Bijl. no. 7.
Bijlage no. 7.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925.
WIJZIGING van het reglement voor de middelbare
avondhandelsschool (gemeentebladen 1915
no. 15 en 1919 no. 2).
Aan den Gemeenteraad.
Aan het slot van ons voorstel van 15 Juni 1922
(bijlage no. 27 tot het verslag van Uwe handelingen
over 1922) deelden wij mede dat de verordening voor
de middelbare avondhandelsschool nog in haar geheel
moest worden herzien, ten einde aansluiting te verkrijgen
aan de lagere scholen na de reorganisatie van het lager
onderwijs en dat in het daartoe betrekkelijk voorstel dan
tevens eene bepaling inzake het van gemeentewege
verstrekken van boeken en leermiddelen, evenals dit
het geval is bij andere inrichtingen van hooger en mid
delbaar onderwijs, zou worden opgenomen.
Het is ons gebleken dat alleen het reglement voor
de middelbare avondhandelsschool in verband daarmede
gewijzigd behoeft te worden. De daarin noodige veran
deringen vinden hieronder eenige toelichting en zijn in
het hierbij aangeboden ontwerp belichaamd.
I. (Art. 14). De vroegere gemeentelijke m. u. 1. o.
scholen nos. 4 en 12 waren scholen der vierde klasse.
Deze zijn bij Uwe besluiten van 29 Maart 1921 no.
1022/68 en 14 Juni d.a.v. no. 1022/119 met ingang van
1 September 1921 onderscheidenlijk veranderd in een
school voor uitgebreid lager onderwijs volgens de Lager
Onderwijswet 1920 en een school voor gewoon lager
onderwijs.
II. (Art. 21). Uit den aanhef van dit voorstel blijkt
reeds de reden van de bij dit artikel voorgestelde wij
ziging. Hier wordt dus een gelijke regeling in overwe
ging gegeven als reeds bestaat voor de andere inrich
tingen van hooger en middelbaar onderwijs en welke
hierop neerkomt, dat bij inkomens beneden 1200.
de leerlingen, desgewenscht, de benoodigde boeken en
leermiddelen van de gemeente in bruikleen ontvangen,
terwijl, indien het inkomen 1200.en meer doch
minder dan 2400.bedraagt, desgewenscht van de
gemeente in bruikleen kunnen worden ontvangen de
benoodigde boeken, niet echter de leermiddelen.
III. (Artt. 22, 23 en 24). Werden vroeger de onder-
wijsaangelegenheden behandeld door den Minister van
Binnenlandsche Zaken, thans is zulks niet meer het ge
val. Daarvoor is een afzonderlijk Departement opgericht.
In verband met het bovenstaande hebben wij de eer
U in overweging te geven het hieronder afgedrukte
ontwerp tot besluit Uwer Vergadering te verheffen.
Leeuwarden, 24 December 1924.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 14, le lid.
Als leerling tot het eerste leerjaar worden toegelaten:
a. zij, die in het bezit zijn van het eind-diploma van
een school voor openbaar lager onderwijs der vierde
klasse, afgegeven in het jaar waarin toelating wordt
gevraagd, of in het daaraan voorafgegane jaar;
b. zij, die in het jaar, waarin toelating wordt ge
vraagd, of in het daaraan voorafgegane jaar een nader
door Burgemeester en Wethouders, de commissie van
toezicht en den directeur gehoord, aan te wijzen in
richting van onderwijs of gedeelte van een inrichting
van onderwijs met vrucht hebben doorloopen, welke
geacht wordt een algemeene ontwikkeling te geven ge
lijk aan die, als de onder a bedoelde scholen;
c. zij, die een examen van toelating met goeden
uitslag in het jaar van toelating hebben afgelegd.
Art. 21.
De leerlingen bekostigen zelf de schoolbehoeften en
leermiddelen, voor zoover deze niet tot den inventaris
der school behooren.
Aan on- en minvermogenden in den zin der veror
dening tot het heffen van schoolgeld voor het onderwijs
aan de middelbare avondhandelsschool kan een en ander
van gemeentewege kosteloos worden verstrekt.
Zij, die in het bezit zijn van het getuigschrift, bedoeld
in artikel 18, kunnen, ter beoordeeling van Burgemeester
en Wethouders, de gebruikte boeken in eigendom be
houden.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
besluit:
het reglement voor de middelbare avondhandelsschool
(gemeentebladen 1915 no. 15 en 1919 no. 2) te wijzigen
als volgt:
I.
Onder a van het eerste lid van artikel 14 worden de
woorden „eind-diploma van een school voor openbaar
lager onderwijs der vierde klasse", vervangen door „bij
de Verordening op het openbaar lager onderwijs be
doeld diploma van de school voor uitgebreid lager on
derwijs", terwijl onder b van ditzelfde lid het slotwoord
„scholen" wordt vervangen door „school".
II.
Artikel 21 wordt als volgt gelezen:
De leerlingen, voor wie geen schoolgeld is verschul
digd, ontvangen desgewenscht van gemeentewege in
bruikleen de benoodigde boeken en leermiddelen.
De leerlingen, voor wie bij uitsluitende toepassing
van artikel 1 der heffingsverordening, 3.75 of meer
tot en met 8.25 schoolgeld verschuldigd is, ontvangen
desgewenscht van gemeentewege in bruikleen de benoo
digde boeken, niet echter de leermiddelen (woorden
boeken, atlassen, teekenbehoeften, cahiers).
Zij, die in het bezit zijn van het getuigschrift, bedoeld
in artikel 18, kunnen, ter beoordeeling van Burgemeester
319