Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922.
Art. 4.
De invordering dezer belasting geschiedt verder
overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 258261
en 264266 der Gemeentewet.
Art. 5.
Deze verordening treedt in werking den 1 Juli 1917.
Indien dit plaats heeft, vervalt het abonnement of het
recht van gebruik onmiddellijk, buiten en behalve de
bepalingen van art. 271 der gemeentewet.
Geene goederen mogen uit de waag worden wegge
voerd, zonder dat de daarvoor verschuldigde rechten zijn
betaald. Overtreding dezer bepalingen worden als ont
duiking van belasting beschouwd.
Art. 4.
Ingeval van verschil over het bedrag der verschul
digde rechten is de schuldenaar niettemin verplicht, het
gevorderde bedrag dadelijk te voldoen, behoudens be
roep op Burgemeester en Wethouders, die ten deze in
het hoogste ressort beslissen, en indien zij het beroep
gegrond achten, den beurs- en waagmeester gelasten
het teveel gevorderde terug te betalen.
Ingeval van verschil over het bedrag der te betalen
rechten, zijn de aanvragers verplicht, voorloopig het
door den directeur gevorderd bedrag te voldoen, be
houdens beroep binnen vijf dagen op Burgemeester en
Wethouders, die, het beroep gegrond vindende, den
directeur gelasten, het te veel betaalde terug te geven.
II.
Art. 4 wordt gelezen als volgt:
De invordering dezer belasting geschiedt verder
overeenkomstig de bepalingen van de artt. 258261 der
Gemeentewet.
III.
Aan art. 5 wordt toegevoegd de volgende zinsnede:
„Zij vervalt den 1 Januari 1947".
H. a. de verordening op de heffing van beurs- en
waagrechten in de gemeente Leeuwarden (gemeenteblad
1921, no. 7) te wijzigen als volgt:
I.
Het laatste lid van art. 13 wordt gelezen:
Indien dit plaats heeft, vervalt het abonnement of het
recht van gebruik onmiddellijk.
II.
Art. 15, 3e lid, vervalt en wordt als nieuw artikel 15bis
gelezen als volgt:
„Het is verboden goederen uit de waag te vervoeren,
zonder dat de daarvoor verschuldigde rechten zijn be
taald"
b. de verordening op de invordering der beurs- en
waagrechten te Leeuwarden (gemeenteblad 1921, no.
7) als volgt aan te vullen en te wijzigen:
I.
Na artikel 2 wordt een nieuw artikel 2bis ingevoegd,
luidende als volgt:
Overtreding van art. 15, 3e lid, der invorderings
verordening wordt gestraft met hechtenis van ten
hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste 25.
II.
Artikel 4 wordt gelezen als volgt:
Ingeval van verschil over het bedrag der verschul
digde rechten is de belastingschuldige, in afwachting
van 's Raads uitspraak op de mogelijk in te brengen
bezwaren, verplicht, het gevorderde bedrag dadelijk te
voldoen.
I. de verordening op de invordering van de begrafe
nisrechten in de gemeente Leeuwarden (gemeentebladen
1907, no. 8 en 1919, no. 29) (begraafplaats Spanjaards
laan) te wijzigen als volgt:
Eenig artikel.
Art. 8 wordt gelezen:
Ingeval van verschil over het bedrag der te betalen
rechten, zijn de aanvragers verplicht, in afwachting van
's Raads uitspraak op de mogelijk in te brengen bezwa
ren, het door den directeur gevorderde bedrag te vol
doen.
de verordening op de invordering van de begra
fenisrechten van de Noorderbegraafplaats in de ge
meente Leeuwarden (gemeenteblad 1919, no. 28)
te wijzigen als volgt:
Eenig artikel.
Art. 6 wordt gelezen:
214
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. Bijl. no. IS.
Ingeval van verschil over het bedrag der te betalen
rechten, zijn de aanvragers verplicht, voorloopig het
door den directeur gevorderd bedrag te voldoen, be
houdens beroep binnen vijf dagen op Burgemeester en
Wethouders, die, het beroep gegrond vindende, den
directeur gelasten, het te veel betaalde terug te geven.
Art. 5.
Het ter markt brengen van vee, zonder voorafgaande
betaling van het verschuldigd marktgeld, wordt als
ontduiking van belasting beschouwd, onverminderd de
invordering van het recht volgens de artt. 258 tot en
met 260 der Gemeentewet.
Art. 6.
Het constateeren van overtredingen van art. 5 wordt
behalve aan de ambtenaren der plaatselijke belastingen
en aan die genoemd in art. 8 van het Wetboek van
Strafvordering, in het bijzonder opgedragen aan den
marktmeester en aan de gaarders der markt- en weeg-
gelden.
Art. 4.
Ingeval van verschil tusschen hem, die vee ter markt
brengt, en den gaarder omtrent het verschuldigde recht
is eerstgemelde verplicht het van hem gevorderde te
voldoen, behoudens zijne bevoegdheid tot het indienen
van bezwaar bij Burgemeester en Wethouders, die
daarop in hoogste ressort beslissen.
Ingeval van verschil over het bedrag der te betalen
rechten, zijn de aanvragers verplicht, in afwachting van
's Raads uitspraak op de mogelijk in te brengen bezwa
ren, het door den directeur gevorderde bedrag te vol
doen.
K. a. de verordeningen tot het heffen van markt
en weeggelden voor het gebruik van de veemarkt en
van de daarop geplaatste weegtoestellen (gemeenteblad
1920, no. 7) te wijzigen als volgt:
I.
Art. 5 wordt gelezen als volgt:
Het is verboden vee ter markt te brengen zonder
voorafgaande betaling van het verschuldigd marktgeld.
II.
Art. 6 vervalt.
b. de verordening op de invordering van markt- en
weeggelden voor het gebruik van de veemarkt en van
de daarop geplaatste weegtoestellen (gemeenteblad
1920, no. 7) te wijzigen als volgt:
I.
Art. 4 wordt gelezen als volgt:
Ingeval van verschil tusschen hem, die vee ter markt
brengt, en den gaarder omtrent het verschuldigde recht
is eerstgemelde, in afwachting van 's Raads uitspraak
op de mogelijk in te brengen bezwaren, verplicht het
van hem gevorderde te voldoen.
II.
Na artikel 4 wordt ingevoegd een nieuw art. 4bis,
luidende als volgt:
Overtreding van art. 5 der verordening op het heffen
dezer belasting wordt gestraft met hechtenis van ten
hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijfen
twintig gulden.
L. te bepalen, dat voornoemde wijzigingen en aan
vullingen den 1 Mei 1922 in werking treden, behalve die
genoemd onder de letters A, E, F en G, die geacht
worden den 1 Januari 1922 in werking te zijn getreden.
M. Burgemeester en Wethouders te machtigen, in
dien noodig, den volledigen tekst van de verordeningen
bekend te maken, met vernummering, waar noodig, van
de artikels.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
Voorzitter.
Secretaris.
215