Bijl. no. 20. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925. R. vast te stellen de volgende instructie voor den adjunct-directeur der gemeentewerken. Art. 1. De adjunct-directeur staat den directeur ter zijde in de directie van het bedrijf. Art. 2. Hij wordt geacht de op het bedrijf betrekking heb bende verordeningen wel te kennen en werkt mede tot een strikte handhaving daarvan. Art. 3. Voor zoover dat voor de uitoefening zijner functie noodig is, staat het personeel onder zijne bevelen. Art. 4. Bij afwezigheid van den directeur vervangt hij dezen en neemt alle maatregelen en besluiten, die binnen de grenzen van de posten van uitgaaf der begrooting voor het bedrijf der gemeentewerken en der toegestane cre- dieten en door den directeur goedgekeurde plannen, tot uitvoering van werken noodig zijn. Art. 5. Hij ziet toe, dat de werkzaamheden der technische ambtenaren steeds naar behooren worden verricht en de door dezen overeenkomstig goedgekeurde bestekken en teekeningen uit te voeren werken naar de eischen van goede bouwtechniek met bekwamen spoed en op de zuinigste wijze plaats hebben. Art. 6. Hij draagt zorg, dat zonder goedkeuring door of na mens den directeur geen opdrachten tot levering van materiaal of arbeid geschieden. Voorts draagt hij zorg, dat de technische ambtenaren hem bijtijds mededeelen, welke materialen of werklieden elk hunner voor zijne afdeeling behoeft. Art. 7. Van tijd tot tijd gaat hij na of de eigendommen en werken der gemeente in goeden staat van onderhoud verkeeren en of op het eigendomsrecht der gemeente geen inbreuk wordt gemaakt. Art. 8. Voorzoover de in de vorige artikelen genoemde werk zaamheden dit niet beletten, is de adjunct-directeur des voormiddags van 912 uur op zijn bureau aanwezig. Art. 9. Voor verlof tot afwezigheid van acht dagen of minder behoeft hij, behoudens overleg met den directeur, de toestemming van den voorzitter der Commissie van bij stand, voor verlof tot afwezigheid van meer dan acht dagen de toestemming van Burgemeester en Wethou ders. Art. 10. Het is hem verboden a. zonder toestemming van Burgemeester en Wet houders een bezoldigde nevenbetrekking te bekleeden of eenig beroep uit te oefenen; indien de toestemming wordt verleend geldt zij tot wederopzegging; b. zich te belasten met het opmaken van ontwerpen, 396 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925. teekeningen, bestekken of begrootingen van kosten van werken ten behoeve van anderen, of het toezicht op de uitvoering van zoodanige werken uit te oefenen; c. rechtstreeks of zijdelings deel te nemen aan wer ken of leverantiën voor de gemeente; d. geschenken aan te nemen in verband met de uit oefening van zijne functie; e. ten eigen bate diensten te laten verrichten door personen in gemeentedienst, of aan de gemeente toebe- hoorende eigendommen te gebruiken. 5. te bepalen dat door Burgemeester en Wethouders de tijdstippen van inwerking treding van vorenstaande wijzigingen nader worden vastgesteld. T. Burgemeester en Wethouders te machtigen den volledigen tekst van de verordeningen en instructiën bekend te maken, met wijziging, waar noodig, van de verwijzigingen. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd. Litt. C. Memorie van toelichting. AI, BI, Cl, Dl, El, FI. Het is wenschelijk dat de redactie wordt gewijzigd met het oog op de moge lijkheid dat gelden worden verstrekt, gevonden anders dan uit gemeenteleening. A II, ill, IV, V. B II, III, IV, V, VI. C II, III, IV. D II, III, IV. E II, III, IV. F III, IV, V, VI. De aan gebrachte wijzigingen staan in verband met de nieuwe begrootings- en rekeningvoorschriften. De verplichting om in de begrooting der gemeentelijke gasfabriek (v.g. A II) onder de baten en lasten, respectievelijk op te nemen de post onder 1 d ,,eene eventueele terugont vangst van de gemeente ten bedrage van de zuivere winst" en onder II ,,eene eventueele winstuitkeering aan de gemeente", vloeit voort uit art. 41 van laatst- gemelde voorschriften. G. De wijzigingen in de beheersverordening der Stadsbank van leening zijn aangebracht met het oog op de uniformiteit met betrekking tot de andere ge meentebedrijven, waar ook de boekhouding naar de dubbele methode wordt gevoerd. Bovendien kan het bedrijf na de jongste wijziging van de verordening op het centraal kasbeheer (bijlage no. 9 van 1925) voortaan bij de centrale kas gelden opnemen en storten. G III. Het bedrijfskapitaal van het bedrijf bestaat alleen uit gelden opgenomen van de gemeente krachtens het bestaande artikel, sub b. De instructie van den gemeente-ontvanger dient gewijzigd te worden in verband met de wijzigingen vermeld onder G. I. Het bestaande artikel 4 kan zonder bezwaar ver vallen. De maandelijksche toezending van een proef balans vindt niet plaats. L. De bestaande instructie van den directeur der gemeentereiniging, welke dateert van 1877, kan als verouderd worden beschouwd. N. Deze wijzigingen zijn een gevolg van die ver meld onder G. O, P, Q, R. In verband met de opneming van een adjunct-directeur in de formatie van den dienst der ge meentewerken en het vervallen van de functie van hoofd opzichter moeten in de verordening, regelende den rang. het getal, de benoeming, enz. der ambtenaren van de gemeentewerken, de Salarisverordening 1919 en de In structie van den directeur der gemeentewerken, enkele wijzigingen worden aangebracht. Verder leidt de voor gestelde wijziging der bedrijfsverordening tot verande ring van eenige bepalingen, terwijl enkele andere voor schriften bij deze gelegenheid met de praktijk of met de in den laatsten tijd in soortgelijke instructies gevolgde redactie in overeenstemming kunnen worden gebracht. Tevens kan thans worden vastgesteld de instructie van eerstgenoemden ambtenaar, welke vaststelling overeen komstig het slot van ons betrekkelijk voorstel van 12 October 1922 eenigen tijd is aangehouden. Wij merken hierbij, in aansluiting aan dit voorstel op, dat de nood zakelijkheid om in de verhouding tusschen de eerste en de tweede afdeeling van den dienst der gemeentewerken wijziging te brengen, ons niet is gebleken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1925 | | pagina 197