters. Het personeel onder letters d en g vermeld kan door Burgemeester en Wethouders tijdelijk worden uitgebreid. IV. a. Art. 22, lid 3, der salaris-verordening 1919 te doen vervallen b. in het vierde lid van dit artikel de komma-punt achter de woorden „per jaar'' te vervangen door een komma en deze zinsnede verder te lezen „wanneer ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders de behoefte daaraan blijkt te bestaan". c. in te voegen in deze verordening een nieuw artikel 33bis, luidende als volgt Aan den ambtenaar, die, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, gedurende langeren tijd is aangewezen om een betrekking van hoogeren rang waar te nemen, wordt gedurende die waarneming, en voor zoover daarvoor geen speciale regeling is ge troffen, boven zijne belooning uitgekeerd het verschil tusschen het minimum van zijn eigen belooning en dat van de belooning van hem, dien hij vervangt. 191

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1920 | | pagina 96