Bijl. no. 14. Bijlage no. 14. I I ll Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. WIJZIGING van de verordening op de school van middelbaar onderwijs voor meisjes (gemeen tebladen nos. 23 van 1921 en 14 en 28 van 1923). Aan den Gemeenteraad. De directrice der school van middelbaar onderwijs voor meisjes heeft, in overleg met de aan die school ver- j bonden docenten, bij ons een verzoek ingediend tot wijziging van enkele artikelen der verordening voor die school, over welke wijzigingen wij het advies van de Commissie van Toezicht op en van den inspecteur van j het Middelbaar Onderwijs hebben ingewonnen. De als gevolg daarvan wenschelijk geachte verande ringen vinden hieronder eenige toelichting en zijn in het hierbij aangeboden ontwerp belichaamd. Art. 1 ter. Het vak naaien en verstellen, dat niet meer op de Industrie- en Huishoudschool onderwezen wordt (zie art. 1 quater), kan gerekend worden te behooren tot de handwerken (vak k). De vakken staatsinrichting, kosmografie en kunstge- schiedenis worden ook thans reeds onderwezen, n.l. onder de geschiedenis-, aardrijkskunde- en teekenlessen. Het is evenwel wenschelijk deze vakken afzonderlijk te noemen, om de verplichting, dat zij onderwezen moeten worden, duidelijk te doen uitkomen. Bovendien zijn deze vakken zoo verschillend van die, waaronder zij tot dus ver gerekend werden te behooren, dat het juister mag worden geacht op de kwartaalsrapporten, die de ouders der leerlingen ontvangen, daarvoor een afzonderlijk waardeeringscijfer te geven. Het vak staathuishoudkunde is toegevoegd aan de te onderwijzen vakken om den leerlingen hierover eenige begrippen bij te brengen, wat in den tegenwoordigen tijd wenschelijk is te achten. Art. /quater. Uit het le lid van dit artikel moet het vak r (naaien en verstellen) vervallen, omdat dit onder wijs niet meer op de Industrie- en Huishoudschool ge geven wordt. Als gevolg daarvan neemt het aantal les uren voor de andere op die school gegeven wordende vakken (o, p en q) niet meer elke week twee school tijden in beslag, doch de eene week twee en de andere week één. Waar de Commissie van Toezicht met de Industrie- en Huishoudschool geene bemoeiingen meer heeft door dat deze school bij het bijzonder Nijverheidsonderwijs is ondergebracht, wordt voorgesteld de regeling, be doeld in het le lid, over te laten aan de beide direc trices onder goedkeuring van Burgemeester en Wet houders. Wijziging van het laatste lid (vacantiën) is uit den aard der zaak noodzakelijk. Art. 2, le en 2e lid. De inspecteur van het middel baar onderwijs stelt er prijs op dat de prijzen van de boeken vermeld staan in het progamma. Daar het voor de regeling der lessen gemakkelijker is wanneer de goedkeuring op het programma eerder verkregen wordt, is het wenschelijk het programma in de maand Mei te doen inzenden. Art. 3. Daar de zanglessen onder de gewone lesuren vallen, moet het volgen daarvan verplicht zijn; uitzon dering kan worden toegelaten voor die leerlingen, die daarvoor geen aanleg bezitten. Wanneer leerlingen in de eerste drie jaren de lessen in de wiskunde niet bijgewoond hebben, is het niet mogelijk dat zij het onderwijs in natuur- en scheikunde en kosmografie kunnen volgen. Vandaar dat voorgesteld wordt eene bepaling daaromtrent op te nemen. In de verordening is thans niet bepaald dat de wis kunde van de 4e klasse af niet meer gegeven wordt of facultatief is. Aangenomen mag worden dat het bij de reorganisatie van deze school, welke in 1921 tot stand kwam, de bedoeling was dat de huishoudelijke vakken, welke toen werden ingevoerd, voor een klein gedeelte in de plaats van de wiskunde kwamen en dat de leer lingen, die op de school waren toen die reorganisatie haar beslag kreeg, nog in de gelegenheid gesteld zouden worden het onderwijs in de wiskunde, desgewenscht, te kunnen volgen. Sindsdien is evenwel gebleken dat er ook voortaan voor het onderwijs in de wiskunde nog tijd beschikbaar is, zonder dat de leerlingen te veel belast worden. Daar bovendien vele ouders er prijs op stellen dat de leerlingen de wiskunde-lessen niet missen, wat ook al weer van belang is voor het volgen van de lessen in de natuur- en scheikunde, wordt het beter geacht het vak niet geheel te laten vervallen. Er is onder deze omstandigheden alles voor om het facultatief te stellen. De leerlingen die te veel moeite met wiskunde hebben kunnen daarvan dan worden vrijgesteld. Zij toch zijn in de eerste drie jaren in dat vak behoorlijk onder legd, zoodat verwacht mag worden dat het onderwijs in de natuur- en scheikunde kan worden gevolgd. Het wordt wenschelijk geacht dat van het volgen van het onderwijs in de wiskunde van de vierde klasse af eene aanteekening op het diploma wordt geplaatst. De di ploma's van andere soortgelijke scholen toch omvatten de wiskunde tot en met de vijfde klasse, zoodat, indien dat onderwijs niet van de vierde klasse af is gevolgd, het aan onze school uit te reiken diploma niet volkomen gelijk staat met die welke aan de andere scholen worden afgegeven. Opdat de school zooveel mogelijk aan veler belangen dienstbaar wordt gemaakt is eene bepaling opgenomen dat ook niet-leerlingen voor het volgen van enkele vak ken kunnen worden toegelaten. Art. 4. Onder opmerking dat eene zomervacantie van zeven weken voldoende wordt geacht, deelen wij mede dat de overige wijzigingen in dit artikel zijn aan gebracht op verzoek van het onderwijzend personeel. De bestaande regeling schijnt, vooral wat de zomer vacantie betreft, wijl deze te vroeg zou kunnen be ginnen, bezwaren op te leveren. Art. 7. Het wordt juister geacht te spreken van „verlof" dan van het „verlaten der gemeente". Een leerares, die b.v. na Donderdag geen les meer behoeft te geven en die van Donderdagavond tot Zondagavond of Maandagmorgen uit de stad zou willen gaan, zou, volgens de bestaande regeling, aan Burgemeester en Wethouders toestemming moeten vragen. Art. 7bis. Omdat het nadeelig voor het onder wijs mag worden geacht dat gedurende het laatste gedeelte van den cursus wisseling van docenten plaats heeft is deze bepaling, welke ook voor Rijks-scholen geldt, opgenomen. Art. 8. De aan het 5e lid van dit artikel toegevoegde bepaling heeft tot strekking dat in spoedeischende ge vallen, b.v. bij plotselinge ziekte van een docent welke eenigen tijd zou kunnen aanhouden, niet gewacht be hoeft te worden op een raadsbesluit tot benoeming van een vervanger. Art. 10. Hier dient onderscheid te worden gemaakt tusschen het geven van onderwijs aan andere inrich tingen en het geven van privaat-onderwijs aan leer lingen van de school zelve. Over het eerste behooren Burgemeester en Wethouders en over het laatste de Commissie van Toezicht te beslissen. Art. 11. De voorgestelde verandering in het vierde

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1924 | | pagina 150