m Bijlage no. 11. X Tt Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. Bijl. no. li. HERNIEUWDE vaststelling van het besluit tot heffing van bruggelden. Aan den Gemeenteraad. De verordening tot heffing van eene belasting onder den naam van bruggeld voor het afdraaien of ophalen van de Harlingervaartsbrug, de Wirdumerpoortsbrug, de Prins Hendrikbrug, de Vrouwenpoortsbrug, de Noor- derbrug, de Verversbrug, de bruggen over het Nieuwe Kanaal, de Oosterbrug, de Vlietsterbrug, de Boomsbrug, de Blauwe brug, de Witte brug en de Poppebrug, vast gesteld bij raadsbesluit d.d. 27 Mei 1919, is goedge keurd bij Koninklijk besluit d.d. 29 Juli 1919 no. 52 tot 1 Augustus 1924. Teneinde met de heffing te kunnen voortgaan, dient vóór gemelden datum de verordening opnieuw te worden vastgesteld. De verordening op de invorde ring, eveneens vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 27 Mei 1919, gewijzigd bij raadsbesluit d.d. 14 Februari 1922, kan onveranderd voor de hernieuwde heffing blijven gelden. Dat met een heffing naar de bestaande tarieven wordt voldaan aan den eisch, gesteld bij art. 254 der gemeente wet, moge blijken uit het volgende De opbrengst van het bruggeld voor het afdraaien van de Harlingervaartsbrug, de Prins Hendrikbrug, de Vrouwenpoortsbrug, de Noorderbrug, de Verversbrug en de bruggen over het Nieuwe Kanaal bedroeg in 1920 21.673.125 192120.366.05 1922 23.609.775 1923 26.569.82"' of gemiddeld per jaar 23.054.69. De overige bruggen worden verpacht onder toegift. De uitgaven hebben bedragen als volgt o. onderhoud aan de bruggen in 1920 13.438.52 192116.014.30 1922 11.656.19 1923 13.178.30 54.287.31 b. onderhoud van de brugwachters woningen in 1920 6.095.78 19214.825.42 1922 3.115.01 1923 4.340.04 18.376.25 transporteeren 72.663.56 c. per transport jaarwedden van de gaarders der bruggelden in 1920 33.622.48 „192134.144.45 1922 38.823.32 1923 42.107.55 72.663.56 148.697.80 d. kosten van verlichting over die jaren 3.340. e. politiebewaking op marktdagen 1.040. huur brugwachterswoningen 4.500. g. kosten pensioen en ongevallenver zekering 20.935.45 h. toegift brugwachters van de Ooster-, de Vlietster-, de Booms-, de Blauwe-, de Witte- en de Poppebrug 7.601.74 i. aanschaffing en onderhoud van dienst- kleeding496. Totaal 259.274.55 of gemiddeld per jaar 64.818.63. In verband met het voorafgaande hebben wij, in overleg met de Financieele Commissie, de eer U voor te stellen te besluiten met 1 Augustus 1924 opnieuw vast te stellen de Verordening tot heffing van eene belasting onder den naam van bruggeld voor het afdraaien of op halen van de Harlingervaartsbrug, de Wirdumerpoorts brug, de Prins Hendrikbrug, de Vrouwenpoortsbrug, de Noorderbrug, de Verversbrug, de bruggen over het Nieuwe Kanaal, de Oosterbrug, de Vlietsterbrug, de Boomsbrug, de Blauwe brug, de Witte brug en de Poppebrug, zooals die is opgenomen in gemeenteblad no. 35 van 1919. Leeuwarden, 8 Mei 1924. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. 293

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1924 | | pagina 146