Bijl. no. 5. V Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925. ONTV/ERP II. 1900.tot beneden 2200. 2200.— 2600.— 3100.— 3600. 4100.— 5100.en hooger Leeuwarden, 2600.- 3100.— 3600.— 4100.— 5100.— 19 10.— 12.50 15.— 17.50 20.— 25.— De Raad voornoemd BESTAANDE REDACTIE. Art. 1. Het schoolgeld voor het onderwijs aan de lagere avondhandelsschool wordt geheven overeenkomstig de in onderstaande tabel bevatte regeling. Zuiver inkomen waar naar de aanslag in de belasting is geregeld van degenen die vol gens art. 7 schoolgeld- plichtig zijn, vermeer derd met dat van de bij hen inwonende min derjarige kinderen. Verschuldigd bedrag per leerling en per jaar bij een aantal kinderen, waarvoor volgens de verordening op de inkom stenbelasting der gemeente Leeuwarden aftrek is of zou worden verleend. 1 2 3 4 5 6 of meer Beneden f 1200.— tot beneden f 1200.— f 1600.— 3.— 1600.— 2000.— 4.20 3.— 2000.- 2400.— 6.60 4.20 3.— 2400.— 2800.— 10.20 6.60 4.20 3.— 2800.— 3200.— 13.80 10.20 6.60 4.20 3.— 3200.— 3600.- 17.40 13.80 10.20 6.60 4.20 3.— 3600.— 4000.— 21.— 17.40 13.80 10.20 6.60 4.20 4000.— 4400.- 24.60 21.— 17.40 13.80 10.20 6.60 4400.— 4800.— 28.20 24.60 21.— 17.40 13.80 10.20 4800.— 5200.- 31.80 28.20 24.60 21.— 17.40 13.80 5200.— 5600.— 35.40 31.80 28.20 24.60 21.— 17.40 5600.— 6000.- 39.— 35.40 31.80 28.20 24.60 21.— 6000.— 6500.— 45.60 39.— 35.40 31.80 28.20 24.60 6500. 7000.— 52.20 45.60 39 35.40 31.80 28.20 7000.— 7500.— 58.80 52.20 45.60 39.— 35.40 31.80 7500.— 8000.— 65.40 58.80 52.20 45.60 39.- 35.40 8000.— 8500.— 65.4C 65.40 58.80 52.20 45.60 39.— 8500.— 9000.- 65.40 65.40 65.40 58.80 52.20 45.60 9000.— 9600 65.40 65.40 65.40 65.40 58.80 52.20 9600.— „10200.- 65.40 65.40 65.40 65.40 I 65.40 58.80 „10200.— en hooger 65.40 65.40 65.40 65.40 65.40 65.40 Voor de toepassing dezer regeling wordt een in het gezin verpleegde ouder gelijk gesteld met een kind vol gens kolom 2 der tabel. Art. 2. Indien meer dan 1 leerling uit hetzelfde gezin gelijk tijdig de school bezoekt, wordt het schoolgeld voor den tweeden leerling met twintig, den derden met veertig, den vierden met zestig en den vijfden met tachtig ten honderd verminderd en is voor de volgende leerlingen geen schoolgeld verschuldigd. De Raad der gemeente Leeuwarden; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; besluit: met intrekking van de betrekkelijke verordening, zoo als die d.d. 29 October 1924 werd vastgesteld, vast te stellen de navolgende VERORDENING tot het heffen van schoolgeld voor den gemeentelijken cursus voor meisjes aan de Industrie- en Huishoudschool. Art. Het schoolgeld voor het onderwijs aan den gemeen telijken cursus voor meisjes aan de Industrie- en Huis houdschool wordt geheven overeenkomstig onder staande tabel. Belastbare som waarnaar volgens art. 37 der Wet op de Inkomsten belasting 1914 de aanslag in de be lasting is geregeld van degenen die volgens artikel 5 schoolgeld- plichtig zijn. f 800.— tot beneden 950.— 1.50 950.— 7 7 1100.— 77 2.— 1100.— 1300.— 7 7 3.— 1300.— 7 7 1700.— 77 4.20 1700.— 7 7 7 7 2100.— 7 7 6.60 2100.— 7 7 77 2500.— 77 10.20 2500.— 2900.— 7 7 13.80 2900.— 77 3300.— 7 7 17.40 3300.— 7 7 3700.— 77 21.— 3700.— 77 4100.— 77 24.60 4100.— 7 7 4500.— 7 7 28.20 4500.— 7 7 77 4900.— 77 31.80 4900.— 7 7 77 5300.— 77 35.40 5300.— 7 7 5700.— 77 39.— 5700.— 7 7 6200.— 45 60 6200.— 6700.— 7 7 52.20 6700.— 77 77 7200.— 7 7 58.80 7200.— en hooger 65.40 Verschul digd bedrag per leer ling en per jaar. vrij Art. 2. De schoolgeldplichtigen zijn verplicht op aanvraag van den Controleur der gemeentebelastingen binnen 20 dagen aan dezen ter inzage over te leggen hun aanslag biljet (of duplicaat daarvan) in de belasting. Indien aan de aanvraag binnen dien tijd niet wordt voldaan, wordt de aanslag naar het hoogste schoolgeld opgelegd. 310 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925. Art. 3. Art. 3. De volgorde der vermindering in artikel 2 bedoeld, Waar in deze verordening gesproken wordt van geschiedt volgens den leeftijd der leerlingen, met dien I. „aanslag in de belasting" is daaronder te verstaan verstande, dat de oudste leerling als de eerste wordt be- de laatst vastgestelde aanslag in de plaatselijke belasting schouwd. naar het inkomen, of, indien zoodanige belasting in de gemeente waar de schoolgeldplichtige hoofdverblijf heeft niet geheven wordt, in de Rijksinkomstenbelasting, of, indien nimmer een aanslag is opgelegd, de schatting van het inkomen door Burgemeester en Wethouders. II. „jaar" is daaronder te verstaan het leerjaar. Artikel 4 en volgende gelijk aan de thans voorgestelde Art. 4. artikelen 2 tot eind. Het schoolgeld is verschuldigd voor de leerlingen, die tot de schoolbevolking behooren. Voor hen, die niet het geheele jaar daartoe behooren, wordt het schoolgeld per maand berekend, waarbij ge deelten van kalendermaanden voor geheele worden ge teld en per maand het Ve gedeelte van het over een vol jaar berekende schoolgeld verschuldigd is. Art. 5. Het schoolgeld is verschuldigd door de ouders, of bij ontstentenis van beide ouders door de leerlingen zelf. Art. 6. Wegens het niet bezoeken van de school tengevolge van ziekte gedurende meer dan 30 achtereenvolgende dagen in een jaar wordt op binnen een maand na afloop van het jaar aan Burgemeester en Wethouders in te dienen aanvrage ontheffing verleend. Deze ontheffing bedraagt voor ieder vol tijdvak van 30 dagen i/e gedeelte van het over een vol jaar ver schuldigde schoolgeld. Art. 7. Herziening van den aanslag wegens schoolgeld heeft plaats indien de tot grondslag gestrekt hebbende aanslag in de belasting: a. bij navordering is verhoogd; b. bij onherroepelijk geworden uitspraak op reclame is verlaagd. In het geval sub a is artikel 2 van toepassing. Indien de aanslag in de belasting niet door eigen administratie wordt geregeld, moet in het geval sub b binnen 2 maanden na dagteekening der uitspraak en onder overlegging daarvan aanvraag aan Burgemeester en Wethouders worden gedaan. Art. 8. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden den 1 November 1924. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, ONTWERP III. De Raad der gemeente Leeuwarden; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; besluit: met intrekking van de betrekkelijke verordening, zoo als die d.d. 29 October 1924 werd vastgesteld, vast te stellen de navolgende 311

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1925 | | pagina 154