Bylage no. 44,
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921.
met stilstand van de jaarwedde als onderwijzer(es),
wordt uitbetaald. Wordt eene tijdelijke aanstelling inge
volge de wet gegeven, dan is het niet verdedigbaar
de bovenbedoelde belooning van 100.toe te kennen,
omdat dan eene dubbele belooning voor hetzelfde doel'
zou worden genoten.
In verband met het bovenstaande hebben wij de eer
U hierbij een ontwerp-verordening ter vaststelling aan
te bieden, waarbij tevens in overweging wordt gegeven
art. 5 der Salarisverordening voor het lager onderwijs
1919 (gemeenteblad 1920 no. 41), vastgesteld bij
raadsbesluit van 23 September 1919 no. 393R/206,
zooals die verordening is gewijzigd bij raadsbesluiten
van 11 November 1919 no. 491R/259 en 10 Februari
1920 no. 78r/34, gerekend met ingang van 1 [anuat
1921 in te trekken.
Leeuwarden, 7 Juli 1921.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwardei
J. M. van BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gelet op het le lid van art. 33 der Lager Onderwijs,
wet 1920;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
besluit:
a. gerekend met ingang van 1 Januari 1921 in tf
trekken art. 5 der Salarisverordening voor het lagei
onderwijs 1919 (gemeenteblad no. 41 van 1920);
b. vast te stellen de navolgende
VERORDENING regelende de bij het lf
lid van art. 33 der Lager Onderwijswel
1920 bedoelde belooningen.
Art. 1.
Boven de bij de wet bepaalde verhoogingen var
jaarwedden voor het bezit van de daar genoemde be
voegdheden zal eene belooning worden toegekend:
a. van 100.'sjaars voor het bezit van hef
diploma voor zang, afgegeven door de Nederlandsche
Toonkunstenaarsvereeniging of door andere, door Bur
gemeester en Wethouders aan te wijzen, vereenigingen;
b. van 100.'s jaars voor den onderwijzer, die
aangewezen is tot plaatsvervanger van het hoofd dei
school. Deze belooning zal niet worden uitgekeerd
over het tijdvak, gedurende hetwelk de hierbij bedoelde
onderwijzer eene aanstelling heeft volgens art. 41 der
Lager Onderwijswet 1920.
Art. 2.
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn
getreden den 1 Januari 1921.
Het onderwijzend personeel dat op dat tijdstip in
liet genot is van eene toelage wegens het bezit van één
der diploma's A of B voor handenarbeid blijft zijne
aanspraken op die belooning behouden, indien niet
reeds op grond van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke
Rijksambtenaren 1920, zooals dat gewijzigd en aange
vuld is bij Koninklijk besluit van 16 December 1920
(Stbl. no. 899), voor drie vakken eene verhooging van
jaarwedde wordt genoten.
Leeuwarden, den 19
De Raad voornoemd,
312
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. Hifi, HO. rtrt.
WIJZIGING van de lijst aangevende de werklieden
die niet onder het Werkliedenreglement val
len (gemeenteblad 1919 no. 24) en van de
Salarisverordening 1919 (gemeenteblad
1920 nos. 28 en 44 en 1921 no. 5).
Aan den Gemeenteraad.
In artikel 3 van de verordening, regelende het gebruik
van de beurs en de waag, is o. m. bepaald, dat de
waagwerkers worden benoemd door Burgemeestei en
Wethouders, welk college tevens hunne bezoldiging
regelt en hunne instructie vaststelt.
Hiernaast kan artikel 17 noch artikel 26 der salaris
verordening, voor zooverre dit artikel het loon regelt,
blijven bestaan.
Voorts worden voortaan uit de waagwerkers enkelen
aangewezen als meters-wegers en beschikt de gemeente
over de aangewezenen zoowel voor werkzaamheden in
de waag als voor het meten en wegen van granen enz.
De waagwerkers, die daarvoor worden aangewezen,
komen in volledigen gemeentedienst en vallen daardoor
onder het werkliedenreglement.
Bij besluit van den Raad d.d. 19 Augustus 1919, no.
336R/180 (gemeenteblad 1919 no. 24), is echter be
paald, dat de waagwerkers niet onder het werklieden
reglement vallen. Dat was destijds ook juist, omdat
voorheen deze lieden geen geregelden werktijd hadden
en ook andere vereischten misten om werkman te zijn
in den zin van het reglement.
Het raadsbesluit zal dus gewijzigd moeten worden
zóó, dat in de lijst, aangevende de werklieden, die niet
onder het reglement vallen, alleen worden opgenomen
de werkers van de waag voorzoover niet aangewezen
tot meters-wegers.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten:
A. de lijst, bedoeld in artikel 2, le lid, laatste zin
snede van het werkliedenreglement, aangevende de
werklieden die niet onder het reglement vallen, vast
gesteld bij besluit van den Raad d.d. 19 Augustus 1919,
no. 336R/180 (gemeenteblad 1919 no. 24), te wijzigen
in dien zin, dat in het onderdeel a wordt gelezen voor:
de wegers en werkers aan de waag: de werkers aan de
waag, voorzoover zij niet zijn aangewezen tot meters
wegers van granen, zaden en peulvruchten.
B. te bepalen, dat deze wijziging wordt geacht in
werking te zijn getreden 1 Januari 1921.
C. de Salarisverordening 1919 (gemeenteblad 1920,
nos. 28 en 44 en 1921 no. 5) te wijzigen overeenkomstig
het hieronder opgenomen ontwerp.
Leeuwarden, 7 Juli 1921.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 17.
Het loon van het personeel, bedoeld in artikel 1 dei-
verordening, regelende het meten en wegen van granen,
zaden en peulvruchten in de gemeente Leeuwarden,
wordt telken jare door de beurscommissie in overleg
met Burgemeester en Wethouders vastgesteld.
Art. 26.
De jaarlijksche bezoldiging van het personeel aan
de beurs en de waag bedraagt:
voor den beurs- en waagmeester 1700.tot
2000.—;
voor de waagwerkers en waagwerkers-wegers:
voor aan de waag gewogen goederen:
a. voor elk i/] 6 vat boter0.01
Vb °-025
V4
0.05;
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
besluit:
A. de Salarisverordening 1919 (gemeenteblad 1920
nos. 28 en 44 en 1921 no. 5) te wijzigen als volgt:
b. voor andere goederen:
voor elke 50 kilogram, gedeelten voor vol gerekend.
0.05, met dien verstande, dat voor partijen van 25
kilogram en minder geen werkloon wordt genoten.
De loonen worden wekelijks door den beurs- en waag
meester gelijkelijk onder de waagwerkers verdeeld.
I.
Artikel 17 vervalt.
II.
Uit artikel 26 vervalt de regeling der loonen voor de
waagwerkers en waagwerkers-wegers.
B. te bepalen dat de wijziging onder A wordt geacht
in werking te zijn getreden den 1 Januari 1921.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
313