Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921.
Art. 32.
Het reservefonds strekt in de eerste plaats tot dekking
van geleden verliezen. Verder mag daaruit de winst-
uitkeering aan de gemeente worden aangevuld.
In buitengewone omstandigheden kan de Raad be
sluiten daaruit extra-aflossing van de aan het bedrijf
geleende gelden te doen.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. Bijl. 110. 1 i
XVIII.
Art. 32 wordt genummerd 28 en gelezen:
Het reservefonds strekt in de eerste plaats tot dek
king van geleden verliezen.
In buitengewone omstandigheden kan de Raad be l
sluiten daaruit extra-aflossing van de aan het bedrijf
geleende gelden te doen.
XIX.
Art. 33 wordt genummerd 29.
XX.
Na art. 29 wordt ingelascht een nieuw artikel 30,
luidende:
Met het verschil tusschen hetgeen, op de wijze als
in art. 26 is aangegeven, sedert de aanschaffing op
de in dat artikel genoemde goederen had moeten
worden afgeschreven en datgene wat daarop tot 1
januari 1921 in werkelijkheid is afgeschreven, wordt
op de balans per 31 December 1921 de post „bedrijfs
kapitaal" (genaamd „niet uitgekeerde winst") ver
minderd.
b. te bepalen dat de wijzigingen onder a worden
geacht te zijn in werking getreden den 1 Januari 1921.
ONTWERP IX.
BESTAANDE REDACTIE.
De benoeming, de schorsing en het ontslag van de
opzichters en de klerken is aan Burgemeester en Wet
houders opgedragen.
ONTWERP X.
Leeuwarden,
19
De Raad voornoemd,
MEMORIE VAN TOELICHTING.
VI.
In de raadsvergadering van den 27 Juli 1920 werd
het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot op-
ONT WERP VIII.
heffing van de verplichting tot zekerheidstelling door
den boekhouder der gasfabriek aangenomen. De vast
stelling van het wijzigingsbesluit werd toen echter
aangehouden in verband met het ingediende amende-
ment-Nijholt-De Boer, op artikel 17rz.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 8 (tweede lid).
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders;
besluit:
de verordening regelende den rang, het getal, de
benoeming enz. der ambtenaren en werklieden van de
gemeentewerken (gemeentebladen 1911 no. 19, 1912
no. 16, 1917 no. 4, 1918 no. 13, 1919 no. 43 en 1920
no. 29) te wijzigen als volgt:
In artikel 3 wordt onder letter i ingevoegd: „een
kassier".
In art. 8 wordt in het tweede lid, na plaatsing van
een komma achter het woord „ambtenaren", ingevoegd;
,den boekhouder, den kassier, de adjunct-commiezen".
b. te bepalen dat de wijzigingen onder a worden
geacht te zijn in werking getreden den 1 Januari 1921.
De Raad voornoemd,
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders;
besluit:
Art. 3 der verordening, regelende den rang, het getal
en de wijze van benoeming van de ambtenaren en be
dienden, belast met de gemeentereiniging (gemeente
bladen 1911 no. 40, 1917 no. 5, 1919 no. 43 en 1920
no. 31) te lezen als volgt:
De benoeming, de schorsing en het ontslag van de
opzichters, den boekhouder en de klerken is aan Bur
gemeester en Wethouders opgedragen.
Leeuwarden,
19
De Raad voornoemd,
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 10.
Zoo Burgemeester en Wethouders hem daartoe aan
schrijven, is hij verplicht naar het oordeel van hun
college overtollige kasgelden te storten in rekening
courant bij het agentschap der Nederlandsche Bank te
Leeuwarden of bij eene in de aanschrijving genoemde
particuliere bankinstelling.
De Raad der gemente Leeuwarden;
overwegende, dat het wenschelijk is de instructie
voor den gemeente-ontvanger te Leeuwarden (ge
meentebladen 1911 no. 37, 1912 no. 27, 1915 no. 6 en
1919 no. 39) te wijzigen;
besluit:
o. de instructie voor den gemeente-ontvanger te
Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van 19 De
cember 1911, gewijzigd bij raadsbesluiten van 12 No
vember 1912, 9 Februari 1915 en 19 Augustus 1919, te
wijzigen als volgt:
I.
In art. 9 vervallen in het eerste lid de woorden: „met
uitzondering der overtollige kasgelden van bedrijven,
waarvoor eene afzonderlijke regeling is getroffen" en
in het tweede lid de woorden: „van gemeentelijke
bouwterreinen of".
II.
Art. 10 wordt gelezen:
Zoo Burgemeester en Wethouders hem daartoe aan
schrijven, is hij verplicht naar het oordeel van hun
college overtollige kasgelden te storten in rekening
courant op de wijze zooals in de aanschrijving is ver
meld.
Het betrokken bewijs van storting moet uiterlijk op
den werkdag, volgende op dien, waarop het is afge
geven, door den ontvanger worden vertoond aan den
verificateur der gemeente-financiën, die ten bewijze dat
dit heeft plaats gehad, het voor gezien teekent.
III.
Na art. 10 wordt ingevoegd een nieuw art. 10bis,
luidende:
Indien de gemeente voor het doen van betalingen
en het ontvangen van gelden gebruik maakt van den
postcheque- en girodienst, is de ontvanger verplicht
de daaraan verbonden werkzaamheden, voor zooveel
zijne administratie betreft, te verrichten.
De ontvanger kan over de rekening der gemeente bij
den postcheque- en girodienst beschikken per giro en
per cheque. Hij geeft geen postcheques af dan als mid
del tot aanvulling der gemeentekas en verzendt het
betrekkelijk advies niet, dan nadat het door Burge
meester en Wethouders of een door hun college aan te
wijzen ambtenaar is mede onderteekend. Van deze
verzending geeft hij onmiddellijk kennis aan den veri
ficateur der gemeentefinanciën.
243