Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924.
lid van dit artikel beoogt te voorkomen dat een
leerling gedurende de vacantie de noodige kennis wordt
bijgebracht, waardoor de betrokkene misschien geeste
lijk eenigszins vermoeid op school zou komen. In bij
zondere gevallen kan dan altijd nog, zooals uit de
redactie blijkt, na de vacantie een onderzoek plaats
hebben.
Het zesde lid is aangevuld om duidelijk te laten uit
komen dat deze leerlingen zonder onderzoek worden
toegelaten.
Wij meenen bij deze gelegenheid niet onvermeld te
moeten laten de door ons bij de behandeling van de
gemeente-begrooting in Uwe vergadering van 27/29
December 1923 overgenomen motie van Uwe mede
leden, de heeren H. de Boer en K. de Boer, luidende
„De Raad, van oordeel, dat eene uitgave van meer
dan 30.000.ten behoeve van de middelbare school
voor meisjes alleen dan gerechtvaardigd is, wanneer
vóór alles de maatschappelijke nuttigheid dezer onder-
wijs-inrichting kan worden aangetoond, draagt Burge
meester en Wethouders op vóór de eerstvolgende be
grooting een rapport hierover aan den Raad over te
leggen".
Het zou voor de hand gelegen hebben dat die motie
tegelijk hierbij was behandeld.
Wijl de directrice der school, die wel in de allereerste
plaats daarover haar oordeel zal dienen mede te deelen,
met langdurig ziekteverlof is, hebben wij gemeend deze
aangelegenheid tot haar terugkomst te moeten laten
rusten. Bovendien zullen de commissie van toezicht en
de inspecteur van het middelbaar onderwijs gehoord
moeten worden. Het was echter van belang de thans
aanhangig gemaakte verordeningswijziging niet tot
zoolang te laten liggen.
Onder overlegging der betrekkelijke stukken hebben
wij de eer U in overweging te geven het hieronder
afgedrukte ontwerp tot besluit Uwer Vergadering te
verheffen.
Leeuwarden, 22 Mei 1924.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. \ter.
In de afdeeling B wordt onderwijs gegeven in de
volgende leervakken
a. de nederlandsche taal en letterkunde
b. fransche
c. duitsche
d. engelsche
e. geschiedenis
aardrijkskunde
g. wiskunoe
h. dier- en plantkunde
natuur- en scheikunde
j. het teekenen
k. de handwerken;
I. gymnastiek
m. zang
n. handelswetenschappen
o. het koken en de voedingsleer
p. de huishoudkunde, gezondheidsleer
q. behandeling der wasch
het naaien en verstellen.
Art. 1 quater.
De leervakken, bedoeld onder o, p, q en r van art.
1 ter, worden gegeven in de Leeuwarder Industrie- en
Huishoudschool. Het aantal lesuren neemt ten hoogste
twee schooltijden per week in beslag, in klassen 4B en
5B. De nadere regeling wordt aan het bestuur dier
school overgelaten, in overleg met de commissie van
toezicht.
De volgende artikelen zijn niet van toepassing op het
onderwijs, in dit artikel bedoeld, noch op de docenten,
die hierin les geven, met uitzondering van het bepaalde
bij artt. 3 en 15.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
besluit:
de verordening op de school van Middelbaar Onder
wijs voor meisjes in de gemeente Leeuwarden te wijzi
gen als volgt:
I.
In artikel 1 ter vervalt het leervak r (het naaien en
verstellen), terwijl daaraan worden toegevoegd de leer
vakken:
r. staatsinrichting;
s. staathuishoudkunde;
t. kosmografie;
u. kunstgeschiedenis.
II.
Artikel 1 quater wordt gelezen als volgt:
De leervakken, bedoeld onder o, p en q van art. 1 ter
worden gegeven in de Leeuwarder Industrie- en Huis
houdschool. Het aantal lesuren neemt ten hoogste drie
schooltijden in de twee weken in beslag in klassen 4B
en 5B. De regeling van een en ander wordt aan het on
derling overleg der beide directrices overgelaten, be
houdens nadere goedkeuring van Burgemeester en Wet
houders.
De volgende artikelen zijn niet van toepassing op het
onderwijs, in dit artikel bedoeld, noch op de docenten,
308
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. Bijl. no. 14.
De vacantiën worden tegelijkertijd gegeven met die
aan de school van Middelbaar Onderwijs voor Meisjes.
Indien de vacantiën aan de Industrie- en Huishoud
school niet samenvallen met die aan de school van
Middelbaar Onderwijs voor Meisjes, worden de in dit
art. bedoelde lessen zoolang niet gegeven.
Art. 2, le en 2e lid.
Jaarlijks wordt een programma der lessen voor een
volgend schooljaar vastgesteld, vermeldende het getal
der lesuren, wekelijks in ieder vak en in iedere klasse
te geven, de namen der leeraressen en leeraren, met het
onderwijs in elk vak belast, benevens de daarbij te ge
bruiken boeken en zooveel doenlijk de in iedere klasse
voor ieder vak te behandelen leerstof.
Dit programma wordt door de directrice, in overleg
met het overige onderwijzend personeel, opgemaakt en
in de eerste helft der maand Juni aan de commissie van
toezicht ingezonden, welke het onder bijvoeging van het
daarop ingewonnen advies van den inspecteur van het
middelbaar onderwijs met haar advies aan Burge
meester en Wethouders ter vaststelling aanbiedt.
Een door de directrice opgemaakte rooster der lesuren
wordt door haar aan de goedkeuring der commissie van
toezicht onderworpen.
Art. 3.
Elke leerlinge is verplicht al de lessen te volgen, met
uitzondering van den zang. In dit vak zijn de lessen
alleen verplichtend voor de leerlingen, die bij het begin
van den cursus hebben opgegeven deze te zullen volgen.
Van een of meer andere vakken kan slechts vrijstel
ling worden verleend, wat betreft klassen I en II voor
alle leerlingen en overigens alleen voor de leerlingen van
afdeeling B, door Burgemeester en Wethouders, na in
gewonnen advies van de directrice, tenzij om redenen
van gezondheid, in welk geval de vrijstelling kan worden
verleend door de commissie van toezicht, na ingewonnen
advies van de directrice.
De commissie van toezicht doet van de verleende vrij
stelling mededeeling aan Burgemeester en Wethouders.
Art. 4.
Er zijn drie vacantiën, eene van ten hoogste acht
weken, beginnende den tweeden Woensdag in Juli te
12 uur 's middags, eene met Kerstmis van twee weken
en eene met Paschen van elf dagen, aanvangende op
Goeden Vrijdag.
De cursus begint met het einde van de zomervacantie.
Burgemeecster en Wethouders hebben de bevoegd
heid, zoo dikwijls dit door hen noodig of wenschelijk
wordt geoordeeld, te bepalen, dat geen onderwijs zal
worden gegeven.
die hierin les geven, met uitzondering van het bepaalde
bij artt. 3 en 15.
Voor zoover de vacantiën aan beide inrichtingen niet
samenvallen, staan, als een dezer scholen vacantie heeft,
de lessen stil.
III.
In het le lid van art. 2 worden na het woord „boeken"
ingelascht de woorden „en de prijzen daarvan", terwijl
in het 2e lid van dat artikel in plaats van „in de eerste
helft der maand Juni" wordt gelezen „in de maand Mei".
IV.
Artikel 3 wordt gelezen als volgt:
Elke leerlinge is verplicht alle lessen te volgen. Van
het volgen der zanglessen kan door de directrice op
advies van de betrokken docent vrijstelling worden ver
leend.
Van een of meer andere vakken kan slechts vrijstel
ling worden verleend, wat betreft klassen I en II voor
alle leerlingen en overigens alleen voor de leerlingen
van afdeeling B, door Burgemeester en Wethouders, na
ingewonnen advies van de directrice, tenzij om redenen
van gezondheid, in welk geval de vrijstelling kan worden
verleend door de commissie van toezicht, na ingewonnen
advies van de directrice.
De vakken natuurkunde, scheikunde en kosmografie
mogen niet bijgewoond worden door die leerlingen,
welke niet in de eerste drie klassen de wiskunde hebben
gevolgd.
In afdeeling B is van de vierde klasse af de wiskunde
facultatief. Wanneer de wiskunde gevolgd is, wordt
daarvan op het diploma melding gemaakt.
De directrice en de commissie van toezicht doen van
de verleende vrijstelling mededeeling aan Burgemeester
en Wethouders.
Aan niet-leerlingen kan door Burgemeester en Wet
houders, na ingewonnen advies van de directrice, toe
gestaan worden enkele vakken te volgen in de B-afdee-
ling mits ten genoege van de directrice en de betrokken
docenten gebleken is dat in die vakken voldoende voor
opleiding genoten is.
V.
Artikel 4 wordt gelezen als volgt:
Er zijn drie vacantiën, een van ten hoogste zeven
weken, beginnende op den Woensdag in de week van
10 tot 17 Juli, een met Kerstmis van ongeveer twee
weken en een met Paschen van ongeveer elf dagen.
De cursus begint met het einde van de zomervacantie.
Burgemeester en Wethouders hebben de bevoegdheid,
zoo dikwijls dit door hen noodig of wenschelijk wordt
geoordeeld, te bepalen, dat geen onderwijs zal worden
gegeven. In spoedeischende gevallen kan de wethouder,
meer in het bijzonder belast met de zaken het onderwijs
betreffende, de directrice toestaan gedurende een school
tijd vrij te geven.
309