Bijl. no. SO.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924.
-wordt ondergebracht in het gebouw der gemeenteschool
no. 4 (school voor uitgebreid lager onderwijs);
II. het reglement voor de lagere avondhandelsschool,
de verordening regelende het getal en de bezoldiging van
het onderwijzend personeel en de verordening tot heffing
en invordering van schoolgeld voor het onderwijs aan die
inrichting vast te stellen zooals die in ontwerp hier
nevens worden overgelegd.
Leeuwarden, 9 October 1924.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
T. BAKKER, L.-Secretaris.
ONTWERP l.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
besluit:
vast te stellen het navolgende
REGLEMENT voor de lagere avond
handelsschool te Leeuwarden.
Art. 1.
Aan de lagere avondhandelsschool wordt onderwijs
gegeven in de volgende vakken:
a. lezen.
b. Nederlandsche taal en correspondentie;
c. boekhouden;
d. handelsrekenen;
e. algemeene handelskennis en handelsrecht;
Engelsch;
g. Duitsch;
h. machineschrijven.
Art. 2.
Het onderwijs wordt gegeven in een cursus van drie
jaren.
Het schooljaar loopt van 16 September tot 16 Sep
tember en bestaat uit twee gedeelten, waarvan het eene
duurt van 16 September tot des Zaterdags voor Kerstmis
en het andere gedeelte van 16 Januari tot en met 1 Juni.
Art. 3.
Het onderwijs wordt gegeven op vier avonden in de
week en wel op Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrij
dag, telkens hoogstens drie lesuren, elk van 50 minuten.
Art. 4.
Er is eene vacantie met Paschen, aanvangende op den
Goeden Vrijdag en eindigende des Maandags na den
tweeden Paaschdag.
Op den Hemelvaartsdag, den Dinsdag na Pinksteren
en den 5 December wordt geen school gehouden.
In bijzondere gevallen kan de directeur, behoudens
goedkeuring van den Wethouder, meer in het bijzonder
belast met de zaken het onderwijs betreffende, voor één
avond of een deel daarvan vacantie geven.
Art. 5.
De vakken van onderwijs worden over de schooltijden
verdeeld naar onderstaand aantal wekelijksche lesuren:
KLASSE
I
II
III
lezen
1
Nederlandsche taal en correspondentie
2
2
2
boekhouden
2
2
2
handelsrekenen
1
1
1
algemeene handelskennis en handels
recht
1
1
Engelsch
2
3
3
Duitsch
3
3
3
Machineschrijven
1
410
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924.
Art. 6.
Met inachtneming van het in artikel 5 bepaalde maakt
de directeur in overleg met de leeraren jaarlijks in Mei
een programma der lessen met een lijst van de te ge
bruiken leerboeken, benevens een rooster van lesuren
voor het volgend schooljaar op. Hij zendt die jaarlijks
vóór 1 Juni aan Burgemeester en Wethouders.
Dezen stellen het programma en den lesrooster vast.
Art. 7.
De leerlingen zijn verplicht de lessen in alle vakken
getrouw te volgen.
Art. 8.
Het onderwijs is opgedragen aan een directeur en aan
een aantal leeraren, geëvenredigd aan de behoeften van
het onderwijs.
Hunne benoeming geschiedt door den Gemeenteraad,
die voor elke benoeming eene, door Burgemeester en
Wethouders opgemaakte, aanbeveling van zoo mogelijk
ten minste twee personen ontvangt.
Art. 9.
Burgemeester en Wethouders wijzen, op voordracht
van den directeur, vóór het begin van ieder schooljaar
een der leeraren aan, om den directeur bij afwezigheid
of verhindering te vervangen.
Art 10.
De regeling van het onderwijs geschiedt door den di
recteur in overleg met de leeraren.
Bij verschil beslissen Burgemeester en Wethouders.
Art. 11.
Kan bij afwezigheid van den directeur of een of meer
der leeraren wegens ziekte niet behoorlijk in het onder
wijs worden voorzien, dan kan door Burgemeester en
Wethouders, na overleg met den directeur, de waarne
ming der lessen tijdelijk aan iemand buiten de leeraren
worden opgedragen.
Art. 12.
Het aan den directeur en de leeraren op verzoek te
verleenen ontslag gaat niet eerder in dan twee maanden
na den dag, waarop het verzoek om ontslag is inge
komen.
Art. 13.
Als leerling tot het eerste leerjaar worden toegelaten:
a. zij, die in het bezit zijn van een getuigschrift
van het zevende leerjaar van de scholen voor gewoon
lager onderwijs of geheel of gedeeltelijk een inrichting
van onderwijs hebben doorloopen, welke, naar het oor
deel van Burgemeester en Wethouders, eenzelfde mate
van ontwikkeling waarborgt als dit getuigschrift;
b. zij, die een examen van toelating met goeden uit
slag in het jaar van toelating hebben afgelegd.
Als leerling tot het tweede of het derde leerjaar wor
den toegelaten zij, die op grond van over te leggen ge
tuigschriften, ter beoordeeling van den directeur onder
goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, of krach
tens een toelatingsexamen geacht kunnen worden het in
dat leerjaar te geven onderwijs te kunnen volgen.
Art. 14.
Tijd en plaats voor de toelatingsexamens en de in
schrijving van leerlingen worden door Burgemeester en
411