Bijl. no. 16.
Bijlage no. 16.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924.
de som, welke hun als wedde zou zijn toegekomen vol
gens de op 31 Augustus 1923 te hunnen aanzien gel
dende salarisregeling.
De ingevolge het bovenstaande gevonden wedden
worden naar boven tot veelvouden van 10.afgerond.
Als kostwinner van een gezin zullen worden aange
merkt:
a. weduwnaars, weduwen en gescheiden echtge-
nooten, die een of meer wettige of wettelijk erkende
kinderen of stiefkinderen te hunnen laste hebben;
b. zij die zorgdragen voor het onderhoud van ouders,
pleegouders, grootouders, broeders of zusters, welke
niet in staat zijn in eigen onderhoud te voorzien en geen
steun van derden genieten, een en ander beoordeeld naar
den toestand op 16 April 1924;
c. gehuwde vrouwen, voor zoover haar gezin uit
sluitend of in hoofdzaak op hare inkomsten is aange
wezen.
De pensioensgrondslagen ingevolge artikel 150 der
Pensioenwet 1922 zullen eventueel worden bevestigd op
het bedrag van den pensioensgrondslag, die de vast
aangestelde ambtenaar op 30 Juni 1922 had, ingeval
namelijk dat bedrag hooger is dan de nieuwe wedde.
Het verhaal der pensioensbijdragen, bedoeld in artikel
Aan
Burgemeester en Wethouders
van Leeuwarden.
Litt. C.
ONTWERP.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 2.
De jaarwedden der leeraren, enz. aan het gymnasium
worden geregeld overeenkomstig de bepalingen, vervat
in de volgende artikelen, met dien verstande, dat de
daarin aangegeven bezoldigingen worden verminderd
met vier ten honderd en het aldus verkregen bedrag tot
een tiental van guldens naar boven wordt afgerond.
36 der Pensioenwet 1922 zal echter slechts zijn te oefe
nen tot het bedrag der verminderde wedde. Een wijzi
ging van het Koninklijk besluit van 28 November 1922
(Staatsblad no. 688) zal in verband hiermede worden
bevorderd.
In afwachting van eene door mij nader te nemen be
slissing omtrent de vraag, of voor het behoud van het
rijkssubsidie ook in de toekomst de eisch zal moeten
worden gesteld dat de Rijksregeling onveranderd voor
de gemeentelijke hoogere burgerscholen, lycea en gym
nasia gelde, zal voorloopig de bovenbedoelde regeling
met ingang van 1 Mei 1924 ongewijzigd moeten worden
ingevoerd.
Gaarne zie ik de aldus gewijzigde salarisregeling ter
goedkeuring tegemoet, tenzij in de thans vigeerende
salarisregeling is bepaald, dat eventueele wijzigingen in
de regeling voor het personeel der Rijks hoogere burger
scholen automatisch worden gevolgd.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen
Voor den Minister,
De Secretaris-Generaal,
DUPARC, l.-S.-G.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
besluit:
vast te stellen de volgende
VERORDENING tot wijziging van de verordening tot
vaststelling van het getal en de jaarwedden
der leeraren enz. aan het gymnasium.
Art. 2 wordt als volgt gelezen:
De jaarwedden der leeraren enz. aan het gymnasium
worden geregeld overeenkomstig de bepalingen, vervat
in de volgende artikelen, met dien verstande, dat de
daarin aangegeven bezoldigingen worden verminderd
met vier ten honderd en het aldus verkregen bedrag tot
een tiental van guldens naar boven wordt afgerond,
alsmede dat, indien en zoolang, te rekenen van 1 Mei
1924 af, door den betrokken Minister in verband met
het voor het gymnasium genoten rijkssubsidie de eisch
van al of niet percentsgewijze vermindering dezer be
zoldigingen wordt gesteld, die vermindering, tenzij de
Gemeenteraad anders besluite, wordt toegepast.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd.
314
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924.
WIJZIGING van de Instructie voor den keurings
veearts te Leeuwarden (gemeenteblad
1922 no. 23).
Aan den Gemeenteraad.
In verband met de naderende opening van het open
baar slachthuis, moet worden voorzien in de betrekking
van Directeur van die inrichting. Het schijnt ons aange
wezen dat de keuringsveearts met die betrekking wordt
belast, hetgeen door een kleine wijziging van diens
instructie mogelijk kan worden gemaakt.
De wijziging zal bestaan in het toevoegen van een
nieuw derde lid aan artikel 15 der instructie, waarin de
keuringsveearts wordt belast met de betrekking van
Directeur van het openbaar slachthuis. De aan die be
trekking verbonden bijzondere verplichtingen kunnen
worden opgenomen in een afzonderlijke instructie,
waarvan het ontwerp U eerlang zal worden aangeboden.
Wij hebben de eer U voor te stellen het navolgende
ontwerp tot Uw besluit te verheffen.
Leeuwarden, 19 Juni 1924.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 15.
Het is hem niet toegestaan de veeartsenijkundige
praktijk uit te oefenen.
Hij is, desverlangd, verplicht om zonder bezoldiging
mede te werken aan het onderzoek van het vee, dat
binnen de gemeente ter markt wordt gebracht.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wet
houders;
gelet op de bepalingen der Vleeschkeuringswet
(Staatsblad 1919 no. 524)
besluit:
I. de Instructie voor den keuringsveearts te Leeu
warden (gemeenteblad 1922 no. 23) te wijzigen als
volgt:
Aan art. 15 wordt toegevoegd een derde lid, luidende
als volgt:
Hij bekleedt tevens de betrekking van Directeur van
het openbaar slachthuis en gedraagt zich in die be
trekking naar de door den Raad daarvoor vast te stellen
instructie;
II. te bepalen, dat deze wijziging in werking treedt
met ingang van den datum waarop zij in het gemeente
blad wordt opgenomen.
De Raad voornoemd,
Leeuwarden, 19
315