Bijl. no. 36.
Bijlage no. 36.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922.
AANVAARDING rijksvoorschotten bouw gemeente
woningen ten zuiden van den Harlingerstraat-
weg (bijlage no. 25).
Aan den Gemeenteraad.
In Uwe vergadering van den 23en Mei j.l. werd o. m.
besloten om ten behoeve van den bouw door de ge
meente van 60 arbeiderswoningen op terreinen ten zui
den van den Harlingerstraatweg voorwaardelijk een
crediet te verleenen van 213,803.52 en daartoe over
eenkomstig de bepalingen der Woningwet aan te vragen
uit 's Rijks kas een in 60 annuïteiten af te lossen voor
schot tot genoemd bedrag, of zooveel minder als voor
de uit te voeren werken minder noodig zal blijken te
zijn, benevens eene zoo hoog mogelijke bijdrage in de
betaling der genoemde annuïteiten.
Reeds bij schrijven van 4 juli 1922, no. 6023 M/B
185, afdeeling V, deelde de Minister van Arbeid aan ons
college mede dat hij in beginsel bereid was voor den
bovengenoemden bouw steun te verleenen, doch dat
voor het toestaan van een aflossingstermijn van 60 jaren
geen aanleiding werd gevonden.
Bij openbare aanbesteding van den bouw op 13 Juli
1922 werd het laagst ingeschreven voor 198,724.—,
terwijl aan bijkomende kosten volgens ons voorstel d.d.
18 Mei 1922 (bijlage no. 25) was geraamd 13,613.52.
Te samen 212,337.52, alzoo 1466.beneden het
verleende crediet.
Bij gemeenschappelijke beschikking van de Minis
ters van Arbeid en van Financiën d.d. 21 September
1922, no. 6023 M/V 2770, afdeeling V, zijn thans aan
deze gemeente, ten behoeve van den bovengemelden
bouw, verleend twee voorschotten uit 's Rijks kas, n.l.
ten hoogste 4500.— voor het dempen van slooten, op-
hoogen van het terrein enz. op 75-jarigen aflossings
termijn en van ten hoogste 207,837.52 ten behoeve van
den bouw op 50-jarigen aflossingstermijn. Te samen
alzoo aan voorschotten het zooeven genoemde bedrag
ad 212,337.52.
Voorts werd bij dezelfde beschikking, aan de hand
van een van Regeeringswege opgezette exploitatiereke
ning, een maximum-bijdrage uit 's Rijks kas toegezegd
van 3147.03. Bij de bepaling van dit bedrag is uit
gegaan van een gemiddelden huurprijs van ten minste
5.38 per week.
Zooals den Raad bekend is werd in ons bovenaan
gehaald voorstel (bijlage no. 25) voorloopig aangehou
den op een huurprijs van 4.60 per week voor de wo
ningen type A (43 stuks) en op 5.50 per week voor
die van type B (17 stuks), of op gemiddeld 4.855
per week. Het verschil met de door de Regeering aan
genomen minimumhuur is gelegen in het feit dat in ons
voorstel op een 60-jarigen aflossingstermijn is gerekend
en op een dekking door huren van 75 der exploitatie
uitgaven, terwijl het bouwvoorschot, blijkens de minis-
terieele beschikking, op 50-jarigen aflossingstermijn zal
worden verstrekt. Verder moet volgens de jongste
voorschriften thans 80 van de exploitatie-uitgaven
door huur worden gedekt. Bovendien is in de exploi
tatierekening der Regeering voor assurantie, onderhoud,
grondbelasting e. d. 60.per woning uitgetrokken,
waar in onze exploitatie voor genoemde posten op
50.per woning is gerekend.
Naar onze meening kunnen de hierboven genoemde
voorschotten uit 's Rijks kas worden aanvaard.
Tevens kan worden overgegaan tot definitieve rege
ling van de woninghuren. Het wil ons voorkomen dat
de in ons meergenoemd voorstel op 5.50 per week
uitgetrokken huren voor de B-typen op dit bedrag
kunnen worden gelaten. Ten einde te komen tot het
door de Regeering geeischte minimum van 5.38, zullen
de huren voor de A-typen vastgesteld dienen te worden
op ten minste 5.34 per week.
Wij hebben alzoo de eer U voor te stellen te besluiten:
I. met afwijking in zooverre van het onder D 1 van
het raadsbesluit d.d. 23 Mei 1922 no. 200R/124 be
paalde, ten laste der gemeente Leeuwarden tegen eene
rente van 6 's jaars te aanvaarden voorschotten uit
's Rijks kas, ten behoeve van den bouw door genoemde
gemeente van 60 arbeiderswoningen op terreinen ten
zuiden van den Harlingerstraatweg en wel:
a. een voorschot van ten hoogste 4500.voor het
dempen van slooten, ophoogen van het terrein enz. en
b. een voorschot van ten hoogste 207,837.52 ten
behoeve van den bouw der genoemde 60 woningen,
onder bepaling dat voor rente en aflossing van deze
voorschotten gedurende onderscheidenijk 75 en 50 jaren
een annuïteit moet worden voldaan, groot onderschei
denlijk 6.077 en 6.344 ten honderd van de werkelijk ver
leende voorschotten,
en verder op de door de Ministers van Arbeid en
van Financiën gestelde voorwaarden;
II. het onder c van het raadsbesluit d.d. 23 Mei 1922,
no. 200r/124 voorloopig toegestaan crediet ad
213,803.52, definitief te verleenen tot een bedrag van
212,337.52;
III. a. de huren van de 60 te stichten arbeiders
woningen ten zuiden van den Harlingerstraatweg te be
palen van de typen A op ten minste 5.34 per week en
van de typen B op ten minste 5.50 per week, met dien
verstande dat de huren ten minste zullen bedragen het
Ve 1/i gedeelte van het inkomen van den huurder;
b. Burgemeester en Wethouders te machtigen tot
verhuring van de onder a genoemde woningen over te
gaan, tegen de daar vermelde huurprijzen en verder
onder de voorwaarden die hun geraden zullen voor
komen.
Leeuwarden, 28 September 1922.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
A. JONKEREN, L.-Secrctaris.
377