Bijl. no. 7. bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. Strafverordeningen werd overgedragen. Het betreft ar tikel 6 der Bouwverordening, dat de bijdrage bepaalt in de kosten van het voortdurend onderhoud van straten, die, door particulieren aangelegd, aan de gemeente in eigendom moeten worden overgedragen. Deze bijdrage: 3.per M-. voor straten tweede klasse en 4.50 voor die der derde en vierde klasse, is indertijd in verband met de hooge materiaalprijzen en loonen vast gesteld en wordt op het oogenblik door de commissie voor de Openbare Werken te hoog geacht. Waar echter de prijzen dier materialen aan belangrijke schomme lingen kunnen onderhevig zijn, is het beter de vast stelling van het te betalen bedrag telkens bij afzonderlijk raadsbesluit te doen vaststellen. De kosten, door den aanlegger te betalen voor het van gemeentewege op den straataanleg te houden toezicht, vormen het '/in ge deelte van de evengenoemde bijdrage in de onderhouds kosten. Eindelijk wordt, ten behoeve van de ten stadhuize bewaard wordende archiefstukken van verleende bouw vergunningen, voorgesteld eene verandering in art. 67 van deze verordening aan te brengen, n.l. om bij eene bouwaanvrage inzending van plattegrond- en doorsnede- teekeningen in drie- in plaats van in tweevoud te vor deren. Over de wijzigingen in de artt. 69bis, 70 en 81 der Algemeene Politieverordening en artikel 6 der Bouwver ordening is het advies der Gezondheidscommissie inge wonnen, dat bij de stukken is gevoegd. Wij hebben mitsdien de eer U voor te stellen tot het vaststellen der wijzigingen: I. in de Algemeene Politieverordening; II. in de verordening op de Marktpolitie; III. in de Bouwverordening, volgens het hierbij gevoegd ontwerp. Leeuwarden, Februari 1924. De Commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen, de Voorzitter, J. M. VAN BEYMA. BESTAANDE REDACTIE Art. 1. In deze verordening wordt verstaan 1°. enz. 9°. onder „de bebouwde gemeentekom" dat ge deelte der gemeente, dat ingesloten wordt door het Stationsplein, den Zuidersingel, de Sneekerkade, de Verlaatsbrug, de Elisabethstraat, den Westersingel, den Harlingersingel, de Spanjaardslaan tot aan de oostgrens van het Rengerspark, de oostgrens van dat park tot aan de Ijsbaan, de zuidgrens van de Ijsbaan, de oostgrens van de Ijsbaan tot aan de 3de Korte Houtstraat, de 3de Korte Houtstraat, het verlengde van deze tot den ooste lijken oever van de Dokkumer Ee, de Dokkumer Ee van dit snijpunt af tot aan de Kloostersteeg, deze steeg, de Olde Galileën van deze steeg af tot de Leliestraat, de l eliestraat, de Willem Sprengerstraat, den Rijksweg van deze straat af tot het Kalverdijkje, het Kalverdijkje, den Weg naar Cambuur, het Gedempte Oranjewaltje, het Noordvliet oostwaarts van deze straat tot aan de Poppe- brug, de Poppebrug, den Poppeweg zuidwaarts van die brug, den Kanaalweg noordzijde tusschen den Poppe weg en de tweede Kanaalbrug, de tweede Kanaalbrug, den weg Achter de Hoven tot aan den Spoorovergang bij de Maria Louisestraat en den Staatsspoorweg van dien overgang af tot aan het Spoorstation, genoemde straten, singels, pleinen, wegen, kaden en bruggen inbegrepen. Art. 29. Wanneer bij harddraverijen of volksfeesten, bij het aangaan of uitgaan van tooneelvoorstellingen of andere openbare vermakelijkheden, bij aankomst of vertrek van openbare middelen van vervoer of bij eenige tot samen- ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden; gezien het voorstel van de Commissie voor het ont werpen van strafverordeningen, alsmede het advies der Gezondheidscommissie gegeven bij brief van 4 Februari 1924; besluit: vast te stellen de navolgende A. VERORDENING tot wijziging der Algemeene Politieverordening voor de gemeente Leeu warden. Art. I. In artikel 1, 9e, wordt in plaats van „den Wester singel en den Harlingersingel" gelezen „de Fontein straat, de Bildtsche straat tot aan den Harlingerstraat- weg, de straat van het punt waarbij laatstgenoemde straten samenkomen in noordoostelijke richting tot den Stienserweg, de Leeuwerikstraat, het Spanjaardsplein, de Spanjaardslaan O.Z. tot enz.", terwijl verder in plaats van „het Kalverdijkje, het Kalverdijkje, den Weg naar Cambuur" gelezen wordt „de straat ontworpen op de kadastrale perceelen sectie F nos. 3303, 3752, 3330, 3450 en 1573, in zuidelijke richting tot het Kalverdijkje, deze straat in zuidelijke richting tot den weg naar Cam buur, deze straat" en tusschen „de tweede kanaalbrug" en „den weg Achter de Hoven" wordt ingevoegd: „de Julianastraat, de Spoorstraat van den Spoorovergang bij de Julianastraat tot den weg Achter de Hoven". Art. II. Artikel 29 wordt gelezen als volgt: Ieder voetganger, bestuurder van een rijwiel of een motorrijtuig of een voertuig, geleider van trekdieren of vee, is verplicht op de straat de in het belang van het 284 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. loop van menschen aanleiding gevende gebeurtenis of in het algemeen in het belang der openbare orde, het verkeer langs bepaalde straten geheel of gedeeltelijk moet worden gestremd of daarvoor bepaalde richtingen moeten worden aangewezen, moet ieder zich onder werpen aan de bevelen dienaangaande van de politie. Art. 69bis. 1. De eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder van een sloot welke, of van een water, bedoeld in artikel 69, dat door verontreiniging, enz.; Art. 70. Het is verboden asch, vuilnis, faecaliën of urine op de straat, op stoepen of in goten aan de straat, in openbare wateren, in slooten en in wateren, bedoeld in artikel 69, in wanden of op het ijs te brengen, werpen of vegen. Art. 79. 1. De houder of gebruiker van een slachtplaats is verplicht, wanneer daarin wordt geslacht, de deuren of vensters daarvan zoodanig gesloten of ingericht te hebben, dat van de straat of daaraangrenzende stoep door die deuren of vensters niet naar binnen kan worden gezien. 2. Onder slachten is behalve het afmaken ook het villen, uithalen en schoonmaken van het dier begrepen. Art. 80. Het is verboden bloed, afkomstig van een geslacht dier, of met dat bloed vermengd water, op de straat te laten loopen of daarlangs te vegen. Art. 81. Slachters en poeliers zijn verplicht zorg te dragen, dat alle van geslachte dieren afkomstige onreinheid en afval in overdekte bakken of tonnen wordt verzameld en zoo spoedig mogelijk wordt vervoerd naar het terrein der gemeentereiniging. Art. 104. 1. Overtreding van artikelen 2, 19, 27, 28, 29, 30, 31-6, 33h, 46, 58, 63, 66, 69, 69bis, 76, 78, 81, 82, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste 25. 2. Overtreding van artikelen 20, 32, 34, 37, 376/s, 40, 40bis, 61, 62, 64, 65, 74, 79. 83, 88, 92, 93, 94, 96, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste 15. 3. Overtreding van artikelen 21, 24, 26, 31a, 35, 38, 42, 48, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 70, 71, 73, 75, 77, 80, 84, 85, 86, 87, 89, 95, 97, 98, 99, 100, 101, 102, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste 10. verkeer of de openbare orde door een ambtenaar der politie gegeven bevelen en aanwijzingen terstond op te volgen. Art. III. De aanvang van artikel 69bis wordt gelezen als volgt: 1. De eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder van een sloot, welke, of van een water, bedoeld in artikel 69 dat, naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders, door verontreiniging enz. Art. IV. Artikel 70 wordt gelezen als volgt: Het is verboden asch, vuilnis, faecaliën, urine, bloed of met bloed vermengd water op de straat, op stoepen of in goten aan de straat, in openbare wateren, in slooten en in wateren, bedoeld in art. 69, in wanden of op het ijs te brengen, werpen, laten loopen of vegen. Art. V. De artikelen 79 en 80 vervallen. Art. VI. Art. 81 wordt gelezen als volgt: Slachters en poeliers zijn verplicht zorg te dragen dat alle van geslachte dieren afkomstige onreinheid en afval, nadat deze in goed afgedekte waterdichte bakken is verzameld en met kalk bestrooid, zoo spoedig mogelijk vervoerd wordt naar het terrein der gemeentereiniging. Art. VIL Na art. 91 wordt ingelascht een nieuw art. 91 bis, luidende als volgt: De bestuurder van een motorrijtuig, dat ingericht is voor het vervoeren van meer dan acht personen en zich bevindt op een weg als bedoeld in artikel 1, 2°, der Motor- en Rijwielwet, is verplicht op de eerste vordering van een der ambtenaren van politie een geldig bewijs te toonen dat het motorrijtuig voor het gebruik op die wegen door Burgemeester en Wethouders is goedge keurd. Art. VIII. In art. 104, le lid, wordt na „82" ingelascht „91 bis", in het 2e lid vervalt het cijfer 79 en in het 3e lid het cijfer 80.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1924 | | pagina 142