Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924.
cessionarisse overgelaten zich van de vergunning van
derden te voorzien, voor zoover deze voor het leggen,
hebben, gebruiken en onderhouden van buizen en ge
leidingen noodig mocht zijn.
2. Voor het in het vorig lid verleende recht wordt
tijdens den duur dezer concessie onder geen vorm be
taling of vergoeding gevorderd.
ARTIKEL 3.
Verplichting tot waterlevering.
1. De concessionarisse is verplicht in alle perceelen
binnen het gebied dat op de bij deze concessie behoo-
rende kaart met een roode lijn is aangeduid, op verlan
gen van den eigenaar van het perceel water te leveren
op de voor ieder geldende voorwaarden.
2. De aansluiting en de aanvang der waterlevering
geschieden zoo spoedig mogelijk na ontvangst der daar
toe betrekkelijke aanvrage.
3. Waterlevering kan gedurende het geheele etmaal
worden verlangd, overmacht uitgezonderd.
4. Met afwijking van het hiervoor bepaalde, bestaat
voor de concessionarisse geen verplichting tot water
levering aan ondernemingen en bedrijven die abnormaal
groote hoeveelheden water gebruiken.
ARTIKEL 4.
Uitbreiding waterleidingwerken.
L De concessionarisse is verplicht hare waterlei
dingwerken uit te breiden tot deelen der gemeente
buiten het in het eerste lid van artikel 3 bedoelde gebied
en aldaar water te leveren op de voor ieder geldende
voorwaarden.
2. Indien de concessionarisse echter van meening is,
dat uit de exploitatie van deze uitbreiding voor haar
verlies is te wachten, is zij slechts dan tot die uitbreiding
verplicht indien, hetzij de gemeente, hetzij de nieuwe
afnemers, gedurende tien jaren na den aanleg der uit
breidingswerken eene jaarlijksche ontvangst wegens
waterlevering waarborgen van tenminste twaalf ten
honderd van het bedrag van de aanlegkosten, van de
werken, welke voor deze uitbreiding gemaakt moeten
worden.
ARTIKEL 5.
Uitsluitende concessie.
1. De gemeente verbindt zich vóór 31 December
1971, tenzij met goedvinden van concessionarisse, aan
derden geene concessie te verleenen voor het hebben,
leggen, gebruiken en onderhouden van waterleiding
buizen in, onder, over of boven den openbaren gemeen
tegrond of het openbaar gemeentewater; noch eene
concessie te verleenen voor het leveren van water: noch
zelve gedurende dien tijd, eene waterleiding op te rich
ten of te exploiteeren; noch op eenige wijze deel te
nemen in, of te bevorderen een onderneming of een
werk, door hetwelk water aan de ingezetenen der ge
meente of aan aldaar verblijvende personen of aan al
daar bestaande inrichtingen wordt of zal worden ver
schaft.
2. De in het eerste lid van dit artikel omschreven
verplichtingen van de gemeente gelden slechts voor die
deelen van de gemeente waarin zich buisleidingen van
concessionarisse bevinden; voor de overige deelen van
de gemeente zal de gemeente niet tot een der in het
eerste lid omschreven handeling overgaan alvorens de
concessionarisse zoo tijdig met het voornemen daartoe
in kennis te hebben gesteld, dat deze in de gelegenheid
wordt gesteld, zelve het betrokken gedeelte der ge
meente van water te voorzien.
318
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. Bijl. HO. I l
ARTIKEL 6.
Uitvoering van werken in wegen.
1. Door de concessionarisse worden, behalve in
spoedeischende gevallen, in, onder, over of boven de
openbare wegen en wateren in de gemeente geene
werken gemaakt of werkzaamheden uitgevoerd, dan na
dat daarvan aan Burgemeester en Wethouders schrif
telijk is kennis gegeven en nadat Burgemeester en Wet
houders hunne goedkeuring tot het maken der werken
of het uitvoeren der werkzaamheden hebben verleend.
De uitvoering der werken en werkzaamheden moet stipt
geschieden volgens de aanwijzingen en voorschriften
door Burgemeester en Wethouders te geven en met in
achtneming van de vastgestelde of nog vast te stellen
wettelijke voorschriften.
2. Burgemeester en Wethouders zullen hunne in het
vorige lid bedoelde goedkeuring alleen weigeren in het
belang der openbare orde en der veiligheid van het
verkeer, terwijl hunne aanwijzingen en voorschriften
eveneens alleen daarop betrekking zullen hebben.
3. Voor zooveel bij het maken van in het eerste lid
bedoelde werken of liet uitvoeren van daar bedoelde
werkzaamheden wegbedekkingen moeten worden opge
nomen en herlegd, blijft de concessionarisse gedurende
twee jaren voor den goeden toestand der herlegde weg
bedekkingen aansprakelijk, tenzij deze voor andere doel
einden weder opgebroken is geworden. De gemeente
heeft het recht zelve, op kosten van de concessionarisse,
voor de uitvoering zorg te dragen, indien het opnemen
en herleggen der wegbedekkingen niet ten genoegen van
Burgemeester en Wethouders geschiedt.
4. Burgemeester en Wethouders zijn echter bevoegd
te bepalen dat het aanvullen van door de concessiona
risse gemaakte gaten en sleuven in aan de gemeente
toebehoorende straten, wegen en pleinen, alsmede het
herstellen van de wegbedekkingen vanwege de ge
meente zal geschieden. De concessionarisse zal de hier
voor te maken kosten aan de gemeente vergoeden vol
gens een tarief dat door Burgemeester en Wethouders,
na gehouden overleg met de concessionarisse, zal wor
den vastgesteld en zoo noodig zal worden herzien.
5. Wegens het gebruik van gemeentewegen, met
hunne kanten, en van gemeentewater met de zijkanten
daarvan, voor tijdelijken opslag van het voor aanleg en
onderhoud der waterleiding en bijbehoorende werken,
ter plaatse of in de nabijheid benoodigd materiaal,
wordt geene vergoeding, hoe ook genaamd, gevorderd,
behoudens de verplichting der concessionarisse om,
voor zoover verpachte perceelen betreft, zich te ver
staan met den pachter.
6. De opslag van materiaal geschiedt niet dan na
daartoe verkregen vergunning van Burgemeester en
Wethouders, op de door hen aan te wijzen plaatsen en
slechts gedurende den door hen te bepalen termijn.
7. De gemeente kan nimmer worden aangesproken
voor schade door de concessionarisse geleden door dief
stal of vernieling of op andere wijze verloren gaan of
waardeloos worden van op of aan gemeentewegen en
in of aan gemeentewater opgeslagen materialen.
ARTIKEL 7.
Verleggen van buizen.
1. De concessionarisse is verplicht de buizen te ver
leggen binnen een door Burgemeester en Wethouders
aan te geven voldoenden termijn, wanneer dit door Bur
gemeester en Wethouders hetzij voor de uitvoering van
openbare werken waaronder begrepen zijn de zoo
danige, die ter uitvoering van eene door een publiek
rechtelijk lichaam gegeven concessie worden gemaakt
- hetzij in het belang der openbare orde of der veilig
heid van het verkeer noodig wordt geacht.
319