Bijlage no. 36. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. Bijl. no. 36. WIJZIGING van het besluit tot heffing en der veror dening op de invordering van rechten onder den naam van leges (gemeenteblad 1921 no. 46, 1922 no. 36, 1923 no. 26 en 1924 no. 13). Aan den Gemeenteraad. Ingevolge art. 6 jo art. 9 der Jachtwet 1923 worden de jachtakten, welke worden aangevraagd door perso nen, die woonachtig zijn in deze gemeente, afgegeven door den Commissaris van Politie. Bij diverse voorschriften is aan genoemden ambtenaar opgedragen behandeling en schriftelijke beschikking op aanvragen; inning der aan het Rijk verschuldigde recognitiën en zegelgelden maandelijksche stortingen der gelden bij den ontvanger der registratie onder over legging van staten in tweevoud; een derde exemplaar te zenden aan den Directeur der Registratie; het geven van kwijting op de jachtakten; het zenden van een staat van afgegeven jachtakten in tweevoud iedere maand aan den Minister door tusschenkomst van den Commissaris der Koningin; het geven van bericht bij weigering van akten, enz. Aan de afgifte der jachtakten is dus vrij veel admi nistratie verbonden, waarvan de kosten, zooals in de laatste jaren in andere gevallen veelvuldig is geschied, door het Rijk op de schouders der gemeente zijn afge schoven. Teneinde een compensatie te vinden in den vorm van legesgelden voor die kosten, waren wij reeds lang voor nemens om U voor te stellen om opcenten te heffen tot een getal van 50 op de recognitiën welke aan het Rijk voor de jachtakten zijn verschuldigd. De provincie hief vroeger, toen minder administratie aan het afgeven dier stukken was verbonden, dit aantal opcenten. Aan vankelijk was de Minister niet genegen om zijn mede werking te verleenen voor goedkeuring van die heffing, doch onder dagteekening van 15 October 1.1. ontvingen wij een rondschrijven van Gedeputeerde Staten, hou dende mededeeling, dat voor het vervolg 50 opcenten kunnen worden geheven, zoodat wij thans aan ons bovenvermeld voornemen gevolg kunnen geven. Tot nu toe werden geen legesgelden geïnd door den Commissaris van Politie, zoodat de verordening op de invordering dier rechten overeenkomstig moet worden gewijzigd. Onder overlegging van de stukken geven wij U in overweging het navolgende ontwerp tot Uw besluit te verheffen. Leeuwarden, 27 November 1924. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden; overwegende, dat eene wijziging van het besluit tot heffing van rechten onder den naam van leges, waarvan de toenmaals volledige tekst is opgenomen in gemeente blad 1921 no. 46, gewijzigd bij gemeenteblad 1922 no. 36, 1923 no. 26 en 1924 no. 13, gewenscht is in verband met de opdracht aan den Commissaris van Politie tot afgifte van jachtakten en dat in verband daarmede de verordening op de invordering dier rechten, waarvan de volledige tekst is opgenomen in gemeenteblad 1921 no. 46, mede moet worden gewijzigd; gelet op de bepalingen der Gemeentewet, alsmede op het voorstel van Burgemeester en Wet houders; besluit A. het besluit tot heffing van rechten onder den naam van leges (gemeenteblad 1921 no. 46, 1922 no. 36, 1923 no. 26 en 1924 no. 13) te wijzigen als volgt: Eenig artikel. Na artikel 7 wordt ingevoegd artikel 7bis, luidende als volgt Voor het afgeven van jachtakten 50 procent van de bedragen der recognitiën opgenomen in artikel 15 der Jachtwet 1923. B. de verordening op de invordering der rechten, geheven onder den naam van leges (gemeenteblad 1921 no. 46), te wijzigen als volgt 435

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1924 | | pagina 213