.1, Bijlage no. 20. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. Bijl. HO. 20. DAKLOOZENTEHUIS. Aan den Gemeenteraad. De commissie ad hoe, bij raadsbesluit van 15 Januari 1.1. benoemd ten einde een onderzoek in te stellen naar de maatregelen te nemen tot verbetering van de toe standen in het gemeentelijk dakloozentehuis, heeft d.d. 16 April aan ons college een voorstel aangeboden dat neerkomt op het volgende. Het onderzoek heeft bevestigd wat hieromtrent reeds door een der leden van de evengenoemde Commissie in de vergadering van 27 December van het vorig jaar was medegedeeld, zoodat de commissie van meening is dat aan de samenwoning van deze 18 gezinnen, te zamen bestaande uit 88 per sonen, hoe eer hoe liever een einde moet komen. Ten einde zich van de toestanden elders op de hoogte te stellen, is een bezoek gebracht aan de ge meente Groningen, waar dergelijke gezinnen onderge bracht zijn in afzonderlijke woningen, eene oplossing waaraan ook de commissie voor onze gemeente de voorkeur geeft. In overleg met den Directeur der ge meentewerken is een plan opgemaakt om op eene meer afgelegen plaats gedacht is aan het einde van den Kanaalweg N.Z. een complex van 20 woningen, in beton opgetrokken, te stichten, elk bevattende 2 boven- elkaar gelegen vertrekken van eene oppervlakte van 16 M2., aan welk complex een opzichterswoning wordt toegevoegd. De stichtingskosten, waaronder be grepen het in orde brengen van het terrein, worden be groot op 44.000.De regeling van den werkkring en het salaris van den oppasser worden aan Burge meester en Wethouders overgelaten. Hiernaar gevraagd bleken 15 gezinnen bereid of in staat eenige huur te betalen, dooreengenomen 1.75 per week. Ondertusschen was te dezer zake door het bestuur der Nederlandsche Vereeniging voor Practische Werk verruiming contact gezocht met den voorzitter van ons college, wat tengevolge heeft gehad dat ook van deze zijde een plan is ingezonden, ten einde verbetering te brengen in de omstandigheden der onbehuisden in onze stad. Ook van dit plan geven wij U hieronder een over zicht. Het rapport geeft eerst aan op welke wijze ware te zorgen voor alleenstaande personen, zoowel mannen als vrouwen, doch, waar het hier op het oogenblik gaat om hulp aan de gezinnen, die de Philantroop bevolken, kan dit gedeelte voorloopig ter zijde worden gelaten. Voor de huisvesting van deze gezinnen werden de vijfgezinsbarakken, onlangs van het Rijk aan gekocht, geschikt geacht; het ware dan gewenscht ze daar te plaatsen, waar voor ieder gezin een klein stuk grond beschikbaar kon worden gesteld, terwijl zoo mogelijk niet alle barakken bij elkander dienden te worden geplaatst. Ten einde de onkosten zoo veel mogelijk te beperken, stelde in een vroeger ingezonden rapport de Voorzitter der Vereeniging voor dat de verplaatsing zou geschieden door de werk- looze mannen uit de toekomstige bewoners, onder toezicht van eene commissie van dames en heeren, welke blijvend werkzaam zou zijn ter reclasseering dezer gezinnen. Door deze werkloozen ware tevens te voorzien in het gebrek aan het meest noodzakelijke huisraad, dat wellicht later, als eene soort belooning voor het zindelijk bewonen, het eigendom der gebrui kers zou kunnen worden. Voor hen, die daarvoor ge schikt bleken, kon geleidelijk naar meer normale wo ningen worden omgezien. Ziehier in het kort den inhoud van het rapport, dat zich stelt op het standpunt van reclasseering. Niet het minst om dit laatste motief zou ons college aan deze oplossing de voorkeur geven boven die der commissie, hoe verdienstelijk ook uitgewerkt, daar deze samenwoning onder toezicht van een oppas ser op de daar verblijvende gezinnen veel meer een stempel drukt van voor goed onbruikbare leden der maatschappij dan het verblijf in de barakken, die op verschillende plaatsen buiten de stad worden opgericht. Wij ontveinzen ons niet dat vroeger geopperde bezwa ren tegen het ter bewoning geven van afbreekbare huizen aan dergelijke gezinnen blijven bestaan. Echter wordt de zaak wel anders, indien geregeld controle werd uitgeoefend door personen, die zich niet tot de taak van opzichters beperkten, doch die leidend en raad gevend zouden optreden. Waar het verplaatsen der wo ningen en het maken van het huisraad met behulp der toekomstige bewoners zou geschieden, zal een dergelijk „tehuis" ook vermoedelijk meer op waarde worden ge schat. Het rapport geeft tevens eene bestemming aan de „Philantroop", liever in „Tehuis voor Onbehuisden" te herdoopen, en wel als onderdak voor alleenstaande mannen, nadat het, ook zooveel mogelijk met behulp der tegenwoordige bewoners en andere werkloozen, onder deskundige voorlichting, welke in den Directeur van het Tehuis voor Onbehuisden te 's Gravenhage te vinden ware, hiervoor geschikt was gemaakt. Mocht een der gelijk Tehuis ook voor vrouwen of verlaten moeders met kinderen noodig blijken, dan ware hiervoor het voor malig hotel-Weidema te bestemmen. Voor de exploitatie van deze gebouwen wordt gerekend op ongeveer 5000.per jaar aan de Vereeniging tot Practische Werkverruiming, welke de geheele leiding op zich zou nemen, door de gemeente in den vorm van subsidie te verstrekken. De commissie ad hoe heeft van bovenvermelde rap porten inzage genomen, echter was haar opdracht met het indienen van haar voorstel, hetwelk zij handhaaft, afgeloopen, zoodat zij gemeend heeft dat het beoor- deelen van het rapport niet meer op haar weg lag. V/ij gevoelen, gelijk wij boven reeds opmerkten, meer voor het plan der Vereeniging voor Practische Werk verruiming, zonder dat wij ons nochtans definitief uit spreken over de in het rapport ontwikkelde bestemming van de Philantroop en het hotel-Weidema, daar immers 's Raads opdracht geen onderzoek daaromtrent omvatte, zoodat deze zijde van het dakloozenvraagstuk niet is belicht; toch ware het gewenscht dat de Raad ook hieromtrent in beginsel een uitspraak deed. Wij hebben dus de eer U voor te stellen te besluiten: I. het voorstel der commissie ad hoe betreffende het onderzoek naar de maatregelen te nemen tot verbe tering van den toestand in het gemeentelijk dakloozen tehuis aan den Groningerstraatweg, om de daar thans verblijvende gezinnen onder te brengen in betonwo- ningen, onder controle van een opzichter, te verwerpen en de commissie zelve van hare taak te dechargeeren, onder dankbetuiging voor den door haar verrichten arbeid; II. Burgemeester en Wethouders te machtigen zich nader in verbinding te stellen met de Vereeniging tot Practische Werkverruiming, alhier, ten einde de in het tehuis Groningerstraatweg verblijvende gezinnen een onderdak te verschaffen in de onlangs van het Rijk aan gekochte houten barakken; III. Burgemeester en Wethouders op te dragen een onderzoek in te stellen in hoeverre de huisvesting van alleenstaande daklooze mannen en vrouwen, zoowel met als zonder kinderen, in onze gemeente voorziening be hoeft en op welke wijze deze eventueel kan plaats vinden; IV. indien deze voorstellen worden aangenomen 345

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1924 | | pagina 169