Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. leeningen, door haar ten behoeve van de in het bedrijf gebrachte eigendommen aangegaan. Art. 14 (tweede lid). Op de begrooting, welke alle ontvangsten en uit gaven vermeldt, worden onder meer gebracht: ONTVANGSTEN. a. de vergoeding voor uitgevoerde werken, gedane leverantiën en verrichte diensten voor de ge meente, voor hare overige bedrijven en voor derden; b. de rente in rekening-courant met de gemeente; c. in rekening-courant opgenomen gelden; d. de gelden voor uitbreiding of verbetering van het bedrijf van de gemeente ontvangen. trekking tot de op 1 Januari 1921 in het bedrijf gebrachte eigendommen gelijk aan die, welke de gemeente heeft te doen op de geldleeningen, door haar ten behoeve van die eigendommen aangegaan. VII. In art. 14 wordt in het tweede lid onder de Ontvang sten gelezen onder letter b ,,de in rekening-courant opgenomen gelden" en onder letter c „de rente van belegd kasgeld", terwijl onder de Uitgaven wordt ge lezen onder letter b „de in rekening-courant gestorte gelden", onder letter c „de rente van opgenomen kas geld" en onder letter e: „de schuldaflossing aan de gemeente". UITGAVEN. a. de uitgaven ten behoeve van de exploitatie van het bedrijf; b. de rente in rekening-courant met de gemeente; c. in rekening-courant gestorte gelden; d. de rente van het aan de gemeente ten behoeve van de inrichting, verbetering of uitbreiding ver schuldigde kapitaal; e. de in art. 12 bedoelde schuldaflossing aan de gemeente; de pensioenen en pensioensbijdragen; g. de uitgaven ten behoeve van de verbetering en uitbreiding van het bedrijf. Art. 15. VIII. Jaarlijks wordt door den directeur vóór 1 April aan de commissie van bijstand aangeboden, die vervolgens aan Burgemeester en Wethouders vóór 15 April in tweevoud inzenden: a. een balans van de bezittingen en schulden van het bedrijf op 31 December van het afgeloopen jaar; b. een exploitatierekening over het afgeloopen jaar, waarvan de indeeling overeenstemt met de door den Raad goedgekeurde bedrijfsbegrooting; c. een verslag van den toestand van het bedrijf over het afgeloopen jaar. Bovengenoemde stukken worden ten minste veertien dagen op de secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage neergelegd en, hetzij in druk, hetzij in af schrift, tegen betaling der kosten algemeen verkrijgbaar gesteld, terwijl van de nederlegging en verkrijgbaar stelling openbare kennisgeving geschiedt. De vaststelling door den Gemeenteraad van de reke ning, de balans en de exploitatierekening geschiedt vóór 15 Juni en strekt, behoudens eventueel later gebleken onregelmatigheden, Burgemeester en Wethouders, en tevens den directeur en den boekhouder, tot ontlasting. In art. 15 wordt na het eerste lid een nieuw lid tusschengevoegd, luidende: „Burgemeester en Wethou ders onderzoeken de balans, de exploitatierekening en de daarbij overgelegde bescheiden zoo spoedig moge lijk en dienen deze, al dan niet gewijzigd en met ver melding van hetgeen zij te hunner verantwoording dienstig achten, vóór 15 Mei bij den Raad in", terwijl aan het slot een nieuw lid wordt toegevoegd, luidende: „Burgemeester en Wethouders zijn bij de beraadslagingen over de in het vorig lid bedoelde vast steling tegenwoordig, doch onthouden zich van mede stemmen". b. te bepalen dat de wijzigingen onder a worden geacht te zijn in werking getreden den 1 Januari 1921. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, 228 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. JUjl HO. I i ONTWERP V. BESTAANDE REDACTIE. Art. 2. Onverminderd het bij Burgemeester en Wethouders berustend bestuur en beheer is de dagelijksche leiding van het bedrijf der gemeente-reiniging opgedragen aan den Directeur. Hij beveelt de uitgaven uit de kas van het bedrijf. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis wordt hij vervangen op de wijze als bij zijne instructie is bepaald. Deze instructie wordt door Burgemeester en Wet houders vastgesteld. Art. 3 (vierde lid). Het daarvan op te maken proces-verbaal wordt aan den Raad medegedeeld. Art. 4 (vierde lid). Op den boekhouder is toepasselijk wat bij het 2e cn het 3e lid van artikel 2 ten aanzien van den Direc teur is bepaald. Art. 5 (le volzin). Behoudens het bepaalde bij het volgend artikel ge schieden geen betalingen boven de 3.dan tegen kwitantie, door den schuldeischer of diens schriftelijk gemachtigde met inkt onderteekend. Art. 8. De boekhouder stort tegen kwitantie zijn kas, voor zoover zij een bedrag van ƒ2000.met 100.of veelvouden daarvan overtreft, telkens in de kas van den gemeente-ontvanger. Van elke storting geeft hij onmiddellijk kennis aan Burgemeester en Wethouders en aan den Directeur, die beiden van elke storting aanteekening houden. Art 9. De boekhouder neemt bij den gemeente-ontvanger op bevelschrift van Burgemeester en Wethouders het noodige kasgeld op. Burgemeester en Wethouders geven van elke verstrekking onmiddellijk kennis aan den Directeur en aan den verificateur der gemeente- financiën. De Raad der gemeente Leeuwarden; overwegende, dat het wenschelijk is de verordening op het beheer der gemeentereiniging te Leeuwarden (Gem. blad no. 14 van 1920) te wijzigen; gelet op art. 114bis der gemeentewet en op het voor stel van Burgemeester en Wethouders; besluit: a. de verordening op het beheer der gemeenterei niging te Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van 13127 Januari 1920, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Eriesland bij besluit van 1 April 1920 no. 92, te wijzigen als volgt: I. In art. 2 wordt, na plaatsing van een komma achter het woord „beheer", tusschengevoegd: „hierin bijge staan door een commissie van bijstand". Het laatste lid van artikel 2 wordt gelezen: „Deze instructie wordt door den Raad vastgesteld", II. In art. 3 wordt in het vierde lid voor het woord „medegedeeld" gelezen: „overgelegd". III. In art. 4 vervallen in het vierde lid de woorden: ,.en het 3e". IV. In art. 5 wordt na den len volzin tusschengevoegd: Wordt voor betalingen gebruik gemaakt van den postcheque en girodienst dan geldt als kwitantie het deswege door dien dienst afgegeven bewijs. V. Art. 8 wordt gelezen: De boekhouder stort tegen kwitantie zijn kas, voor zoover zij een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen bedrag overtreft, in rekening-courant bij een daartoe door dat college aangewezen bankier. Van elke storting geeft de boekhouder onmiddellijk kennis aan den verificateur der gemeente-financiën. Burgemeester en Wethouders dragen zorg dat door den bankier op voldoende wijze zekerheid wordt gesteld. VI. Art. 9 wordt gelezen: De gemeente verstrekt het bedrijf de benoodigde gelden, met uitzondering van kasgeld, dat eventueel door den boekhouder bij den in art. 8 bedoelden ban kier in rekening-courant wordt opgenomen. Het bedrijf crediteert de gemeente voor de van haar ontvangen gelden en betaalt daarvan rente en aflossing naar dezelfde grondslagen waarop de betrokken ge- meenteleening is aangegaan Opneming van kasgeld geschiedt niet dan na voor afgaande machtiging van Burgemeester en Wethouders of een door hun college aan te wijzen ambtenaar. Van deze opneming wordt kennis gegeven aan den verifi cateur der gemeente-financiën. 229

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1921 | | pagina 114