Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925. Art. 3. De belasting bedraagt, behoudens het hierna be paalde, drie gulden 's jaars voor eiken hond. Voor honden, uitsluitend gehouden ten dienste van den landbouw of eenig bedrijf van nijverheid of ter be waking van gebouwen of erven, bedraagt de belasting een gulden vijftig cent 's jaars voor eiken hond. Als houder wordt aangemerkt hij, die, onder welken titel ook, een of meer honden bezit of onder zijn opzicht heeft, of, wanneer in zijn gezin een hond gehouden wordt, onverschillig of deze meer bijzonder aan een der leden van het gezin mocht toebehooren, het hoofd van het gezin. Art. 3. De belasting bedraagt 's jaars voor eiken hond 1°. 2.50, voor zoover de hond uitsluitend wordt gehouden a. ten dienste van den landbouw of eenig bedrijf van nijverheid; b. ter bewaking van gebouwen of erven; 2°. niet onder een der categorieën sub 10 begrepen 5.—. Als honden ten dienste van eenig bedrijf van nijver heid worden uitsluitend beschouwd die honden die niet anders op den openbaren weg komen dan vastgehouden aan eene ketting, touw of' riem of als trekhond inge spannen in een tuig. Als honden ter bewaking van gebouwen of erven worden uitsluitend die honden aangemerkt, die niet anders op den openbaren weg komen dan geleid aan een ketting, touw of riem. Art. 4. Ongewijzigd. Ongewijzigd. Ongewijzigd, behalve verandering van ,,2e alinea" in: „le lid 10". De belasting is niet verschuldigd 1°. voor honden, die nog geen twee maanden oud zijn; 2°. voor honden, gehouden op vaartuigen, door daarin wonende schippers, die geen woonplaats aan den vasten wal hebben, mits de honden aan boord van het vaartuig worden gehouden; 3°. voor honden van kooplieden in honden, voor zoover zij daarin handel drijven. Art. 5. De belasting volgens art. 3 is slechts voor de helft verschuldigd, wanneer de belastingplichtigheid ontstaat in de tweede helft van het belastingjaar. Art. 6. Voor honden, die in den loop van het belastingjaar niet meer vallen onder die, aangeduid onder art. 3, le lid 1°, is de volle belasting verschuldigd. Art. 7. (Ongewijzigd, behalve dat de woorden „Burgemeester en Wethouders" zijn vervangen door „den controleur der gemeentebelastingen" en het vervallen van de woorden „onder overlegging van het gekwiteerd aan slagbiljet" aan het slot van de eerste alinea.) Aan belastingschuldigen, die zich vóór 1 juli van het belastingjaar van hunne honden hebben ontdaan en in de tweede helft van dat jaar niet weder volgens deze verordening belastingplichtig worden, alsmede aan houders van honden, die in eerstgemeld tijdvak hun hoofdverblijf naar een andere gemeente overbrengen, wordt op hunne schriftelijke aanvraag door den contro leur der gemeentebelastingen teruggave van de helft van hunnen aanslag verleend, mits deze aanvraag ge schiede vóór of op 1 Juli. Van de beslissing van den controleur der gemeente belasting kunnen belanghebbenden binnen eene maand na hare dagteekening in beroep komen bij den Raad. Ongewijzigd art. 7bis, behalve tweemaal toevoeging van: „controle der gemeentebelastingen" en in het slot onder b, verandering van de woorden: „van deze ver ordening een verhoogde" in „de volle". Art. 8. Ieder, aan wien een beschrijvingsbiljet, als bedoeld in art. 1 der bij deze verordening behoorende invorde ringsverordening, is uitgereikt, is, ook al houdt hij geen hond, verplicht dat behoorlijk ingevuld, en door hem 418 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925. Ri)l. HO. zeiven onderteekend, vóór den 15 Februari, volgende op den datum van uitreiking, ter secretarie der gemeente, afdeeling Financiën, controle der gemeentebelastingen, in te leveren. Degene, die niet kan schrijven, moet zijn aangifte met zijn handmerk bekrachtigen in tegenwoordigheid van twee meerderjarige personen, die op het beschrijvings biljet hebben te verklaren, dat het handmerk in hunne tegenwoordigheid is gesteld; het handmerk geldt, bij voldoening aan bovengenoemde voorwaarde, voor eene behoorlijke onderteekening. Tot rechtstreeksche aangifte ter secretarie der ge meente, afdeeling Financiën, controle der gemeentebe lastingen, zijn verplicht ie. vóór 15 Februari de belastingplichtigen, die geen beschrijvingsbiljet hebben ontvangen. 2°. binnen 14 dagen na aanvang der belastingplich tigheid a. zij, die in den loop van het jaar belastingplichtig worden; b. zij, die een of meer honden houden, waarvoor volgens art. 6 de volle belasting is verschuldigd ge worden. Art. 9. Nieuw Voor de toepassing van de artt. 264, 265b en 265c der gemeentewet treedt ten aanzien van deze verorde ning in de plaats van den Raad, van Burgemeester en Wethouders of van den Burgemeester, de controleur der gemeentebelastingen. Art. 10. Ongewijzigd art 8 Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot en met 6 J 8 ultimo December. Art. 11. Deze verordening treedt in werking den 1 Januari 1926. B. de bijbehoorende verordening op de invordering (gemeenteblad no. 31 van 1905 en no. 20 van 1922) gewijzigd opnieuw vast te stellen als volgt BESTAANDE REDACTIE. Ongewijzigd. Art. 1. Jaarlijks in de maand Januari wordt door een of meer daartoe door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen beambten aan ieder, die bij dezen bekend is of vermoed wordt als te zijn houder van een of meer honden, aan zijn woning een beschrijvingsbiljet uitgereikt. Het formulier voor het beschrijvingsbiljet wordt door Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Bedoelde beambten houden nauwkeurig aanteekening van den naam en de woonplaats (straat en nummer) van hen, aan wie een biljet is uitgereikt, volgens nader door Burgemeester en Wethouders te geven voorschrif ten. Art. 2. Ongewijzigd. De ambtenaar ter secretarie, met de ontvangst der beschrijvingsbiljetten belast, overtuigt zich, dat deze duidelijk en volledig ingevuld en behoorlijk ondertee kend zijn. Is dit niet het geval, dan doet hij de opgaven verbeteren of vermeldt op het beschrijvingsbiljet de be komen inlichtingen en bekrachtigt deze met zijne hand- teekening. Van de inlevering van het beschrijvingsbiljet wordt op verzoek een bewijs afgegeven. 419

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1925 | | pagina 208