Ml,
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924.
Art. 22.
Ongewijzigd.
Art. 23.
De regeling der vacantiën en der buitengewone
vacantiedagen geschiedt door Burgemeester en Wet
houders.
Art. 24.
Ongewijzigd.
durende welke periode school wordt gehouden van 1 V2
tot 3J/ó uur.
Art. 22.
Op iedere school wordt jaarlijks een openbare les ge
houden, welke door een commissie uit den raad wordt
bijgewoond.
Het tijdstip der openbare les wordt telkens door Bur
gemeester en Wethouders bepaald.
Art. 23.
De regeling der vacantiën en der buitengewone va
cantiedagen is gelijk aan die voor de scholen voor ge
woon openbaar lager onderwijs.
Art. 24.
De bepalingen omtrent de orde en tucht op de scholen
en hetgeen tot verdere regeling van het in deze veror
dening voorgeschrevene noodig mocht zijn, worden
binnen zes maanden na het in werking treden der ver
ordening opnieuw door Burgemeester en Wethouders
vastgesteld.
Art. 25.
Overgangsbepaling.
Voor de toepassing van deze verordening:
a. wordt de vóór 1903 door het op 31 December
1915 aan de gemeentebewaarscholen alhier in dienst
zijnde personeel verkregen akte van toelating als be-
waarschoolhouderes gelijk gesteld met de akte als be-
waarschoolhouderes (akte B);
b. worden de beide op 31 December 1915 aan ge
meentebewaarschool no. 1 in dienst zijnde oudste hulp
onderwijzeressen geacht in het bezit te zijn van de akte
als onderwijzeres aan eene bewaarschool (akte A);
Zij, wier gezamenlijke inkomsten krachtens vroegere
regelingen het bedrag, dat haar volgens deze verorde
ning zou toekomen, overschrijden of later mochten over
schrijden, blijven hare aanspraken behouden.
Art. 26.
Deze verordening wordt geacht met den lsten Sep
tember 1924 in werking te zijn getreden.
Op dat tijdstip wordt geacht te zijn vervallen de ver
ordening op de gemeentelijke bewaarscholen, vastge
steld bij raadsbesluit van 25 April 1916 (gemeenteblad
1916 no. 18), zooals die laatstelijk is gewijzigd bij
raadsbesluit van 12 December 1922 gemeenteblad
1922 no. 42).
Leeuwarden, i9
De Raad voornoemd,
400
..jMqyyw"
ONTWERP II.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 1.
Ongewijzigd.
Art. 2.
Ongewijzigd.
Art. 3.
Ongewijzigd.
Ongewijzigd.
Ongewijzigd.
Art. 4.
Art. 5.
Art. 6.
Ongewijzigd.
Art. 7.
Ongewijzigd.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
besluit:
vast te stellen de navolgende
VERORDENING regelende den werkkring van de
Commissie voor de gemeentelijke bewaar
scholen.
Art. 1.
Er is een vaste raadscommissie, ten einde Burge
meester en Wethouders bij te staan in het beheer van de
gemeentelijke bewaarscholen.
Deze commissie bestaat, buiten den Burgemeester of
een der Wethouders als voorzitter, uit vier leden.
Zij voert den naam van Commissie voor de
gemeentel ij ke bewaarscholen.
Zij kan zich door eene commissie van vijf dames doen
bijstaan.
De benoeming van de leden dezer commissie en de
regeling van hare werkzaamheden geschieden door haar.
Van een en ander geeft zij aan Burgemeester en Wet
houders schriftelijk kennis.
Art. 2.
De bij het tweede lid van het vorige artikel bedoelde
leden worden jaarlijks door den raad benoemd in zijne
eerste vergadering in de maand September.
Art. 3.
De commissie benoemt uit haar midden een secre
taris.
Van de gedane benoeming geeft zij aan Burgemeester
en Wethouders schriftelijk kennis.
Art. 4.
Zij vergadert ten minste eenmaal in de twee maanden
en voorts zoo dikwijls de voorzitter het noodig oordeelt.
Art. 5.
Zij verdeelt onder hare leden hare werkzaamheden
gedurende het volgende jaar over de onderscheidene
scholen.
Zij geeft hiervan aan Burgemeester en Wethouders
schriftelijk kennis.
Art. 6.
Zij mag geen besluit nemen, zoo er, behalve de voor
zitter, minder dan de helft der leden tegenwoordig is.
Zij besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen
der aanwezige leden.
Bij het staken der stemmen wordt een voorstel geacht
niet te zijn aangenomen.
De stemming over personen geschiedt bij ongetee-
kende briefjes.
Is bij de eerste stemming geen volstrekte meerderheid
verkregen, dan wordt tot eene tweede vrije stemming
overgegaan.
Levert ook deze stemming geen volstrekte meerder
heid op, dan wordt de stemming bepaald tot de twee
personen, die bij de tweede stemming de meeste stem
men hebben bekomen.
Indien bij de derde stemming de stemmen staken,
beslist het lot.
Art. 7.
Zij ontvangt jaarlijks uit de gemeentekas eene som
van 100.ter bestrijding van hare uitgaven.
401