Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925.
Art. 19.
De benoodigde gelden worden bij den gemeente
ontvanger aangevraagd overeenkomstig de voorschrif
ten, vastgesteld bij art. 18 der instructie voor de ambte
naren en bedienden der bank.
Art. 20.
Van de afgegeven bewijzen van leening en van de
aflossing van elke leening wordt ter secretarie in een
daarvoor bestemd register aanteekening gehouden.
Bovendien wordt door den gemeente-ontvanger met
de bank een rekening-courant geopend, waarin alle
voorschotten en terugbetalingen achtereenvolgend
worden geboekt.
Art. 21.
Door Burgemeester en Wethouders worden het
register en de rekening-courant, in het vorig artikel
bedoeld, nagegaan. Het bedrag, dat blijkens de voor
handen ontvangbewijzen aan de bank is geleend, wordt
als kaswaarde beschouwd.
Art. 22.
De bank beoogt geen winst.
Mocht over eenig jaar winst zijn gemaakt, dan zal
deze moeten worden aangewend tot gedeeltelijke of
geheele aflossing van opgenomen gelden; mochten geen
gelden zijn opgenomen van de gemeente, van andere
instellingen of van particulieren, dan bepaalt de ge
meenteraad, welke bestemming aan de winst ten bate
der instelling zal worden gegeven.
Mogelijke verliezen worden, voor zoover noodig, jaar
lijks ten laste der gemeentebegrooting gebracht.
Art. 9, 3e lid.
Hij is mede belast met de bewaring van de ontvang
bewijzen van aan de Bank van leening verstrekte voor
schotten en met de teruggave dier bewijzen, te be
ginnen met het oudste in dagteekening en zoo vervol
gens bij terugbetaling der voorschotten.
Art. 20.
Hij zendt jaarlijks vóór 1 April aan de raadscommissie
in een verslag over den toestand der fabriek over het
afgeloopen dienstjaar.
lossing naar dezelfde grondslagen waarop de betrokken
gemeenteleening is aangegaan, of, indien het verstrekte
kapitaal niet uit ieening is verkregen tegen de voor
waarden daarvoor door den Raad vast te stellen.
Opneming van kasgeld geschiedt niet dan na vooraf
gaande machtiging van Burgemeester en Wethouders of
een door hun college aan te wijzen ambtenaar. Van deze
opneming wordt kennis gegeven aan den verificateur
der gemeente-financiën."
V.
Art. 19 wordt gelezen als volgt
Tusschen den in art. 17 bedoelden bankier en het
bedrijf wordt in rekening-courant rente berekend volgens
door Burgemeester en Wethouders met den bankier
overeen te komen voorwaarden.
VI.
Artikel 20 vervalt.
VIL
Artikel 21 vervalt.
VIII.
Artikel 22 wordt gelezen als volgt
„De bank beoogt geen winst.
Mocht over eenig jaar winst worden gemaakt dan
wordt deze aan de gemeente uitgekeerd.
Mogelijke verliezen worden jaarlijks ten laste der
gemeente-begrooting gebracht."
H. de instructie voor den gemeente-ontvanger (ge
meenteblad no. 37 van 1911, no. 27 van 1912, no. 6
van 1915, no. 39 van 1919 en no. 40 van 1921) te wij
zigen als volgt
I.
Het derde lid van art. 9 vervalt.
II.
In art. 21 vervalt „e. een rekening-courant met de
stads-bank van leening."
de instructie voor den directeur der gemeentelijke
gasfabriek (gemeenteblad no. 9 van 1911 en no. 5 van
1913) te wijzigen als volgt
I.
Artikel 20 wordt gelezen als volgt
Hij zendt jaarlijks vóór 1 April aan de raadscommissie
in de stukken genoemd in art. 21 der verordening op
het beheer der gemeentelijke gasfabriek.
de instructie voor den boekhouder der gemeente
lijke gasfabriek (gemeenteblad no. 10 van 1911) te
wijzigen als volgt
388
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925. Bijl. no. 20.
Art. 4.
Hij zendt vóór den 15en van iedere maand aan de
raadscommissie in een proefbalans, benevens die ge
gevens, die de commissie nuttig of noodig oordeelt.
Art. 5.
Artikel 4 vervalt.
II.
Hij maakt jaarlijks eene nauwkeurige rekening op van
alle ontvangsten en uitgaven, welke ten bate en ten be
hoeve der fabriek over het afgeloopen jaar hebben plaats
gehad en zendt die, met de in artikel 23 der verordening
op het beheer der gemeentelijke gasfabriek omschreven
bijlagen, vóór den 1 Maart aan den directeur in.
Art. 19.
Art. 5 wordt gelezen als volgt
Hij zendt jaarlijks vóór den 1 Maart aan den directeur
in de in artikel 21, lett. a tot en met e, der verordening
op net beheer der gemeentelijke gasfabriek omschreven
bijlagen.
K. de instructie voor den directeur van het gemeen
telijk electriciteitbedrijf (gemeenteblad no. 8 van 1913)
te wijzigen als volgt
I.
i
Hij zendt jaarlijks vóór 1 April aan de raadscommissie
in een verslag over den toestand van het bedrijf over het
afgeloopen dienstjaar.
Artikel 19 wordt gelezen als volgt
Hij zendt jaarlijks vóór 1 April aan de raadscommissie
in de stukken genoemd in art. 19 der verordening op
het beheer van het gemeentelijk electriciteitbedrijf.
L. in te trekken de instructie voor den directeur der
stadsreiniging (gemeenteblad no. 12 van 1877).
M. vast te stellen de navolgende instructie voor den
directeur der gemeentereiniging te Leeuwarden.
Art. 1.
Behoudens het te zijnen opzichte bij de verordening
op het beheer der gemeentereiniging te Leeuwarden
bepaalde, rusten op den directeur de in de volgende
artikelen genoemde verplichtingen.
Art. 2.
Hij geeft den Raad de inlichtingen, die deze omtrent
het bedrijf vraagt. Voor particuileren heeft hij daartoe
de vergunning van Burgemeester en Wethouders noodig.
Art. 3.
Hij is voor belanghebbenden in den regel dagelijks,
met uitzondering van Zon- en algemeen erkende Chris
telijke feestdagen, des voormiddags van 911 uur, ten
kantore van het bedrijf te spreken.
Art. 4.
Hij is belast met de dagelijksche zorg voor het op
ruimen en afhalen van asch en vuilnis en privaattonnen
bij de ingezetenen, het reinhouden van de openbare
wegen, het schoonmaken der marktterreinen, het rei
nigen der publieke urinoirs en met de exploitatie van
het aschland en het opruimen van sneeuw.
Art 5.
Hij handelt bij de uitoefening zijner functie volgens
voorschriften, hem door Burgemeester en Wethouders
te geven.
Art. 6.
Hij is verantwoordelijk voor den goeden en gere-
gelden gang van alles wat het bedrijf betreft en stelt
de in het belang van het bedrijf gevorderde maatregelen
aan Burgemeester en Wethouders voor.
389