Bijlage no. 29. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. Hebben in den loop eener maand geene veranderingen plaats gehad, dan wordt het uittreksel vervangen door een negatief bericht. Art. 3. Burgemeester en Wethouders maken uit de volgens het vorig artikel ontvangen opgaven zoo spoedig mo gelijk schoolgeldlijsten op en zenden die, na vaststelling, aan den gemeente-ontvanger ter invordering van de daarin uitgetrokken bedragen. Art. 4. Na ontvangst van een schoolgeldlijst zendt de ge meente-ontvanger binnen 14 dagen een gedagteekend aanslagbiljet, waarvan het model door Burgemeester en Wethouders wordt vastgesteld, aan de daarop voorko mende schoolgeldplichtigen. Art. 5. De schoolgelden zijn invorderbaar in zoovele termij nen als er na de maand, waarin een schoolgeldlijst aan den gemeente-ontvanger is toegezonden, nog maanden van het jaar overblijven. De eerste termijn vervalt den laatsten dag van de maand, volgende op die, waarin de toezending heeft plaats gehad en zoo vervolgens den laatsten dag van iedere opvolgende maand één termijn. De schoolgelden, uitgetrokken op de schoolgeldlijsten die in de laatste maand van het jaar of later aan den gemeente-ontvanger worden toegezonden, zijn één maand daarna ineens invorderbaar. Art. 6. Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van vervallen termijnen geschiedt de invordering der in artikel 5 be doelde schoolgelden overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 258 tot en met 261 der Gemeentewet. Slotbepaling. Art. 7. Deze verordening wordt geacht 1 September 1924 in werking te zijn getreden. Alsdan wordt geacht te zijn vervallen de verordening op de invordering van schoolgeld voor het onderwijs aan de gemeentelijke bewaarscholen (gemeenteblad no. 34 van 1918). Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, 406 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. Hifi. 110. 29. SCHOOLGELDREGELING voor den gemeentelijken cursus voor meisjes aan de Industrie- en Huishoudschool. Aan den Gemeenteraad. Overeenkomstig ons voorstel werd door U in de ver gadering van 15 Juli j.l. besloten tot oprichting van een gemeentelijken cursus voor meisjes aan de Industrie- en Huishoudschool, met bepaling in beginsel, dat per leerling en per cursusjaar 10.schoolgeld zal worden geheven, met dien verstande dat het voor kinderen van minvermogenden 5.zal bedragen, terwijl kinderen van onvermogenden kosteloos zullen worden toegelaten. De voor de heffing en invordering van dat schoolgeld noodige verordeningen hebben wij de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden. Zooals hieruit blijkt hebben wij gemeend in de hef fingsverordening te moeten vastleggen, wie tot min- en onvermogenden geacht moeten worden te behooren. Tot de laatstgenoemden zouden wij willen rekenen hen, wier inkomen belastbare som volgens artikel 37 der Wet op de inkomstenbelasting 1914 niet meer dan 1.000.— bedraagt en tot de minvermogenden hen, wier inkomen als boven niet meer bedraagt dan 1.600. Wij geven U derhalve in overweging de in ontwerp hierbij gaande verordeningen op de heffing en op de invordering vast te stellen. Leeuwarden, 3 October 1924. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. T. BAKKER, L.-Secretaris. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; besluit: vast te stellen de navolgende A. VERORDENING tot het heffen van school geld voor den gemeentelijken cursus voor meisjes aan de Industrie- en Huishoudschool. Art. 1. Het schoolgeld bedraagt per leerling en per cursus jaar 10.Indien de schoolgeldplichtige echter in de 'inkomstenbelasting is aangeslagen naar geen hoogere belastbare som, als bedoeld in artikel 37 der Wet op de Inkomstenbelasting 1914, dan 1.600.—, bedraagt het schoolgeld 5.en indien de schoolgeldplichtige naar geen hooger bedrag als voren bedoeld dan 1.000.is aangeslagen, worden de leerlingen kosteloos toegelaten. Art. 2. De schoolgeldplichtigen zijn verplicht op aanvraag van den controleur der gemeentebelastingen binnnen 20 dagen aan dezen ter inzage over te leggen hun aanslag biljet (of duplicaat daarvan) in de belasting. Indien aan de aanvraag binnen dien tijd niet wordt voldaan, wordt het schoolgeld op 10.bepaald. Art. 3. Waar in deze verordening gesproken wordt van: I. aanslag in de belasting is daaronder te verstaan de laatst vastgestelde aanslag in de Rijksinkomstenbe lasting, of, indien nimmer een aanslag is opgelegd, de schatting van het inkomen door Burgemeester en Wet houders; II. jaar is daaronder te verstaan het cursusjaar. Art. 4. Het schoolgeld is verschuldigd voor de leerlingen die rot den cursus zijn toegelaten. 407

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1924 | | pagina 199