Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925. Art. 23. De Raad stelt de balans en de winst- en verliesreke ning vóór 15 Juni vast. Burgemeester en Wethouders zijn bij de beraadslaging daarover tegenwoordig, doch onthouden zich van medestemmen. Art. 24. Het besluit van den Raad tot vaststelling van balans en winst- en verliesrekening strekt aan Burgemeester en Wethouders en aan den Directeur tot ontlasting, behoudens later in rechten gebleken valschheid in be wijsstukken. Art. 27. Er wordt een reservefonds gevormd. Dit fonds wordt gevormd uit de eventueel door het bedrijf gemaakte winst. Als winst wordt aangemerkt de netto-winst vol gens de laatstelijk door den Raad vastgestelde winst en verliesrekening. Zoodra en zoolang het reservefonds 200.000.be draagt, worden de stortingen in dat fonds gestaakt en wordt de geheele zuivere winst als een ontvangpost op de bedrijfsbegrooting van het volgende jaar geboekt. Het reservefonds wordt belegd door uitleening aan de gemeente of het bedrijf zelve. Art. 28. Het reservefonds strekt in de eerste plaats tot dek king van geleden verliezen. In buitengewone omstandigheden kan de Raad be sluiten daaruit extra-aflossing van de aan het bedrijf geleende gelden te doen. 25. teerprijzen. Bij eiken post in de bedrijfsrekening wordt tevens het bedrag van den desbetreffenden begrootingspost ver meld. Op de balans bedoeld onder a worden van jaar tot jaar de bezittingen en schulden steeds in dezelfde volg orde er. met dezelfde benaming vermeld. Indien van een eenmaal aangenomen volgorde en/of benaming wordt afgeweken zal daarvan toelichting worden gegeven. Burgemeester en Wethouders onderzoeken de balans, de verlies- en winstrekening en de daarbij overgelegde bescheiden zoo spoedig mogelijk en dienen deze, al of niet gewijzigd en met vermelding van hetgeen zij te hunner verantwoording dienstig achten, vóór 15 Mei bij den Raad in. V. Artikel 23 wordt gelezen als volgt De balans en verlies- en winstrekening wordt door den gemeenteraad vóór 15 Juni voorloopig vastgesteld. Het besluit van Gedeputeerde Staten, bedoeld in art. 222 der Gemeentewet, houdende vaststelling der ontvang sten en uitgaven van de gemeenterekening, waartoe de bedrijfsrekening geacht wordt te behooren, strekt aan Burgemeester en Wethouders en aan de betrokken ambtenaren tot ontlasting, behoudens later in rechten gebleken onregelmatigheden. VI. Artikel 24 wordt gelezen als volgt Burgemeester en Wethouders zijn bij de beraadsla gingen over de in het vorige artikel bedoelde voorloo- pige vaststelling tegenwoordig, doch onthouden zich van medestemmen. VII. De titel boven art. 27 wordt gewijzigd in: „Van het reserve- en uitbreidingsfonds", terwijl art. 27 wordt ge lezen als volgt Er wordt een reserve- en uitbreidingsfonds gevormd. Dit fonds wordt gevormd uit de eventueel door het be drijf gemaakte winst. Als winst wordt aangemerkt de netto-winst volgens de laatstelijk door den Raad vast gestelde verlies- en winstrekening. Zoodra en zoolang het reserve- en uitbreidingsfonds 200.000.bedraagt, worden de stortingen in dat fonds gestaakt en wordt de geheele zuivere winst als een ontvangpost op de bedrijfsbegrooting van het vol gende jaar geboekt, tenzij de Raad mocht besluiten die winst geheel of gedeeltelijk in de gemeentekas te laten vloeien. Het reserve- en uitbreidinsfonds wordt belegd door uitleening aan de gemeente of het bedrijf zelve. VIII. Art. 28 wordt gelezen als volgt Het reserve- en uitbreidingsfonds strekt in de eerste plaats tot dekking van geleden verliezen. In buitengewone omstandigheden kan de Raad be sluiten daaruit uitgaven voor uitbreidingen der fabriek of fabrieksinstallatie te bestrijden of wel daaruit extra aflossing van de aan het bedrijf geleende gelden te doen. IX. Na artikel 30 wordt aan de overgangs- en slotbepa lingen toegevoegd een nieuw artikel 31, luidende als volgt Het 2e lid van art. 27 vindt mede toepassing ten aan zien van de winst gemaakt in de jaren 1922 tot en met 1924. 374 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925. Bijl. HO. 20. Art. 9, 2e lid. Het bedrijf crediteert de gemeente voor de van haar ontvangen gelden en betaalt daarvan rente en aflossing naar dezelfde grondslagen waarop de betrokken ge- meenteleening is aangegaan. Art. 15. Op de begrooting, die alle baten en lasten van het bedrijf, van welken aard ook, vermeldt, worden onder meer gebracht I. wat de baten betreft a. alle ontvangsten wegens te leveren electriciteit en te bewijzen diensten, zoo aan de gemeente en hare instellingen als aan particulieren b. alle ontvangsten wegens den aanleg en het ge bruik van gemeente-toestellen c. de in rekening-courant opgenomen gelden d. de rente van belegd kasgeld e. alle gelden, door de gemeente aan het bedrijf te verstrekken ten behoeve van de verbetering en uit breiding van het bedrijf eene uitkeering van de gemeente aan het bedrijf ten bedrage van het zuivere verlies, voorzoover dit verlies niet uit het reservefonds wordt bestreden. II. wat de lasten betreft a. aankoop van grondstoffen b. bezoldigingen en loonen c. onderhoud van gebouwen d. onderhoud en aankoop van werktuigen e. kosten der in artikel 12 bedoelde goederen, be halve grondstoffen de in rekening-courant gestorte gelden g. de rente van opgenomen kasgeld h. de vorderingen van het bedrijf op derden welke oninbaar blijken i. alle uitgaven ten behoeve van de verbetering en uitbreiding van het bedrijf, voor zoover niet vallende onder c en d k. de verplichte schuldaflossingen aan de gemeente, berekend naar dezelfde verhouding als de aflossing die de gemeente op de door haar aangegane geldleeningen heeft te doen de aan de gemeente toekomende rente van de schuld van het bedrijf aan de gemeente, berekend naar denzelfden rentevoet als de door de gemeente aange gane geldleeningen m. eene storting in het reservefonds, berekend volgens de bepalingen van artikel 25 n. eene winstuitkeering aan de gemeente, wat de letters m en n betreft, behoudens het bepaalde bij ar tikel 26. B. de verordening op het beheer van het gemeen telijk electriciteitbedrijf te Leeuwarden (gemeentebladen no. 14 van 1912, 6 van 1913 en 36 van 1921) te wij zigen als volgt I. Artikel 9, 2e lid, wordt gelezen als volgt Het bedrijf crediteert de gemeente voor de van haar ontvangen gelden en betaalt haar daarvan rente en af lossing naar dezelfde grondslagen waarop de betrokken gemeenteleening is aangegaan, of, indien het verstrekte bedrag niet uit leening is verkregen, tegen de voor waarden daarvoor door den Raad vast te stellen. II. Artikel 15 wordt gelezen als volgt Op de begrooting, welke verdeeld wordt in twee af- deelingen, waarvan de eerste bevat alle baten en lasten en de tweede alle kapitaalsinkomsten en -uitgaven van het bedrijf, worden o. m. de navolgende posten aan gebracht I. wat de baten betreft a. alle ontvangsten wegens te leveren electriciteit en te bewijzen diensten, zoo aan de gemeente en hare instellingen als aan particulieren b. alle ontvangsten wegens den aanleg en het ge bruik van gemeente-toestellen c. de rente van belegd kasgeld; d. eene uitkeering van de gemeente aan het bedrijf ten bedrage van het zuivere verlies, voor zoover dit verlies niet uit het reservefonds wordt bestreden; II. wat de lasten betreft a. de aankoop van grondstoffen; b. de bezoldigingen en loonen; c. het onderhoud van de gebouwen; d. het onderhoud en den aankoop van werktuigen; e. de kosten der in artikel 12 bedoelde goederen, be halve grondstoffen de rente van opgenomen kasgeld; g. de vorderingen van het bedrijf op derden welke oninbaar blijken; h. de aan de gemeente toekomende rente van de schuld; i. eene storting in het reservefonds, berekend vol gens de bepalingen van artikel 25; j. eene eventueele winstuitkeering aan de gemeente; III. wat de kapitaalsinkomsten betreft a. de in rekening-courant opgenomen gelden; b. alle gelden, door de gemeente aan het bedrijf te verstrekken ten behoeve van de verbetering en uitbrei ding van het bedrijf; IV. wat de kapitaalsuitgaven betreft a. de in rekening-courant gestorte gelden; b. alle uitgaven ten behoeve van de verbetering en uitbreiding van het bedrijf, voor zoover niet vallende onder c en d van de lasten; c. de schuldaflossing aan de gemeente. III. Na artikel 15 wordt een nieuw artikel 15bis ingevoegd, luidende als volgt De in de begrooting opgenomen posten worden steeds in dezelfde volgorde en met dezelfde benaming daarin opgenomen. Indien van een eenmaal aangenomen volg orde en benaming wordt afgeweken, zal daarvan toe lichting worden gegeven. Bij eiken post wordt aangegeven het bedrag, dat voor dat doel op de laatst afgesloten rekening voorkomt, alsmede het bedrag dat te dier zake op de vorige be grooting is geraamd. Bij de begrooting wordt overgelegd een memorie van 375

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1925 | | pagina 186