Bijl. no. W.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924
Artikel 2.
Het toezicht op den cursus wordt opgedragen aan de
Raadscommissie voor de gemeentelijke bewaarscholen.
Artikel 3.
Aan het hoofd van den cursus staat een directeur
(directrice), die met het verdere personeel de lessen
geeft.
Artikel 4.
De belooning bedraagt 75.per jaar voor elk we-
kelijksch lesuur. Het salaris van den directeur als zoo
danig bedraagt 100.per jaar.
Artikel 5.
Het onderwijzend personeel wordt door Burgemeester
en Wethouders, na de commissie te hebben gehoord,
benoemd, geschorst en ontslagen.
Artikel 6.
De cursus omvat drie leerjaren. Aan den cursus wordt
onderwijs gegeven in de volgende leervakken:
lezen;
Nederlandsche taal;
rekenen;
geschiedenis;
aardrijkskunde;
natuurkennis;
zingen;
spreken;
lichamelijke oefening en spelen;
opvoeding en onderwijs;
teekenen en fröbelleer.
Artikel 7.
Het leerjaar vangt telkens aan op den dag volgende
op dien waarop de zomervacantie is geëindigd.
De vacantiën zijn gelijk aan die voor de bewaar
scholen.
Als tegemoetkoming in de kosten van het onderwijs
betalen de leerlingen 10.per cursusjaar.
Dit bedrag moet telken jare vóór den aanvang van
den cursus worden gestort bij den directeur, die hier
voor een kwitantie afgeeft.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924.
Voor toelating tot het eerste leerjaar wordt telken
jare, in de maand Juli, een examen afgenomen door het
aan den cursus verbonden onderwijzend personeel,
onder toezicht, voor zoover wenschelijk, van de com
missie.
Aan dat examen mogen alleen deelnemen zij, die in
het bezit zijn van een bewijs, waaruit blijkt dat zij vol
doend lager onderwijs hebben genoten en eene genees
kundige verklaring overleggen, dat zij voor de vervulling
van de betrekking van bewaarschoolonderwijzeres
lichamelijk geschikt zijn.
Zij, die een bewijs overleggen, waaruit blijkt dat zij
met vrucht het uitgebreid lager of meer uitgebreid lager
onderwijs hebben gevolgd, zijn van dat examen vrij
gesteld.
Toelating tot de hoogere leerjaren geschiedt door
bevordering uit het lagere leerjaar door de commissie
in overleg met het aan den cursus verbonden onder
wijzend personeel, en van hen die het onderwijs in het
lagere leerjaar niet hebben gevolgd na afgelegd, vol
doend examen, af te nemen door het genoemde onder
wijzend personeel, onder toezicht, voor zoover wensche
lijk, van de commissie, mits door hen eene geneeskun
dige verklaring als hierboven bedoeld, wordt overge-
legd.
Tusschentijds kunnen met goedvinden van Burge
meester en Wethouders leerlingen worden toegelaten,
mits aan de in dit artikel gestelde eischen van toelating
wordt voldaan.
Artikel 12.
De leerlingen zijn verplicht alle lessen te volgen.
Boeken en verdere leermiddelen worden gratis ver
strekt aan alle leerlingen.
Driemaal per jaar wordt aan de leerlingen door den
directeur een rapport uitgereikt van het gedrag, de vlijt
en de vorderingen.
Artikel 13.
De leerlingen verleenen, indien gewenscht, voor het
onderwijs aan de bewaarscholen, den noodigen bijstand.
Artikel 14.
De directeur van den cursus ontwerpt, na overleg met
het onderwijzend personeel, het programma van onder
wijs en den lesrooster en zendt de ontwerpen jaarlijks
vóór 1 Augustus aan Burgemeester en Wethouders.
Burgemeester en Wethouders stellen, na de commissie
te hebben gehoord, het programma en den lesrooster
telkens vóór 1 September vast.
Artikel 15.
Op voorstel van de commissie of na deze te hebben
gehoord, kunnen Burgemeester en Wethouders een
leerling, hetzij tijdelijk hetzij voor altijd, van den cursus
verwijderen.
Artikel 16.
Deze verordening treedt in werking op een nader
door Burgemeester en Wethouders te bepalen tijdstip.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd.
343