2. Hij houdt nauwkeurig toezicht op het in goeden
staat onderhouden van de gebouwen, de werktuigen en
alles wat tot het openbaar slachthuis behoort, voor
zoover hij daarvan niet door Burgemeester en Wethou
ders is ontheven.
Bijl. no. 0.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 1.
In den zin van deze verordening worden als gemeen
tebedrijven beschouwd:
a. de gemeentelijke gasfabriek;
b. het gemeentelijk electriciteitbedrijf;
c. de gemeente-reiniging;
d. de dienst der gemeentewerken;
e. het grondbedrijf;
het woningbedrijf.
Art. 2.
Burgemeester en Wethouders gaan met een of meer
bankiers een overeenkomst aan omtrent storting en op
neming van gelden in rekening-courant, zoowel van de
in art. 1 genoemde bedrijven als van den gemeente
ontvanger, waarbij tevens de rentevergoeding en de te
stellen zekerheid voor de gemeente worden vastgesteld.
toezicht op de onder hem gestelde ambtenaren en werk
lieden, met inachtneming van de bepalingen der overige
op hem van toepassing zijnde verordeningen en
instructiën.
Art. 5.
1. Hij voert het dagelijksch beheer over het open
baar slachthuis zoo, dat verstoring der orde, onzinde
lijkheid en dierenmishandeling streng worden tegen
gegaan.
Art. 6.
Hij is, daartoe uitgenoodigd, verplicht de vergade
ringen van de raadscommissie van bijstand voor het
openbaar slachthuis, zoo zij is ingesteld, bij te wonen.
Art. 7.
Deze instructie treedt in werking met den dag der
opening van het openbaar slachthuis.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
ONTWERP V'.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wet
houders;
besluit:
A. de verordening betreffende het centraal kasbeheer
der gemeente Leeuwarden (gemeenteblad 1920 no. 50
en 1921 no. 31) te wijzigen als volgt:
I.
Art. 1 wordt gelezen als volgt:
Waar in deze verordening sprake is van instellingen,
worden daaronder verstaan de gemeente-bedrijven en
-instellingen en de door Burgemeester en Wethouders
aan te wijzen rechtspersonen.
II.
Art. 2 wordt gelezen als volgt:
Burgemeester en Wethouders gaan met een of meer
bankiers een overeenkomst aan omtrent storting en op
neming van gelden in rekening-courant, zoowel van de
instellingen als van den gemeente-ontvanger, waarbij
tevens de rentevergoeding en de te stellen zekerheid
voor de gemeente worden vastgesteld.
330
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925.
Deze bankiers bewijzen, behalve het ontvangen en
verstrekken van gelden van en aan den gemeente
ontvanger, aan de gemeentebedrijven, de volgende
diensten:
a. het ontvangen der overtollige kasgelden;
b. het ontvangen van gelden, door derden voor
rekening der bedrijven gestort;
c. het verstrekken van kasgeld;
d. het doen van betalingen aan derden voor rekening
der bedrijven.
Art. 4, eerste lid.
De verificateur der gemeentefinanciën is bevoegd,
voor het doen van betalingen een bepaalden bankier aan
te wijzen. De bankiers doen geen betaling aan of voor
eenig bedrijf dan na schriftelijke opdracht van den
betrokken boekhouder of administrateur of namens
hem door zijn plaatsvervanger. Deze opdracht moet
gefiatteerd zijn door den verificateur.
Deze bankiers bewijzen, behalve het ontvangen en
verstrekken van gelden van en aan den gemeente
ontvanger, aan de instellingen de volgende diensten
a. het ontvangen der overtollige kasgelden;
b. het ontvangen van gelden, door derden voor
rekening der instellingen gestort;
c. het verstrekken van kasgeld;
d. het doen van betalingen aan derden voor rekening
der instellingen.
III.
Het eerste lid van art. 4 wordt gelezen als volgt
De verificateur der gemeentefinanciën is bevoegd,
voor het doen van betalingen een bepaalden bankier aan
te wijzen. De bankiers doen geen betaling aan of voor
eenige instelling dan na schriftelijke opdracht van den
met het geldelijk beheer van die instelling belasten per
soon of namens hem door zijn plaatsvervanger. Deze
opdracht moet gefiatteerd zijn door den verificateur.
IV.
In art. 5 wordt het eerst daarin voorkomende woord
„bedrijf" vervangen door het woord „instelling" en de
daarna voorkomende woorden „aan het bedrijf" vervan
gen door de woorden „de instelling".
V.
In art. 6 worden de woorden „elk bedrijf" vervangen
door de woorden „elke instelling".
VI.
In art. 7 wordt voor het woord „bedrijven" gelezen
„instellingen" en voor de woorden „ieder bedrijf" „elke
instelling".
B. te bepalen, dat de wijziging vermeld onder A in
werking treedt op een nader door Burgemeester en Wet
houders te bepalen tijdstip.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
ONTWERP VL
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wet
houders;
besluit:
de Verordening, regelende de invordering van rechten
in het openbaar slachthuis te Leeuwarden (gemeente
blad 1924 no. 22) te wijzigen in dien zin, dat in art. 1
de woorden „kassier-boekhouder" worden vervangen
door de woorden „eersten klerk-kassier".
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
331