Bijl. no. 37. Bijlage no. 37. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. BESTAANDE REDACTIE. Art. 1. De rechten, vermeld in artikel 2 tot en met 6 van het heffingsbesluit, worden, behoudens het bepaalde in het tweede lid, geïnd door een ambtenaar ter secretarie, daartoe door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen. De inning der rechten, bedoeld in art. 2, voor zoover deze verrichtingen van het gemeentearchief betreffen, geschiedt door den archivaris; die bedoeld bij art. 7 geschiedt door den eerstaanwezenden ambtenaar op het bureau van den burgerlijken stand. De geheven rechten worden geboekt in een daarvoor bestemd register, ingericht naar een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen model, en iedere maand gestort bij den gemeente-ontvanger, onder overlegging van gespecificeerde staten, gewaarmerkt, naar gelang het de rechten bedoeld in het le en 2e lid van dit artikel betreft, door den secretaris of door den archivaris, onderscheidenlijk een ambtenaar van den burgerlijken stand. Eenig artikel. Art. 1 wordt gelezen als volgt Art. 1. De rechten, vermeld in artikel 2 tot en met 6 van het heffingsbesluit, worden, behoudens het bepaalde in het tweede lid, geïnd door een ambtenaar ter secretarie, daartoe door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen. De inning der rechten, bedoeld in art. 2, voor zoover deze verrichtingen van het gemeentearchief betreffen, geschiedt door den archivaris; die bedoeld bij art. 7 geschiedt door den eerstaanwezenden ambtenaar op het bureau van den burgerlijken stand; die bedoeld bij art. Ibis geschiedt door den Commissaris van Politie. De geheven rechten worden geboekt in een daarvoor bestemd register, ingericht naar een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen model, en iedere maand gestort bij den gemeente-ontvanger, onder overlegging van gespecificeerde staten, gewaarmerkt, naar gelang het de rechten bedoeld in het le en 2e lid van dit artikel betreft, door den secretaris of door den archivaris, onderscheidenlijk een ambtenaar van den burgerlijken stand of den Commissaris van Politie. C. te bepalen, dat dit besluit in werking treedt met de dagteekening van de uitgifte van het gemeenteblad waarin het is geplaatst. Leeuwarden, i9 De Raad voornoemd, 436 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. WIJZIGING der verordening betreffende de over dracht van particuliere straten. Aan den Gemeenteraad. Bij gelegenheid van de behandeling der begroo tingen voor 1925 is door den heer K. de Boer voorge steld welk voorstel in onze handen om prae-advies is gesteld - om de bovengenoemde verordening, waar van de tekst hieronder naast het ontwerp-wijziging is opgenomen, zoodanig te veranderen, dat in het eerste lid van het eenig artikel, waaruit de verordening bestaat, wordt bepaald dat de daargenoemde levering niet plaats heeft in perceelen geheel of gedeeltelijk liggende aan de in het lid genoemde straten en voorts dat die leve ring, voor zoover zij reeds plaats heeft en die (laatste lidvan het artikel) tot 1 Juli 1925 achterwege blijft, mede niet geschiedt aan de rechthebbenden van perceelen of perceelsgedeelten die genoemde verkla ring (van afstand van de straat) hebben afgelegd en de bijbetaling hebben gedaan. In den vorm waarin de wijziging wordt voorgesteld moet zij o. i. niet worden aanvaard. Daargelaten dat daarbij in de verordening plotseling een nieuw element (perceel, perceelsgedeelte) wordt ingevoegd, dat daar aan tot dusver vreemd was, wat uit een oogpunt van wetgeving altijd min of meer gevaarlijk is, lijkt ons de formuleering van de gewenschte aanvulling niet scherp genoeg gesteld. Het bezwaar, waarop tot dusver enkele malen de straatoverneming is afgestuit, is hierin gelegen, dat eigenaren van hoekperceelen, die licht en water be trekken uit geleidingen, die komen uit de gemeente straat, waarop de particuliere straat uitkomt, bij de overdracht geen belang hebben en hunne medewerking dus weigeren. Ook ons wil het voorkomen dat dit be zwaar moet worden opgeheven, waartoe wij ons vleien dat het voorgestelde nieuwe vierde lid kan strekken. De nieuwe vrijstelling is facultatief gesteld, omdat a priori geen, wellicht thans nog onvoorziene, omstan digheden moeten worden uitgesloten, die het geraden maken aan den hoofdregel vast te houden. Ook hetgeen de voorsteller in de tweede plaats in overweging geeft, moet o. i. niet in de verordening worden opgenomen. Is de verklaring van afstand een maal afgelegd, dan kan zij tot aan de aanneming daar van als eenzijdige wilsuiting te allen tijde weer worden ingetrokken, nog niet eens gesproken van de moeilijk heid als later de eigendom van het straatgedeelte, waar over die afstandverklaring loopt, wordt vervreemd of, meermalen aan verschillende personen, vererft. Aan vaarding der incidenteele afstandverklaringen door de gemeente, als dus niet alle rechthebbenden geteekend hebben, zou haar anderzijds voor allerlei bezwaren plaatsen, die de eigendom van verspreid liggende stukjes straat ontegenzeggelijk zou meebrengen. Het is duidelijk dat van hen, wier straatgedeelten niet worden overge nomen, ook geene betaling wordt gevorderd. Ten slotte moet uit het eerste lid de levering van het leidingwater vervallen, nu binnenkort het waterleiding bedrijf niet langer een gemeentelijk bedrijf is. Op grond van het voorafgaande hebben wij de eer U voor te stellen door vaststelling van het hieronder volgend ontwerp tot wijziging van de in den aanhef genoemde verordening te besluiten. Leeuwarden, 11 December 1924. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. ONTWERP. BESTAANDE REDACTIE. Tenzij in bijzondere gevallen, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, wordt in niet aan het Rijk of de gemeente toebehoorende en niet onder de werking der Bouwverordening aangelegde straten geen gas, electriciteit of leidingwater geleverd. Voorzoover die levering reeds plaats heeft, wordt zij gestaakt. De in het eerste lid genoemde straten worden door de gemeente, op een door alle rechthebbenden getee- kende verklaring van afstand in onbezwaarden eigendom overgenomen, onder bijbetaling door hen vóór het ver lijden der akte van 2.per M2. straat zoo de ver klaring uiterlijk 30 Juni 1924 en van 2.85 per M'-\ straat zoo zij daarna, doch uiterlijk 30 Juni 1925, bij Burgemeester en Wethouders inkomt. Tot 1 Juli 1925 blijft het in het tweede lid bepaalde buiten toepassing. De Raad der gemeente Leeuwarden; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; besluit vast te stellen de navolgende VERORDENING tot wijziging van de verordening betreffende de overdracht van particuliere straten. Het eerste lid van het eenig artikel wordt gelezen als volgt Tenzij in bijzondere gevallen, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, wordt in niet aan het Rijk of de gemeente toebehoorende en niet onder de werking der Bouwverordening aangelegde straten geen gas of electriciteit geleverd. Tusschengevoegd wordt een nieuw 4e lid, luidende als volgt Van deze bijdrage kunnen geheel of gedeeltelijk wor den vrijgesteld de rechthebbenden op straatgedeelten 437

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1924 | | pagina 214