Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. Voor toekenning van gratificatie of pensioen kunnen de in bijgaanden staat opgenomen in lossen dienst zijnde werklieden W. v. d. Schaaf, H. J. Giezen, A. Drachtstra en F. de Jong niet in aanmerking komen, omdat zij op den datum, waarop hun ontslag zal ingaan, minder dan 7 dienstjaren hebben. Aan deze werklieden zouden wij bij ontslag eene uitkeering willen verstrekken ten be drage van 3 maanden loon, hetgeen eene uitgave van totaal 1605.50 vordert. De door de waterleidingmaatschappij reeds ontvangen uitkeeringen voor de gesloten verzekeringen van het personeel, welke uitkeeringen in het pensioenfonds zijn gestort, bedragen thans 7092.90, terwijl de contante waarde der nog loopende verzekeringen 14.368.55 be draagt; bij beëindiging der verzekeringen voor den vervaldatum wordt van dit bedrag 95 uitgekeerd, thans alzoo 13.650.12. In totaal kan dus geacht worden, dat het pensioenfonds eene waarde heeft van 20.743.02. Blijkens kolom 9 van den bijgevoegden staat is de waarde in eens der toe te kennen gratificatiën te schat ten op 36.998.99, alzoo 16.255.97 meer dan de waarde van het pensioenfonds. Wij stellen ons nu voor te trachten met de N. V. Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden eene overeenkomst aan te gaan, waarbij de N. V. zich eener- zijds verbindt aan de in bijgaanden staat genoemde personen bij ontslag uit den dienst de achter hunne namen vermelde jaarlijksche gratificatiën uit te keeren en aan de vorengenoemde losse werklieden eene uit keering, gelijk aan 3 maanden loon, te verstrekken; de gemeente anderszijds zou dan aan de N. V. het pen sioenfonds en de nog loopende verzekeringspolis moeten overdragen en bovendien aan de N. V. een bedrag uit- keeren van 16.255.97 1.605.50 17.861.47. Dit laatste bedrag zou kunnen worden gevonden uit de door de waterleiding in 1924 van Januari tot den dag van overgang der exploitatie te maken winst. Gezien het bedrag der winst over 1923 zal het evenredig deel der vermoedelijke winst over 1924 voldoende zijn om deze uitgave van bijna 18.000.daaruit te kunnen voldoen. Waar op de gemeente-begrooting van 1924 slechts een aandeel in de algemeene kosten en geen winst is geraamd, beinvloedt deze uitgave de cijfers van deze begrooting niet. Wij hebben daarom de eer U voor te stellen te be sluiten volgens het hierna volgend ontwerp. Leeuwarden, 31 Juli 1924. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden; gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet houders; besluit: Burgemeester en Wethouders te machtigen met de N. V. Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden een overeenkomst in den volgenden geest aan te gaan: Art. 1. De N. V. Intercommunale Waterleiding Gebied Leeu warden keert jaarlijks aan de in den hierbij gevoegden staat vermelde personen na ontslag uit den "dienst der gemeente of der N. V. de achter hunne namen in kolom 8 vermelde gratificatiën uit. De N. V. is niet verplicht de in het eerste lid bedoelde gratificatiën uit te keeren, indien het ontslag op eigen verzoek, om andere redenen dan het bereiken van den 65-jarigen leeftijd of wegens andere invaliditeit dan die als bedoeld in de 4e alinea van dit artikel, wordt ver leend. Bij een na de overname gegeven eervol ontslag, niet op eigen verzoek, zonder aanspraak op pensioen inge volge de Pensioenwet 1922 (Staatsblad no. 240), zooals die wet thans luidt, is de N. V. gehouden tot uitkeering aan den belanghebbende van een jaarlijksche gratificatie ten bedrage van 1 van de middelsom der pensioens grondslagen over de laatste drie aan het ontslag vooraf gaande jaren voor elk jaar bij de N. V. „de Leeuwarder Waterleiding-Maatschappij", de gemeente Leeuwarden en de N. V. doorgebrachte dienst. Deze gratificatie vervangt het bedrag, bedoeld in de eerste alinea van dit artikel en mag niet lager worden gesteld dan dit bedrag. De in dit artikel bedoelde gratificatiën worden niet uitgekeerd, indien de belanghebbenden in aanmerking komen voor het pensioen, bedoeld in artikel 48, le lid sub d, der Pensioenwet 1922 (Staatsblad no. 240). De N. V. is desgewenscht bevoegd, op verzoek van den belanghebbende, ter vervanging der uit te keeren gratificatie een bedrag in ééns te betalen. Dit bedrag 350 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. Bijl- WO. 22. moet worden gesteld op ten minste het bedrag vermeld achter de naam van den belanghebbende in kolom 9 van den hierbij behoorenden staat en worden uitgekeerd op het in het eerste lid van dit artikel bedoelde tijdstip. De gratificatie, bedoeld in de derde alinea van dit arti kel, kan worden vervangen door uitkeering van eene som, waarvoor eene lijfrente zou kunnen worden ge kocht, gelijk aan het bedrag der toe te kennen gratifi catie. De N. V. keert aan de werklieden W. v. d. Schaaf, H. J. Giezen, A. Drachtstra en P. de Jong bij niet over neming in haar dienst een bedrag uit, gelijk aan drie maanden loon. Art. 2. Bij de overdracht der gemeentelijke drinkwaterleiding aan de N. V. Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden keert de gemeente aan de N. V. uit het be drag, gestort in het pensioenfonds der gemeentelijke drinkwaterleiding, benevens een bedrag van 17.861.47. Art. 3. De polis der voor het personeel der gemeentelijke drinkwaterleiding bij de Algemeene Friesche Levensver zekeringmaatschappij gesloten verzekering gaat op het in art. 2 bedoelde tijdstip in eigendom van de N. V. Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden over. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, 351

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1924 | | pagina 172