Bijlage no. 9 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. verplicht is, wordt op de ambtenaren, die den dienst der gemeente vóór 1 Juli 1922 hebben verlaten, ver haald het bij de wet toegestane gedeelte der bijdrage, bedoeld in artikel 135 der Pensioenwet 1922" c. te bepalen, dat deze wijziging geacht wordt den 1 Juli 1922 in werking te zijn getreden. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, 288 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. Bijl. no. 9. BOUW van een koelhuis (bijlagen nos. 6 en 23 van 1917 en 39 van 1922). Aan den Gemeenteraad. In de vergadering van 23 October 1923 werd door 11 om prae-advies in onze handen gesteld een adres met memorie van toelichting van H. de Vries e. a. om aan het slachthuis alsnog een koelhuis te verbinden. Zooals uit de in boven aangehaalde bijlagen vervatte voorstel len en de naar aanleiding daarvan genomen besluiten kan blijken is Uwe Vergadering met ons steeds over tuigd geweest van de wenschelijkheid om aan het slacht huis een koelhuis te verbinden. Dat wij desondanks voorstelden het onderhavige adres voor kennisgeving aan te nemen vond zijn oorzaak in hetgeen aan de stich ting der slachtplaats is voorafgegaan. Tegen de indertijd toegestane credieten voor den bouw van een abattoir, d. i. slacht- en koelhuis, hebben Gedeputeerde Staten herhaaldelijk bezwaar gemaakt, doch ten slotte is vol gens het U bekende verloop der zaak van de zijde van dit college te kennen gegeven, dat indien het koelhuis achterwege werd gelaten, geen bezwaar zou bestaan tegen den bouw eener centrale slachtgelegenheid, waartoe de Raad besloot. Gezien deze voorge schiedenis en in verband met de besprekingen, welke wij over deze zaak met Gedeputeerde Staten voerden, scheen het ons niet verdedigbaar om op een tijdstip, waarop met den bouw van het slachthuis nauwelijks was begonnen, van onze zijde mede te werken om reeds opnieuw op het koelhuis-vraagstuk terug te komen. Nu echter uit Uw besluit, om het adres der slagers aan ons om prae-advies te zenden, bij Uwe vergadering, die trouwens door geene toezegging is gebonden, de neiging bleek te bestaan om nogmaals de stichting van een koelhuis te overwegen, waarbij zich geheel aansluit het hierbij overgelegd advies der Gezondheidscom missie, hebben wij het noodige verricht om U hiertoe in de gelegenheid te stellen, de beslissing in dezen overigens geheel aan U overlatende. Door de heeren Huurman en Stok, de architecten van het thans in aanbouw zijnde slachthuis, is op ons ver zoek een plan, dat zich bij dien bouw aansluit, in gezonden, waarvan zij de kosten ramen op 118.200. Hiervan uitgaande hebben wij de hieronder volgende exploitatierekening voor een slacht- en koelhuis op gezet, waaraan enkele toelichtende opmerkingen mogen voorafgaan. Voor wat betreft de inkomsten, is aangenomen, dat de slachtrechten met inbegrip van de koelrechten zullen bedragen voor een paard en een rund 10.—, een kalf 5.een nuchteren kalf 1.50, een varken 5.een schaap 2.en een geit 1.50. Over 1923 zijn ge slacht 1449 paarden, 3011 runderen, 1754 kalveren, 1501 nuchteren kalveren, 2240 varkens, 181 schapen en 80 geiten. Voor het tijdvak 1 September 192231 De cember 1923 zijn deze getallen respectievelijk 629. 4172, 2745, 1524, 3163, 353 en 103. Bij de hiervoor genoemde rechten zou de opbrengst in 1923 zijn geweest 57.303.50 en voor het tijdvak 1 September 1922 31 December 1923 (16 maanden) 80.700.50 of per 12 maanden 60.525.50. Aangenomen is een opbrengst, liggende tusschen dit bedrag en het voor 1923 ge noemde, n.l. 58.500. Hierbij dient nog te worden op gemerkt, dat geen rekening is gehouden met eventueele slachtingen uit Leeitwarderadeel. Het keurloon voor ingevoerd vleesch, te stellen op 0.03 per K.G. (thans 0.02), zal naar de opbrengst over 1923 opleveren 14.985.Ten aanzien van de andere posten is rekening gehouden met de resultaten in koelhuizen elders. Na deze toelichting ramen wij de volgende inkomsten: Slachtrechten58.500. Keurloonen ingevoerd vleesch 14.985. ld. ingevoerde vleeschwaren 2.000. Weegrechten3.500. Steriliseer- en smeltrechten 100. Stalrechten 1.000. Huur lokaal rijksambtenaren 100. 80.185.— Bij de uitgaven, waarvoor voorzoover noodig met de kosten in andere plaatsen te rade is gegaan, dient te worden opgemerkt, dat in het eerste exploitatiejaar terstond eene extra-afschrijving van 40.000.welke op de installatie is gedacht, kan geschieden uit de ge reserveerde winst van den vleeschkeuringsdienst, welke als volgt is samengesteld 1922 8873, 1923 21.622.— en 1924 (tot 1 Juli) 10.000.—, totaal 40.495.De kosten der inrichtingen bedragen met uitzondering van die voor den grond slachthuis 230.000.koelhuis 118.200, oude installatie 50.000.totaal 398.200.zoodat de kapitaal rente moet worden voldaan over dit bedrag, verminderd met 40.000.— is 358.200.—. De uitgaven worden dan als volgt geraamd Kapitaalrente van 398.200.40.000. afschrijving is 358.200.6 21.492. Afschrijv. op gebouwen 305.700.2 installatie 72.500. 40.000.afschrijv. is 32.500.4 Afschrijv. op machiner. 20.000.10 Rente van den grond 38350.6 Onderhoud gebouwen installatie en machines Olie, ammoniak, zout Waterverbruik (8400 M3. a 14 cent) Nortonpomp, stroom en afschrijving Electriciteit Steenkolen Gasverbruik Onderhoud gereedschappen Veevoeder en stroo Reinigings- en ontsmettingsmiddelen Laboratoriumbehoeften Kantoorbehoeften, telefoon, porti Verwarming dienstvertrekken Assurantie Diversen en onvoorzien Salaris directeur pl.v. directeur 3 hulpkeurmeesters boekhouder machinist werkman pl.v. machinist 3 werklieden stalknecht Pensioensbijdragen 6.114. 1.300.— 2.000.— 2.301.— 2.000.— 1.700.— 600.— 1176. 350. 5.000. 3.000.— 100.— 600.— 1.000.— 300.— 500.— 800.— 300.— 300.— 688. 6.000. 500. 5.500 2.300.— 2.000.- 1.800.— 5.100.— 1.600.— 3.844.— Totaal 80.265.— Naar dezen opzet zou het slacht- en koelhuisbedrijf dus ongeveer rendabel kunnen worden geacht, waarbij in het oog moet worden gehouden, dat deze opzet het eerste en derhalve het moeilijkste exploitatiejaar betreft. Door de rentebesparing tengevolge van de aflossingen en de vermeerdering van inkomsten uit de bij eene nor male stijging van het aantal inwoners te verwachten toeneming van het vleeschverbruik zal de rekening na eenige jaren allicht een gunstiger beeld vertoonen. In aansluiting aan het hiervoor opgemerkte meenen wij de beslissing omtrent de stichting van een koelhuis verder geheel aan IJ te moeten overlaten en volstaan derhalve met overlegging der stukken. Indien Uwe Vergadering van meening is, dat tot den 289

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1924 | | pagina 144