Bijl. no. SI. Bijlage no. 31 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925. AANBIEDING der gemeente- en bedrijfsbegroo- tingen voor 1926 (bijlagen 1926 nos. 1 en 2). Aan den Gemeenteraad. Ingevolge artikel 203 der Gemeentewet hebben wij de eer U de ontwerp-begrooting voor 1926 aan te bieden met bijvoeging van de bedrijfsbegrootingen en verdere bescheiden en stukken, alsmede de adviezen der com- missiën, welke in dezen zijn gehoord. Waar in eene begrooting tot uiting moet komen het inzicht van dagelijksch bestuur en gemeenteraad om trent de richting waarin het bestuur der gemeente huis houding moet worden geleid en de financiën beheerd, daar mogen wij U niet verhelen dat wij ons in de uit oefening van onze taak om de begrooting te ontwerpen, niet weinig belemmerd hebben gevoeld door de bij vorige begrootingen en begrootingswijzigingen opge dane ervaring, dat het college van Gedeputeerde Staten der provincie een geheel ander inzicht heeft aangaande de wijze waarop de gemeentehuishouding moet wor- cten bestuurd en hare financiën beheerd dan de Raad. De Gedeputeerde Staten van Friesland schijnen hunne taak van toezicht op de gemeentebesturen zoodanig op te vatten dat zij eene soort „voogdij" over dezen uitoe fenen. Zij oordeelen niet uitsluitend objectief, of eenige uitgaaf een verkwistend karakter draagt, zelfs niet of zij gewettigd is in verband met de financieele draagkracht der gemeente, doch ook of het doel dat met die uitgave wordt beoogt in hunne oogen en naar de levensopvatting hunner leden aan het waarachtig welzijn onzer gemeen tenaren al dan niet bevorderlijk zal zijn. Dat zorg voor de financiën der gemeente niet steeds de drijfveer is voor het al dan niet hechten hunner goed keuring aan dezerzijds genomen besluiten, hebben Ge deputeerde Staten bewezen toen zij geen bezwaar maakten dat Leeuwarden besloot onverplicht jaarlijks 100.000.aan de provincie, ten behoeve van haar electriciteitsbedrijf, te betalen, boven datgene waartoe zij zich contractueel had verbonden. Evenmin vond dat college bezwaar om in de laatste zomervergadering der Provinciale Staten het voorstel te doen om de kosten van verpleging van arme krankzinnigen geheel ten laste der gemeenten te doen komen, een voorstel dat, ware het aangenomen, tengevolge zou hebben gehad dat het budget onzer gemeente met circa 35.000.zoude zijn verzwaard geworden. Dat Gedeputeerde Staten zich op de plaats van het gemeentebestuur stellen wat betreft de beoordeeling van wat nuttig en noodig is voor de burgerij, zoowel op ideëel als op materieel gebied, is des te grievender om dat wij niet vermogen in te zien waarom een college, weiks leden voor het groote ineerendeel geen ingeze tenen der gemeente zijn, beter zou kunnen beoordee- len welke uitgaven voor Leeuwarden, de hoofdstad der provincie en eene stad van welhaast 50,000 zielen, noodzakelijk en nuttig zijn, dan de gemeenteraad, wiens verantwoordelijke leden alle inwoners dier gemeente zijn en die beter dan wie ook, hare nooden en behoeften kunnen peilen en die zelf de gevolgen der genomen be sluiten aan den lijve voelen en moeten helpen dragen. Het komt ons voor dat een gemeentebestuur, dat zich zelf respecteert, niet lijdelijk kan toezien dat op deze wijze zijn ernstige taak hem uit handen wordt genomen en dat een woord van protest tegen de houding van Gedeputeerde Staten in dezen op zijn plaats is. Wij hebben bij het ontwerpen der begrooting getracht ons te ontrukken aan den verlammenden invloed die de aangenomen houding van Gedeputeerde Staten ook op ons zou kunnen hebben en zonder te vragen hoe dat college over de verschillende door ons voorgestelde maatregelen mocht kunnen denken, naar ons beste weten in de hierbij gezonden stukken aangegeven op welke wijze, naar ons inzicht, de gemeente-huishouding in 1926 moet worden ingericht en de financiën beheerd. Wij vestigen omtrent de verschillende begrootingen, de aandacht op het navolgende GEMEENTEWERKEN. Evenals vorige jaren zijn ook thans de onderhouds kosten met 25 verhoogd wegens algemeene kosten (n.l. jaarwedden directeur, technisch- en administratief personeel, afschrijvingen, etc.). Het nog overblijvende deel ad 51.104.86 is voorloopig onder volgno. 308 op de gemeente-begrooting in uitgaaf gebracht. Voorzoover dit deel niet ten laste van den buitengewonen dienst kan worden gebracht, zal het percentage, dat op de gewone onderhoudskosten is gelegd, moeten worden verhoogd. De totale kosten van gewoon onderhoud, etc. zijn geraamd op 550.991.71 tegen 557.612.50 in 1925, hetgeen op een vermindering wijst. In werkelijkheid zijn de onderhoudskosten evenwel gestegen, wijl bij deze begrooting rekening is gehouden met een verhaal van pensioensbijdragen van 5/2 wat blijkens volgno. 90a een bate geeft van 13.108.64, welk bedrag in minde ring komt van de algemeene kosten. Op den post volgno. 133 «is o. m. uitgetrokken een bedrag ad 6.088.40 voor verbetering van de rioleering op de veemarkt. De toestand daar eischt dringend ver betering, waarmede, blijkens een bij de stukken ge voegde, van den directeur der gemeentewerken ontvan gen, berekening, een uitgaaf gepaard gaat van 6.088.40. Bij dezen post brengen wij voorts nog ter sprake de watervoorziening van de veemarkt. In Uwe vergadering van 13 Mei 1924 werd aangehouden de be handeling van ons voorstel om een crediet te verleenen voor de verbetering van de waterleiding op de veemarkt. Het lid, de heer Dijkstra, vroeg n.l. of de oplossing ook in een andere richting gevonden kon worden, wijl de kosten van het schoonmaken der markt met leiding water door de groote benoodigde hoeveelheid per jaar, niet onaanzienlijk zouden zijn het aantal verbruikte kubieke meters water werd door hem geraamd te loo- pen in de duizenden en hij wenschte een antwoord op zijn vraag of het slaan van een nortonpomp met een electromotor die met dagstroom zou kunnen draaien en welke stroom dus niet veel zou kosten ook goed- kooper in exploitatie zou zijn. Inderdaad is het verbruik aan leidingwater voor het reinigen der markt vrij aanienlijk. De directeur der ge meentereiniging berekent het bij zijn schrijven op 17.500 Ms. per jaar. In zijn antwoord aan den heer Dijkstra vestigde de voorzitter er reeds de aandacht op, dat het nortonwater hier zeer sterk ijzerhoudend zou zijn, waardoor de ge- heele veemarkt bruin zou worden. Bovendien duchtte hij gevaar van hygiënischen aard voor het vee. Een langdurige correspondentie met de directeuren der gemeentereiniging, van gemeentewerken, van de gemeen telijke drinkwaterleiding( naderhand met dien van de N.V. Intercommunale Waterleiding, gebied Leeuwarden) en met de N. V. Hvdrotechnische en Diepboorinaatschappij „Vulkaan" volgde. De Intercommunale Waterleiding verklaarde zich bereid (zie den brief van 25 Maart 1925 met ontwerp-overeenkomst) het benoodigde water te leveren voor dertien cent 0.13) per M3; voor hare rekening komen dan de uitbreiding van het buizennet met toebehooren op de veemarkt, indien de gemeente als tegemoetkoming in die kosten boven de kosten van waterlevering 240.per jaar betaalt over elk jaar waarin de gemeente niet meer dan 8000 M3. water zal hebben afgenomen. Dit laatste is haast niet denkbaar. Voor elke 100 M3. of gedeelten daarvan die de gemeente 431

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1925 | | pagina 215