Bijl. no. 17.
vin.
Bijlade tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925.
ONTWERP.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 2.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wet
houders;
besluit:
A. het Werkliedenreglement te wijzigen als volgt:
1.
1. Onder werklieden in den zin van dit reglement
worden, met uitzondering van hen die als gepension-
neerde werklieden van deze gemeente opnieuV en bij
wijze van uitzondering voor voor hen passende werk
zaamheden in dienst genomen zijn of worden, alle per
sonen verstaan, die zes weken achtereen of langer in
directen dienst der gemeente werkzaam zijn, wier werk
tijd overeenkomt met de normale werktijden bij de ver
schillende takken van dienst waartoe zij behooren, wier
loon niet bij de maand of langer wordt betaald. Met
inachtneming hiervan wordt door den gemeenteraad een
lijst vastgesteld, aangevende de categorieën van werk
lieden die geen werklieden in den zin van dit reglement
zijn.
Burgemeester en Wethouders bepalen, het betrokken
hoofd van den tak van dienst gehoord, of zij, die voor
een bepaald tijdelijk werk worden aangesteld, werk
lieden zijn in den zin van dit reglement.
2. Onder directen dienst wordt verstaan de dienst
betrekking, waarin de betrokkene door het gemeente
bestuur of door het hoofd van een tak van dienst is aan
gesteld.
wordt gelezen als volgt:
Artike! 2
1. Onder werklieden in den zin van dit reglement
worden met uitzondering van hen die behooren tot
de categorieën, genoemd in de in het 2e lid van dit
artikel genoemde lijst verstaan alle personen, die,
hetzij in vasten, hetzij in tijdelijken dienst der gemeente
werkzaam zijn, wier werktijd overeenkomt met de nor
male werktijden bij de verschillende takken van dienst
waartoe zij behooren en wier loon niet bij de maand
of langer wordt betaald.
2. De Raad stelt een lijst vast, aangevende de cate
gorieën van werklieden die geen werklieden zijn in den
zin van dit reglement.
Art. 3.
1. De werklieden worden onderscheiden in vaste,
tijdelijke en aankomende.
2. Vaste werklieden zijn zij die geacht worden voor
de werkzaamheden van den betrokken tak van dienst
voortdurend noodig te zijn en in 't bezit zijn eener
schriftelijke aanstelling als zoodanig van Burgemeester
en Wethouders.
3. Tijdelijke werklieden zijn zij, die door de hoofden
der takken van dienst voor een bepaald tijdvak worden
aangenomen.
4. Aankomende werklieden zijn tijdelijke werklieden
beneden de 20 jaar.
Art. 8.
1. De aanstelling geschiedt:
a. van vaste werklieden door Burgemeester en Wet
houders op aanbeveling van het hoofd van den betrok
ken tak van dienst;
b. van tijdelijke werklieden door het hoofd van den
betrokken tak van dienst.
2. De werklieden ontvangen behalve het in art. 10
genoemde dienstboekje eene schriftelijke
aanstelling.
Art. 9.
1. Om tot vasten werkman te worden aangesteld,
moet men:
a. de bekwaamheid bezitten om de op te dragen
werkzaamheden te kunnen uitvoeren;
b. van goed ordelijk en zedelijk gedrag zijn;
c. bij de indiensttreding den leeftijd van ten minste
20 jaar hebben bereikt en niet ouder zijn dan 40 jaar;
d. ten minste 52 weken onafgebroken in tijdelijken
dienst der gemeente tot tevredenheid hebben doorge
bracht;
e. voldoende lager onderwijs hebben genoten;
lichamelijk geschikt zijn in den zin der verorde-
II.
Artikel 3 wordt gelezen als volgt:
1. De werklieden worden onderscheiden in vaste en
tijdelijke.
2. Vaste werklieden zijn zij die geacht worden voor
de werkzaamheden van den betrokken tak van dienst
voortdurend noodig te zijn.
3. De andere zijn tijdelijk; zij worden in het vooruit
zicht van een vaste aanstelling ten behoeve van de werk
zaamheden, in het vorig lid bedoeld, bij wijze van proef
in dienst genomen.
III.
Artikel 8 wordt gelezen als volgt
De aanstelling geschiedt schriftelijk
a. van vaste werklieden door Burgemeester en Wet
houders op aanbeveling van het hoofd van den betrok
ken tak van dienst;
b. van tijdelijke werklieden door het hoofd van den
betrokken tak van dienst na machtiging van Burge
meester en Wethouders.
IV.
Artikel 9 wordt gelezen als volgt:
1. Om tot vasten werkman te worden aangesteld,
moet men:
a. de bekwaamheid bezitten om de op te dragen
werkzaamheden te kunnen uitvoeren;
b. van goed ordelijk en zedelijk gedrag zijn;
c. bij de indiensttreding den leeftijd van ten minste
20 jaar hebben bereikt en niet ouder zijn dan 40 jaar;
d. ten minste 52 weken onafgebroken in tijdelijken
dienst der gemeente tot tevredenheid hebben doorge
bracht;
e. voldoende lager onderwijs hebben genoten;
360
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925.
ning regelende het geneeskundig onderzoek van per- lichamelijk geschikt zijn in den zin der verorde-
sonen, die in aanmerking komen voor aanstelling in den ning regelende het geneeskundig onderzoek van per-
dienst' der gemeente en van hare instellingen. sonen, die in aanmerking komen voor aanstelling in den
2 De tijdelijke werkman wordt na onafgebroken 52 dienst der gemeente en van hare instellingen,
weken tot tevredenheid in dienst der gemeente te zijn 2. De tijdelijke werkman wordt, na onafgebroken 52
geweest tot vasten werkman aangesteld, indien hij, be- weken tot tevredenheid in dienst der gemeente te zijn
houdens het bepaalde sub van het eerste lid, geacht geweest, in den regel tot vasten werkman aangesteld,
kan worden voor de aan hem opgedragen werkzaam- 3. Om tot tijdelijken werkman te worden aange
treden bij voortduring noodig te zijn. steld moet men, behalve de in het eerste lid, sub a, h,
3. Om tot tijdelijken werkman te worden aange- e en gestelde vereischten, den leeftijd van ten minste
steld moet men, behalve de in het eerste lid, sub a, b, 19 jaar hebben bereikt en niet ouder zijn dan 39 jaar.
en e gestelde vereischten, den leeftijd van ten minste 4. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en
20 jaar hebben bereikt. Met afwijking van hetgeen be- Wethouders van het in het eerste lid van dit artikel sub
paald is bij art. 66 4° kan de tijdelijke werkman, die na c, d en bepaalde en van de leeftijdsgrenzen, vermeld
52 weken onafgebroken dienst nog niet in vasten dienst in het derde lid van dit artikel, afwijken.
der gemeente is overgegaan, door het betrokken hoofd
van den tak van dienst, onder goedkeuring van Burge
meester en Wethouders, telkens weer voor den tijd van
ten hoogste één jaar worden aangesteld.
4. Voor een aankomend werkman wordt een leeftijd
van ten minste 15 jaar vereischt.
5. Tijdens zijne dienstbetrekking is de aankomende
werkman verplicht, tenzij met vrijstelling van Burge
meester en Wethouders, eenig onderwijs of eene bij
zondere vakopleiding te hunnen genoegen te volgen.
6. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en
Wethouders van het in het eerste lid van dit artikel sub
c, d en bepaalde afwijken.
Art. 21.
De werktijd zal, behalve voor hen die in ploegen
dienst werken, niet meer bedragen dan als regel 45 uren
per week.
Art. 25, derde lid.
3. Aan vaste werklieden wordt voor elke vacantie
van 7 dagen, overeenkomstig het le lid verleend, van
gemeentewege een vacantiegeld van 25.uitgekeerd.
Art. 21bis, eerste lid.
1. Vaste werklieden en tijdelijke werklieden, die in
het vooruitzicht van een vaste aanstelling bij wijze van
proef in dienst zijn genomen, op wie militaire dienst
plicht rust, genieten verlof, zoolang zij zich verplicht
in werkelijken dienst bevinden.
Art. 28.
1. De werklieden, met uitzondering van hen voor
wie bij verordening eene andere regeling is vastgesteld,
worden in verband met de hun opgedragen werkzaam
heden door Burgemeester en Wethouders in loonklassen
gerangschikt. Deze rangschikking geschiedt niet dan na
het betrokken hoofd van den tak van dienst en de be
sturen van de organisaties der werklieden te hebben
gehoord.
2. Tusschen de grenzen dier klassen wordt het loon
vastgesteld:
a. voor vaste werklieden door Burgemeester en
Wethouders;
b. voor tijdelijke werklieden door hei betrokken
hoofd van den tak van dienst.
3. Tijdelijke werklieden worden naar dezelfde loon
klassen gerangschikt als de vaste, met wie zij, wat be
treft den aard der hun opgedragen werkzaamheden en
hun geschiktheid daartoe, worden geacht gelijk te staan.
4. Het loon van aankomende werklieden wordt
vastgesteld door het betrokken hoofd van den tak van
dienst.
5. Het loon van tijdelijke werklieden, die niet den
geheelen dag in dienst der gemeente zijn, wordt, met
.afwijking van het in het 3e lid bepaalde, in ieder voor-
V.
Artikel 21 wordt gelezen als volgt:
De werktijd bedraagt, behalve voor hen die in ploe
gendienst werken, niet meer dan als regel 48 uren per
week.
VI.
Het derde lid van artikel 25 vervalt.
VII.
Het eerste lid van art. 27bis wordt gelezen als volgt:
1. Werklieden, op wie militaire dienstplicht rust,
genieten verlof, zoolang zij zich verplicht in werkelijken
dienst bevinden.
Artikel 28 wordt gelezen als volgt:
1. De werklieden, met uitzondering van hen voor
wie bij verordening een andere regeling is vastge
steld, worden in verband met de hun opgedragen werk
zaamheden door Burgemeester en Wethouders in loon
klassen gerangschikt. Deze rangschikking geschiedt niet
dan na het betrokken hoofd van den tak van dienst te
hebben gehoord.
2. Tijdelijke werklieden worden naar dezelfde loon
klassen gerangschikt als de vaste, met wie zij, wat be
treft den aard der hun opgedragen werkzaamheden en
hun geschiktheid daartoe, worden geacht gelijk te staan.
3. Bij tijdelijke onderlinge vervanging van werklie
den heeft geene verlaging in loon plaats wel kan
overeenkomstig den aard van het tijdelijke werk het loon
tot de hoogere loonklasse tijdelijk verhoogd worden.
4. Bij verlof als in het vorige hoofdstuk bedoeld
heeft, behoudens het bepaalde in artikel 27bis, geen in
houding van loon plaats.
361